ECLI:NL:RBNHO:2023:6962

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
335809 / KG ZA 23-20
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van inboedelgoederen in kort geding na ontbinding geregistreerd partnerschap

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, hebben partijen, een man en een vrouw, een kort geding aangespannen na de ontbinding van hun geregistreerd partnerschap. De vrouw vorderde de afgifte van diverse inboedelgoederen, waaronder een kookplaat, een oven, een loungeset, een fiets, kerstballen, klapstoeltjes, een Nintendo Switch met toebehoren en een tv met soundbar. De man weigerde deze goederen af te geven en stelde dat er geen spoedeisend belang was voor de vordering van de vrouw. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw onvoldoende spoedeisend belang had aangetoond, aangezien de man had toegezegd de goederen in de woning te bewaren en het chalet waar de vrouw verbleef volledig was ingericht. De voorzieningenrechter wees de vordering van de vrouw af en merkte op dat partijen mogelijk overeenstemming konden bereiken over een deel van de inboedelgoederen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/335809 / KG ZA 23-20
Vonnis in kort geding van 20 februari 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. F.D. van Damme te Beverwijk,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.M.J. Zillikens te Hoorn Nh.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 23 januari 2023 met 11 producties,
  • de aanvullende productie 12,
  • de eis in reconventie met 2 producties,
  • de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 6 februari 2023,
  • het proces-verbaal van 6 februari 2023 waarin de gedeeltelijke overeenstemming tussen partijen is vastgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De uitgangspunten

2.1.
Bij beschikking van 13 december 2022 heeft deze rechtbank de ontbinding van het geregistreerd partnerschap tussen partijen uitgesproken.
2.2.
Tot de ontbonden gemeenschap van geregistreerd partnerschap behoren onder meer de echