ECLI:NL:RBNHO:2023:692

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
1 februari 2023
Zaaknummer
C/15/334424 / KG ZA 22-598
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in bankrekeningafschriften en verbod op betalingen door bestuurder van MVD Europe

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser/verweerder 1 inzage in de bankrekeningafschriften en administratie van MVD Europe, een vennootschap waarvan hij samen met gedaagde/eiser 50% aandeelhouder en bestuurder is. Eiser/verweerder 1 heeft geconstateerd dat er aanzienlijke betalingen zijn gedaan aan gedaagde/eiser en aan hem gelieerde personen, zonder zijn toestemming. Hij stelt dat hij als medebestuurder recht heeft op inzage in de financiële gegevens van de vennootschap en dat gedaagde/eiser geen betalingen mag verrichten zonder zijn goedkeuring. Gedaagde/eiser voert aan dat hij geen spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen en dat zijn verzoeken om inzage en verbod op betalingen ongegrond zijn.

De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser/verweerder 1 voldoende spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen, gezien de zorgen over de gang van zaken binnen MVD Europe. De rechter wijst de vordering tot inzage in de bankafschriften toe, omdat gedaagde/eiser hiertegen geen verweer heeft gevoerd. Tevens wordt bepaald dat gedaagde/eiser zonder schriftelijke toestemming van eiser/verweerder 1 geen betalingen mag verrichten aan zichzelf of aan gelieerde (rechts)personen. De vorderingen van gedaagde/eiser in reconventie worden afgewezen, waaronder de vordering tot schorsing van eiser/verweerder 1 als bestuurder van MVD Europe. De proceskosten worden toegewezen aan eiser/verweerder 1, aangezien gedaagde/eiser grotendeels in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/334424 / KG ZA 22-598
Vonnis in kort geding van 1 februari 2023
in de zaak van

1.[eiser/verweerder1],

wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MVD EUROPE B.V.,
gevestigd te Badhoevedorp,
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
advocaat: mr. J.A.M. van de Sande te Rijswijk,
tegen
[gedaagde/eiser],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
advocaat: mrs. J.G. van der Steenhoven en J.F.H.M. Bartels te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser/verweerder1], MVD Europe en [gedaagde/eiser] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 december 2022 met producties 1 tot en met 14;
  • de door [eiser/verweerder1] c.s. in het geding gebrachte aanvullende producties 15 tot en met 17 en 18 tot en met 20;
  • de akte weergave feiten tevens akte overleggen producties tevens houdende eis in reconventie met producties 1 tot en met 27 van [gedaagde/eiser];
  • de mondelinge behandeling van 13 januari 2023;
  • de pleitnota van [eiser/verweerder1] c.s. (tevens houdende een wijziging van eis);
  • de pleitnota van [gedaagde/eiser].
1.2.
Ter zitting is de zaak aangehouden voor het beproeven van een minnelijke regeling. Per e-mails van 18 januari 2023 heeft [eiser/verweerder1] c.s. alsnog vonnis gevraagd en hebben partijen de voorzieningenrechter op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen na de zitting.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.

2.De zaak in het kort

[eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] zijn beide 50% aandeelhouder en bestuurder van MVD Europe. [eiser/verweerder1] heeft recent geconstateerd dat ten laste van MVD Europe grote betalingen zijn gedaan aan [gedaagde/eiser] en aan hem gelieerde (rechts)personen. [eiser/verweerder1] heeft als medebestuurder belang bij zijn vordering tot inzage in de bankrekeningafschriften en administratie van MVD Europe. Ook mag [gedaagde/eiser] zonder toestemming van [eiser/verweerder1] geen betalingen meer verrichten ten laste van MVD Europe aan zichzelf of aan hem gelieerde (rechts)personen, tenzij het gaat om betalingen waarmee [eiser/verweerder1] al heeft ingestemd.
[gedaagde/eiser] heeft onvoldoende (spoedeisend) belang bij zijn reconventionele vorderingen over de domeinnaamregistratie van MVD Europe en over de importheffingen van een andere vennootschap van [eiser/verweerder1] in de Verenigde Staten. Ook de door [gedaagde/eiser] gevorderde schorsing van [eiser/verweerder1] als bestuurder van MVD Europe wordt afgewezen. Partijen verschillen van inzicht over de vraag met welke leverancier(s) MVD Europe zaken moet doet, maar dat is geen reden voor schorsing van [eiser/verweerder1].

3.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
3.1.
[eiser/verweerder1] exploiteert in de Verenigde Staten van Amerika en in Zuid-Amerika een onderneming die zich bezig houdt met de distributie en marketing van IT hard- en software met de naam Mobile Video Devices Inc. (hierna: MVD USA). Sinds 2013 is MVD USA distributiepartner voor Magewell Electronics Co. Ltd. (hierna: Magewell).
3.2.
Op 30 januari 2018 hebben [eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] samen MVD Europe opgericht. Zij bezitten beiden 50% van de aandelen van MVD Europe en zijn beiden bestuurder/directeur. In de statuten van MVD Europe is onder meer het volgende bepaald:
  • Alle besluiten van het bestuur worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij bij reglement een grotere meerderheid is voorgeschreven (artikel 16 lid 5);
  • De bezoldiging en de verdere arbeidsvoorwaarden worden voor iedere bestuurder afzonderlijk vastgelegd door de algemene vergadering (artikel 16 lid 8);
  • [eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] zijn beiden zelfstandig bevoegd MVD Europe te vertegenwoordigen (artikel 17).
3.3.
MVD Europe exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met de distributie van audio- en videoapparatuur in Europa. De omzet van MVD Europe bestaat voor het grootste gedeelte uit de producten van Magewell en van Haverford Systems, Inc. met productlijn PTZOptics (hierna: PTZ).
3.4.
Op 4 januari 2018 is de domeinnaam [domeinnaam] geregistreerd op naam van MVD Europe. Bij de registratie is gebruik gemaakt van het [account] van [eiser/verweerder1].
3.5.
Op 21 december 2018 heeft [gedaagde/eiser] [eiser/verweerder1] een e-mail gestuurd, met onder meer de volgend inhoud:

I would also like to make a next step and higher my MF to € 8.000,- from January to be almost back on my old normal monthly income. (…)
3.6.
Op de vraag van [gedaagde/eiser] of [eiser/verweerder1] akkoord was met de voorgestelde managementfee (“
MF”) heeft [eiser/verweerder1] op 31 december 2018 geantwoord:
“OK – signing off”
3.7.
Met ingang van april 2019 heeft Magewell CD’s met software, bestemd voor MVD USA, vanuit China verstuurd naar het adres van MVD Europe. [gedaagde/eiser] heeft in een email van 19 april 2019 aan [eiser/verweerder1] gevraagd of dit correct was, waarop [eiser/verweerder1] als volgt heeft geantwoord:

Yes and it depends $100-$200 – we’re trying to see what happens with it coming into the Netherlands.
3.8.
Met ingang van 1 juli 2019 heeft MVD Europe van [gedaagde/eiser] Holding B.V. (hierna: [gedaagde/eiser] Holding) een bedrijfsruimte en opslag gehuurd, gelegen aan de [adres]. De overeengekomen huurprijs bedraagt € 8.162,- per kwartaal (inclusief btw, gas/water/licht en servicekosten) en kan jaarlijks door de verhuurder worden verhoogd op basis van de indexering. Namens MVD Europe is de huurovereenkomst ondertekend door [eiser/verweerder1].
Vóór die tijd gebruikte MVD Europe de woning van de ouders van [gedaagde/eiser] als opslag- en distributielocatie.
3.9.
[gedaagde/eiser] heeft op 14 oktober 2021 een vennootschap opgericht met de naam Xwell B.V. (hierna: Xwell). [gedaagde/eiser] is enig aandeelhouder en bestuurder van Xwell.
In de periode van mei tot en met oktober 2022 zijn door MVD Europe vier betalingen verricht aan Xwell van ieder € 72.600,- (dus in totaal € 290.400,-) en daarnaast drie afzonderlijke betalingen (op 22 juni 2022 van € 30.907,03, op 24 juli 2022 van € 15.766,30 en op 23 augustus 2022 van € 15.233,90).
3.10.
De accountant van MVD Europe (D. Blom) heeft op 2 februari 2022 aan [eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] de conceptjaarcijfers 2020 van MVD Europe toegestuurd, alsmede conceptnotulen voor de algemene vergadering van aandeelhouders. In de conceptjaarrekening 2020 is een “managementfee” vermeld van € 355.515,-.
3.11.
[eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] hebben de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders (gedateerd 31 januari 2022) ondertekend. Daarin zijn de jaarcijfers 2020 goedgekeurd en is besloten om over het jaar 2020 de beide aandeelhouders dividend uit te keren van bruto € 125.000,-.
3.12.
Op 9 februari 2022 is aan [gedaagde/eiser] € 106.250,- dividend uitgekeerd en aan [eiser/verweerder1] $ 106.250,-.
3.13.
Daarnaast heeft MVD Europe op 10 februari 2022 aan [gedaagde/eiser] Holding een bedrag van € 206.182,79 betaald.
3.14.
MVD Europe heeft op 11 juli 2022 twee betalingen verricht aan de vader van [gedaagde/eiser] voor vergoeding van onkosten over de periode 2018 tot en met 2021, ter hoogte van in totaal € 58.000,-.
3.15.
Per brieven van 26 oktober 2022 (naar het algemene e-mailadres van MVD Europe), 31 oktober 2022 en 9 november 2022 heeft [eiser/verweerder1] [gedaagde/eiser] verzocht informatie te verstrekken over MVD Europe. [gedaagde/eiser] heeft daarna een aantal stukken verstrekt aan [eiser/verweerder1].
3.16.
[eiser/verweerder1] heeft [gedaagde/eiser] per brief van 14 november 2022 (onder meer) gesommeerd te bevestigen dat ontvangen inkomsten worden teruggeboekt aan MVD Europe. Op 15 november 2022 is vanaf de bankrekening van Xwell een betaling verricht aan de bankrekening van MVD Europe ter hoogte van € 290.400,-.
3.17.
Het in de Verenigde Staten gevestigde advocatenkantoor Arentfox Schiff LLP heeft op 18 november 2022 [gedaagde/eiser] geadviseerd over het gegeven dat Magewell sinds april 2019 CD’s met software verstuurt aan MVD Europe, terwijl de software bestemd is voor MVD USA. Onder meer wordt in dat advies het volgende overwogen:
“Based solely on the information provided by MVD EU, it is possible that the value of the products imported into the U.S. has not been correctly declared if the value that was attributed to software sent to the Netherlands was not included in the import value. (…)
Thus, if the declared import value was in fact incorrect, MVD USA may have underpaid Section 301 duties. If discovered by CBP, this structure may be considered fraudulent. (…).”
3.18.
PTZ heeft MVD Europe per mail van 20 december 2022 als volgt bericht:

First, and the most difficult topic, we have had to inform Darryl that his account with us in 90 days away from termination and that we will not be renewing his contract with us in 2023. He requested that we buy back his stock repeatedly and has made some glaring threats and accusations about my interactions with him. As such, we feel it's best to allow him to focus on his new line, Rocware. I am not particularly happy about how this panned out, but at the end of the day this was his choice, so we can not stop him. I hope that this does not negatively affect our relationship with MVDe as you are our most valued partner in the EU.”
3.19.
Op 27 december 2022 heeft de accountant van MVD Europe aan [eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] de conceptjaarstukken 2021 toegestuurd, met het verzoek de jaarcijfers zo spoedig mogelijk vast te stellen.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[eiser/verweerder1] c.s. vordert - samengevat en na wijziging van eis - dat de voorzieningenrechter, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde/eiser] veroordeelt binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan [eiser/verweerder1] te verstrekken:
i. de inlogcode(s) van het administratiesysteem van MVD Europe;
ii. de bij- en afschrijvingen van de bankrekeningen van MVD Europe in pdf-formaat, iedere eerste dag van de maand, als eerste vanaf 10 november 2022 tot aan de datum van dit vonnis;
de facturen en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten in de periode 1 januari 2021 tot en met de dag van het wijzen van dit vonnis, die afkomstig zijn van [gedaagde/eiser] Holding B.V., [A.] en Xwell;
op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2. [gedaagde/eiser] verbiedt zonder schriftelijke toestemming van [eiser/verweerder1] ten laste van MVD Europe aan zichzelf en/of [gedaagde/eiser] Holding B.V. en/of Xwell en/of [A.] gelden te betalen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
een en ander met veroordeling van [gedaagde/eiser] in de kosten van deze procedure.
4.2.
[gedaagde/eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.3.
[gedaagde/eiser] vordert, samengevat, dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
[eiser/verweerder1] gebiedt:
de inloggegevens van het [account] waarmee de domeinnaam van MVD Europe is geregistreerd te verstrekken aan [gedaagde/eiser], en
alles te doen wat nodig is om de domeinnaam en bijbehorende mailserver van MVD Europe over te zetten naar het [account] van MVD Europe;
op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2. [eiser/verweerder1] gebiedt om bij de U.S. Customs and Border Protection de juiste aangiftes van importheffingen te doen en zorg te dragen voor betaling van de achterstallige bedragen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
3. [eiser/verweerder1] met onmiddellijke ingang schorst als bestuurder van MVD Europe;
subsidiair
4. [eiser/verweerder1] gebiedt zich te onthouden van vertegenwoordigingshandelingen namens MVD Europe in jegens bij MVD Europe betrokken (rechts)personen of andere derden, waaronder maar niet beperkt tot op straffe van verbeurte van een dwangsom;
een en ander met veroordeling van [eiser/verweerder1] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
4.4.
[eiser/verweerder1] c.s. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie

5.1.
In de kern ligt aan de voorzieningenrechter de vraag voor (1.) welke informatierechten [eiser/verweerder1] heeft binnen MVD Europe en (2.) of [gedaagde/eiser] als bestuurder van MVD Europe moet worden beperkt in zijn mogelijkheden tot het verrichten van betalingen aan zichzelf en aan hem gelieerde (rechts)personen.
(spoedeisend) belang van [eiser/verweerder1]
5.2.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde/eiser] luidt dat [eiser/verweerder1] geen (spoedeisend) belang heeft bij zijn vorderingen, omdat MVD Europe goede resultaten boekt en [eiser/verweerder1] sinds de oprichting van MVD Europe geen betrokkenheid heeft gehad bij MVD Europe. De voorzieningenrechter volgt [gedaagde/eiser] hierin niet, omdat de zorgen van [eiser/verweerder1] over de gang van zaken binnen MVD Europe niet zonder grond zijn. Ter toelichting hierop geldt het volgende.
5.3.
[eiser/verweerder1] heeft voldoende toegelicht dat hij recent (oktober 2022) ermee bekend is geworden dat aanzienlijke betalingen zijn verricht ten laste van MVD Europe aan (rechts)personen die zijn gelieerd aan [gedaagde/eiser], waarbij [eiser/verweerder1] niet betrokken is geweest en waarbij hij grote vraagtekens plaatst:
  • MVD Europe heeft in 2022 aan Xwell € 352.307,23 betaald. Volgens de toelichting van [gedaagde/eiser] betrof dit voor een bedrag van € 290.400,- een (inmiddels terugbetaalde) geldlening aan Xwell en voor het overige de inkoop van producten van Xwell tegen kostenprijs. Volgens [eiser/verweerder1] zijn mogelijk spookfacturen gestuurd en wordt er door [gedaagde/eiser] “geschoven” met de btw.
  • De door MVD Europe aan [gedaagde/eiser] verschuldigde managementvergoeding is sinds 21 december 2018 verhoogd van € 8.000,- per maand (dus € 96.000,- per jaar) naar (kennelijk) € 355.515,- per jaar (in de jaarrekening 2020).
  • Op 11 juli 2022 zijn ten laste van MVD Europe een tweetal betalingen verricht aan [A.] (de vader van [gedaagde/eiser]) ter hoogte van € 58.000,-.
  • MVD Europe is aan [gedaagde/eiser] Holding een hogere huur gaan betalen voor het bedrijfspand dan het in 2019 overeengekomen bedrag van € 8.162,- per kwartaal (inclusief btw, gas/water/licht en servicekosten, te vermeerderen met de indexatie). Volgens [eiser/verweerder1] blijkt uit een overgelegde factuur van 1 oktober 2022 dat per maand € 4.001,56 aan huur wordt betaald (dus € 12.004,68‬ per kwartaal).
  • MVD Europe heeft met zes familieleden van [gedaagde/eiser] een arbeidsovereenkomst gesloten en heeft aan hen maandelijks salaris uitgekeerd.
5.4.
[gedaagde/eiser] heeft hiertegen ingebracht dat hij aanvankelijk steeds mondeling of schriftelijk overlegde met [eiser/verweerder1], maar dat hij niet of nauwelijks reactie kreeg, waardoor in de loop van tijd steeds minder overleg tussen de bestuurders plaatsvond. Bovendien stelt [gedaagde/eiser] dat hij (en zijn familieleden) zich bovengemiddeld veel hebben ingezet voor MVD Europe.
5.5.
Dit verweer is naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende om de zorgen van [eiser/verweerder1] weg te nemen. Hoewel het er inderdaad op lijkt dat [eiser/verweerder1] geen grote betrokkenheid heeft gehad bij de dagelijkse gang van zaken binnen MVD Europe, had [gedaagde/eiser] juist bij deze transacties met zijn eigen vennootschappen (Xwell en [gedaagde/eiser] Holding) of familieleden, waarbij het bestaan van een tegenstrijdig belang voor de hand lijkt te liggen, extra voorzichtigheid moeten betrachten. Op zijn minst had [gedaagde/eiser] [eiser/verweerder1] bij deze besluiten moeten betrekken (zoals kennelijk in 2018 nog wel is gebeurd bij het sluiten van de huurovereenkomst tussen MVD Europe en [gedaagde/eiser] Holding, die is ondertekend door [eiser/verweerder1]). Dat heeft [gedaagde/eiser] niet of onvoldoende gedaan. Veronderstellenderwijs uitgaande van de juistheid van de eigen toelichting van [gedaagde/eiser], staat ten aanzien van het besluit om aan Xwell een geldlening te verstrekken als onbetwist vast dat geen overleg met [eiser/verweerder1] heeft plaatsgevonden. Daarmee is voorshands aannemelijk dat [gedaagde/eiser] heeft gehandeld in strijd met de statutaire bepaling dat bestuursbesluiten door de bestuurder gezamenlijk worden genomen (artikel 16 lid 5 van de statuten).
5.6.
Het gegeven dat de geldlening door Xwell inmiddels is terugbetaald (overigens pas nadat [eiser/verweerder1] had gesommeerd tot terugbetaling) doet daaraan niet af. MVD Europe heeft immers wel het volledige verhaalsrisico gelopen.
5.7.
Over de managementvergoeding heeft [gedaagde/eiser] aangevoerd dat de verhoging tot € 355.515,- per jaar mondeling met [eiser/verweerder1] is afgestemd en bovendien door [eiser/verweerder1] is goedgekeurd, omdat hij de jaarrekening 2020 heeft vastgesteld.
5.8.
Ook dit overtuigt de voorzieningenrechter niet. Nergens blijkt uit dat de hoogte van de managementvergoeding met zoveel woorden is besproken of dat [gedaagde/eiser] [eiser/verweerder1] er op heeft gewezen dat in de jaarrekening 2020 een aanvullende afspraak werd gemaakt over de managementvergoeding (die kennelijk heeft geleid tot een aanvullende betaling aan [gedaagde/eiser] Holding van € 206.182,79 op 10 februari 2022).
Daarbij komt dat [eiser/verweerder1] heeft aangevoerd dat de in de jaarrekening 2020 vermelde post “managementfee” niets zegt over de aanspraak van [gedaagde/eiser], omdat er immers twee bestuurders zijn. In de statuten is bovendien bepaald dat de bezoldiging voor iedere bestuurder afzonderlijk moet worden vastgelegd (artikel 16 lid 8).
5.9.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat aanleiding bestaat voor de wens van [eiser/verweerder1] om de gang van zaken binnen MVD Europe nader te onderzoeken. Daarbij komt nog dat [eiser/verweerder1] heeft aangevoerd dat de jaarcijfers 2021 op korte termijn moeten worden vastgesteld en gepubliceerd. [eiser/verweerder1] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, gezien het voorgaande, ook daarvoor verder onderzoek noodzakelijk is en dat hij in zijn hoedanigheid van medebestuurder belang heeft bij het correct en tijdig opmaken van de jaarcijfers. [eiser/verweerder1] heeft daarom een voldoende spoedeisend belang bij zijn vorderingen, zodat aan de inhoudelijke beoordeling daarvan wordt toegekomen.
Inlogcodes administratie (vordering 1.a.i)
5.10.
[eiser/verweerder1] vordert afgifte van de inlogcodes voor de digitale administratie van MVD Europe.
5.11.
Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde/eiser] zich op het standpunt gesteld dat hij bereid is alle vragen van [eiser/verweerder1] over de administratie te beantwoorden, maar dat het niet nodig is dat [eiser/verweerder1] de inlogcodes van het administratiesysteem ontvangt. Daarvoor bestaat ook geen aanleiding, omdat [eiser/verweerder1] nooit betrokken is geweest bij MVD Europe, aldus [gedaagde/eiser]. Ook heeft [gedaagde/eiser] betoogd dat [eiser/verweerder1] de inlogcodes zal gebruiken om kennis te nemen van concurrentiegevoelige informatie zoals het klantenbestand van MVD Europe, om daarmee schade te berokkenen aan MVD Europe.
5.12.
Ter zitting heeft [gedaagde/eiser] evenwel ingestemd met het verstrekken van inloggegevens voor de administratie, mits [eiser/verweerder1] geen wijzigingsbevoegdheid verkrijgt. Daarmee heeft ook [eiser/verweerder1] ingestemd. Uit de na de zitting gewisselde correspondentie wordt duidelijk dat [gedaagde/eiser] die inlogcode (zonder wijzigingsbevoegdheid, maar wel met toegang tot gegevens over het klantenbestand) ook al aan [eiser/verweerder1] heeft verstrekt, te weten op 17 januari 2023.
[eiser/verweerder1] heeft (desondanks) zijn vordering tot het verstrekken van de inlogcode gehandhaafd, omdat hij er op 18 januari 2023 niet in was geslaagd toegang te verkrijgen tot de administratie van MVD Europe.
5.13.
Overwogen wordt dat [eiser/verweerder1] als statutair bestuurder van MVD Europe in beginsel informatierechten heeft. Het gegeven dat [eiser/verweerder1] niet (intensief) betrokken is geweest bij de dagelijkse gang van zaken binnen MVD Europe leidt er niet toe de [eiser/verweerder1] (in het kader van zijn informatierechten) moet worden behandeld alsof hij slechts aandeelhouder is, zodat [gedaagde/eiser] stelt. [eiser/verweerder1] heeft immers terecht aangevoerd dat hij als statutair bestuurder (in beginsel) verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het door MVD Europe gevoerde beleid. Dit betekent dat [eiser/verweerder1] toegang moet krijgen tot de informatie die hij nodig heeft om zijn taak als bestuurder uit te voeren.
5.14.
Er bestaat geen aanleiding om [eiser/verweerder1] de toegang tot de informatie over het klantenbestand van MVD Europe te ontzeggen. Dit betreft immers het klantenbestand van MVD Europe (en niet het klantenbestand van [gedaagde/eiser] privé). Dat [eiser/verweerder1] van plan is die informatie te gebruiken om schade toe te brengen aan MVD Europe is niet aannemelijk gemaakt door [gedaagde/eiser]. De stelling dat [eiser/verweerder1] tot op heden niet of nauwelijks betrokken is geweest bij MVD Europe is in elk geval onvoldoende om dat vermoeden te rechtvaardigen.
5.15.
[gedaagde/eiser] moet daarom aan [eiser/verweerder1], als medebestuurder van MVD Europe, toegang verstrekken tot de digitale administratie van MVD Europe. Uit het e-mailbericht van 17 januari 2023 begrijpt de voorzieningenrechter dat het technisch mogelijk is om [eiser/verweerder1] alleen een inzagerecht te verstrekken, zonder wijzigingsbevoegdheid. Gezien de wijze waarop [eiser/verweerder1] tot op heden invulling heeft gegeven aan zijn bestuurstaak, acht de voorzieningenrechter een dergelijke toegang toereikend. Dat is tussen partijen ook overeengekomen.
5.16.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende gebleken dat [gedaagde/eiser] de inlogcode op 17 januari 2023 heeft verstrekt aan [eiser/verweerder1]. Uit de overgelegde emails van 17 en 18 januari 2023 leidt de voorzieningenrechter af dat aanvankelijk een probleem bestond met het toelaten van een IP-adres, waardoor [eiser/verweerder1] geen toegang kreeg tot de administratie, maar dat dit op verzoek van [eiser/verweerder1] door [gedaagde/eiser] is opgelost. Daarna bleek een probleem met de 2-stapsverificatie. Daarvoor wordt blijkbaar een code toegestuurd aan MVD Europe die maar enkele minuten geldig is. Kennelijk is bovendien vereist dat [eiser/verweerder1] een verificatieprogramma installeert.
5.17.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde/eiser] zich voldoende bereid toont om de benodigde medewerking te verlenen om daadwerkelijke toegang van [eiser/verweerder1] tot de toegang administratie te faciliteren. Voor zover dat tot op heden nog niet (volledig) is gelukt vanwege technische of praktische problemen is dat geen reden om [gedaagde/eiser], onder dreiging van verbeurte van een dwangsom, te veroordelen datgene te doen waartoe hij al bereid was.
5.18.
Dit betekent dat de vordering 1.a.i zal worden afgewezen.
Bankafschriften (vordering 1.a.ii)
5.19.
De vordering van [eiser/verweerder1] tot maandelijkse afgifte van de bankafschriften van MVD Europe is toewijsbaar, omdat [gedaagde/eiser] daartegen geen verweer heeft gevoerd. De voorzieningenrechter zal daarbij bepalen dat [gedaagde/eiser] en termijn heeft van drie dagen na het einde van iedere kalendermaand om de afschriften over de voorgaande maand aan [eiser/verweerder1] te verstrekken.
5.20.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding voor het opleggen van een dwangsom, zoals gevorderd. De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
Facturen en overeenkomsten (vordering 1.b.)
5.21.
Ter zitting hebben partijen afspraken gemaakt over het verstrekken van de facturen van [gedaagde/eiser] Holding en Xwell die horen tot de administratie van MVD Europe. Uit de op 18 januari 2023 toegestuurde correspondentie begrijpt de voorzieningenrechter dat de discussie tussen partijen uitsluitend nog gaat over de facturen van Xwell met nummers 20220101, 20220102, 20220105 en 20220107.
[gedaagde/eiser] stelt dat facturen 20220101, 20220102, 20220105 en 20220107 van Xwell niet bestaan en dat voor de betalingen van viermaal € 72.600,- geen facturen zijn verstuurd door Xwell, omdat het een geldlening betrof (de e-mails van mr. Van der Steenhoven van 17 januari 2023).
5.22.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde/eiser] niet (op straffe van verbeurte van een dwangsom) kan worden veroordeeld tot het verstrekken van facturen die (volgens hem) niet bestaan, gelet op de praktische bezwaren tegen zo’n veroordeling. Hoewel het verweer van [gedaagde/eiser] gelet op de vermelding van de factuurnummers bij de afboekingen op de bankafschriften weinig overtuigend is, vraagt toewijzing van de vordering nadere bewijslevering, waarvoor dit kort geding geen mogelijkheid biedt. Uit de enkele vermelding van factuurnummers op de bankafschriften kan niet worden afgeleid dat [gedaagde/eiser] de desbetreffende facturen daadwerkelijk (nog) onder zich heeft.
Betalingen aan [gedaagde/eiser] en aan hem gelieerde (rechts)personen (vordering 2)
5.23.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser/verweerder1] er belang bij heeft dat tijdens het te verrichten onderzoek naar de gang van zaken binnen MVD Europe wordt voorkomen dat gelden worden onttrokken door [gedaagde/eiser]. In dat geval loopt [eiser/verweerder1] (althans MVD Europe) immers een verhaalsrisico, indien achteraf blijkt dat ten onrechte ten laste van MVD Europe gelden zijn betaald aan [gedaagde/eiser] (of zijn vennootschappen of familieleden). Hierbij weegt de voorzieningenrechter mee dat in het verleden ten laste van MVD Europe grote betalingen zijn gedaan aan [gedaagde/eiser] of zijn vennootschappen, die door [eiser/verweerder1] (niet zonder grond) als verdacht zijn aangemerkt (zie alinea 5.3 van dit vonnis).
Daarom zal de voorzieningenrechter bepalen dat voor betalingen ten laste van MVD Europe aan [gedaagde/eiser], [gedaagde/eiser] Holding, Xwell en [A.] (de vader van [gedaagde/eiser]) de schriftelijke toestemming van [eiser/verweerder1] nodig is, zoals [eiser/verweerder1] heeft gevorderd. Daarbij wordt overwogen dat [eiser/verweerder1] zijn toestemming niet mag onthouden indien dit strijdig is met het belang van MVD Europe of met de tussen de bestuurder geldende eisen van redelijkheid en billijkheid (vgl. artikel 2:8 BW).
5.24.
Om tegemoet te komen aan de belangen van [gedaagde/eiser], zal de voorzieningenrechter bepalen dat voor betalingen door MVD Europe aan [gedaagde/eiser] of gelieerde (rechts)personen, waarmee [eiser/verweerder1] in het verleden al heeft ingestemd, niet nogmaals toestemming van [eiser/verweerder1] is vereist. Dit geldt voor de managementvergoeding/onkostenvergoeding tot een bedrag van € 8.000,- per maand (vgl. de e-mail van 21 december 2018) en voor de huur van het bedrijfspand tot een bedrag van € 8.162,- per kwartaal (inclusief btw, gas/water/licht en servicekosten, zoals afgesproken in de huurovereenkomst), vermeerderd met de overeengekomen indexering.
Mogelijk dient op deze bedragen een correctie plaats te vinden, maar daarover bestaat op dit moment onvoldoende duidelijkheid. Door deze betalingen in ieder geval doorgang te laten vinden wordt voorkomen dat MVD Europe op korte termijn verstoken zal raken van een bedrijfsruimte en een bestuurder ([gedaagde/eiser]), zoals [gedaagde/eiser] heeft aangevoerd.
5.25.
[gedaagde/eiser] heeft betoogd dat MVD Europe omzet zal mislopen als de betalingen aan Xwell niet meer kunnen plaatsvinden. Volgens [gedaagde/eiser] levert Xwell namelijk producten aan MVD Europe tegen kostprijs, die MVD Europe vervolgens met een winstmarge doorverkoopt aan haar klanten. De belangen van MVD Europe worden geschaad indien MVD Europe deze producten niet meer tegen kostprijs van Xwell kan afnemen, aldus [gedaagde/eiser].
Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter bepalen dat voor betalingen aan Xwell geen toestemming van [eiser/verweerder1] noodzakelijk is, indien de betalingen worden verricht voor (aantoonbaar) reeds geleverde producten door Xwell aan MVD Europe tegen kostprijs.
5.26.
Betalingen door MVD Europe aan [A.] (de vader van [gedaagde/eiser]) kunnen niet meer zonder toestemming van [eiser/verweerder1] plaatsvinden. [gedaagde/eiser] heeft ter zitting immers toegelicht dat de in juli 2022 verrichte betalingen aan [A.] verband hielden met het gebruik van de woning van [A.] door MVD Europe in de periode 2018-2021, maar dat daarvan nu geen sprake meer is.
5.27.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding voor het opleggen van een dwangsom, zoals gevorderd. De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
Proceskosten in conventie
5.28.
[gedaagde/eiser] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in conventie. De beslissing over het verstrekken van de inlogcode voor de administratie doet daaraan niet af, omdat [gedaagde/eiser] daartegen voorafgaand aan de zitting inhoudelijk verweer heeft gevoerd. De kosten aan zijde van [eiser/verweerder1] c.s. worden tot op heden begroot op € 1.819,43 (waarvan € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 676,- aan griffierecht en € 1.016,- aan salaris advocaat).
in reconventie
Domeinnaamregistratie (vordering 1)
5.29.
[gedaagde/eiser] vordert dat [eiser/verweerder1] meewerkt aan het overzetten van de domeinnaam en bijbehorende mailserver van MVD Europe naar het [account] van MVD Europe. [eiser/verweerder1] heeft zich hier tegen verweerd met het betoog dat MVD USA de merkrechthebbende is van de naam MVD Mobile VideoDevices.
5.30.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde/eiser] zijn spoedeisend belang bij deze vordering onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Kennelijk is de situatie met betrekking tot de registratie van de domeinnaam ongewijzigd sinds de oprichting van MVD Europe in 2018. [gedaagde/eiser] heeft slechts aangevoerd dat het gegeven dat de domeinnaam via [eiser/verweerder1] (in de Verenigde Staten van Amerika) is geregistreerd leidt tot complicaties met de Europese privacywetgeving. Dit betoog heeft hij echter niet geconcretiseerd, zodat hieraan voorbij wordt gegaan. Vordering 1 in reconventie wordt daarom afgewezen.
Importheffingen van MVD USA (vordering 2)
5.31.
[gedaagde/eiser] vordert dat [eiser/verweerder1] in de Verenigde Staten van Amerika de juiste aangiftes van importheffingen doet en zorgdraagt voor betaling van de achterstallige bedragen aan de Amerikaanse instanties. Hij vreest dat [eiser/verweerder1] MVD Europe gebruikt om door MVD USA verschuldigde importheffingen te ontduiken.
5.32.
Overwogen wordt dat [gedaagde/eiser] er als bestuurder van MVD Europe in beginsel belang bij heeft te voorkomen dat MVD Europe wordt betrokken bij ontduiking van importheffingen. Of daarvan sprake is (geweest) kan echter in het midden blijven. [gedaagde/eiser] heeft en dergelijke vordering namelijk niet ingesteld. Dat [gedaagde/eiser] of MVD Europe ook belang heeft bij de vordering die er toe strekt dat (alsnog) correcte aangifte word gedaan door MVD USA is door [gedaagde/eiser] onvoldoende toegelicht. Dat gaat MVD Europe immers niet aan. Daarbij komt dat MVD USA de partij is die eventuele aangiftes zal moeten doen, terwijl laatstgenoemde vennootschap niet in deze procedure is betrokken. Dit betekent dat vordering 2 in reconventie eveneens zal worden afgewezen.
Schorsing van (de vertegenwoordigingsbevoegdheden van) [eiser/verweerder1] (vordering 3)
5.33.
[gedaagde/eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vordering tot schorsing van (de vertegenwoordigingsbevoegdheden van) [eiser/verweerder1] aangevoerd dat [eiser/verweerder1] niet handelt in het belang van MVD Europe, hetgeen blijkt uit:
de opzet om software voor MVD USA onaangekondigd door Magewell aan MVD Europe te laten sturen, zodat MVD USA importheffingen kon ontduiken;
zijn initiatief met Rocware te onderhandelen namens MVD Europe;
de e-mail van PTZ, waaruit volgt dat [eiser/verweerder1] het conflict met PTZ wil uitvechten in MVD Europe;
het feit dat hij kickbackvoordelen van MVD Europe niet ten goede wil laten komen aan MVD Europe;
het feit dat hij weigert de domeinnaamregistratie over te zetten naar MVD Europe;
het feit dat hij medewerkers van MVD Europe en Magewell informeert over het geschil met [gedaagde/eiser] (verwezen wordt naar het feit dat de e-mail van [eiser/verweerder1] aan [gedaagde/eiser] van 26 oktober 2022 is gestuurd aan het algemene e-mailadres van MVD Europe).
5.34.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze omstandigheden onvoldoende zwaar wegen om [eiser/verweerder1] te schorsen als bestuurder of hem zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid te ontzeggen. Ter toelichting daarop geldt het volgende.
5.35.
Voor zover sprake is van ontduiking van importheffingen, handelt [eiser/verweerder1] kennelijk namens MVD USA. Welke rol [eiser/verweerder1] daarin heeft in zijn hoedanigheid van bestuurder van MVD Europe is niet gebleken. De stelling van [gedaagde/eiser] is immers dat MVD Europe alleen optreedt als ontvangstadres voor de CD’s met software, maar dat daarmee vervolgens verder niets wordt gedaan.
5.36.
Uit de toelichting van partijen ter zitting is duidelijk geworden dat tussen [eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] verschil van mening bestaat over de vraag met welke leverancier MVD Europe zou moeten contracteren (naast Magewell). [gedaagde/eiser] geeft de voorkeur aan PTZ, terwijl [eiser/verweerder1] Rocware prefereert. [gedaagde/eiser] heeft gesteld dat een contract of onderhandelingen met Rocware het belang van MVD Europe zouden schaden, maar heeft dat verder niet onderbouwd. Het enkele feit dat [eiser/verweerder1] een andere visie heeft op de keuze voor een leverancier dan [gedaagde/eiser] is geen grond voor schorsing van [eiser/verweerder1] als bestuurder.
5.37.
Het betoog van [gedaagde/eiser] dat [eiser/verweerder1] een geschil met PTZ in MVD USA wil uitvechten in MVD Europe blijkt niet uit de overgelegde stukken. In de e-mail van PTZ van 20 december 2022, waarop [gedaagde/eiser] kennelijk doelt, volgt dat PTZ het contract met MVD USA niet heeft voortgezet (en dat dit volgens PTZ te wijten is aan de handelswijze van [eiser/verweerder1]), maar daaruit blijkt niet dat ook het belang van MVD Europe in gevaar komt. Integendeel, PTZ benadrukt juist haar wens om de relatie met MVD Europe goed te houden en PTZ onderkent uitdrukkelijk het onderscheid tussen MVD USA en MVD Europe. Dat sprake is van dreigend handelen van [eiser/verweerder1] dat dermate schadelijk is voor MVD Europe dat [eiser/verweerder1] moet worden geschorst als bestuurder, is niet gebleken.
5.38.
Dat de overige geschillen tussen [eiser/verweerder1] en [gedaagde/eiser] (over oude kickbackvergoedingen, de domeinnaamregistratie en de adressering van e-mails van [eiser/verweerder1]) een schorsing van [eiser/verweerder1] als bestuurder kunnen rechtvaardigen is door [gedaagde/eiser] onvoldoende toegelicht, zodat daaraan verder voorbij wordt gegaan.
Proceskosten in reconventie
5.39.
[gedaagde/eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in reconventie, die tot op heden aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. worden begroot op € 508,- aan salaris advocaat.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde/eiser] aan [eiser/verweerder1] te verstrekken, binnen drie dagen na iedere eerste dag van de maand, een pdf-bestand met daarin de bij- en afschrijvingen van de bankrekening(en) van MVD Europe van de alsdan afgelopen maand, als eerste vanaf 10 november 2022 tot aan de datum van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag dat [gedaagde/eiser] niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt;
6.2.
verbiedt [gedaagde/eiser] om zonder schriftelijke toestemming van [eiser/verweerder1] ten laste van MVD Europe gelden te betalen aan;
  • zichzelf of [gedaagde/eiser] Holding B.V., tenzij die betaling een managementvergoeding van maximaal € 8.000,- per maand of de huur van maximaal € 8.162,- per kwartaal (inclusief btw, gas/water/licht en servicekosten en vermeerderd met de overeengekomen indexering) betreft;
  • Xwell, tenzij de betaling aantoonbaar de koopprijs betreft van reeds geleverde goederen door Xwell aan MVD Europe tegen kostprijs;
  • [A.];
op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per overtreding van dit verbod, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;
6.3.
veroordeelt [gedaagde/eiser] in de proceskosten in conventie, tot op heden aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. begroot op € 1.819,43;
6.4.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst af het anders of meer gevorderde;
in reconventie
6.6.
wijst de vorderingen af;
6.7.
veroordeelt [gedaagde/eiser] in de proceskosten in reconventie, tot op heden aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. begroot op € 508,-;
6.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 1 februari 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1538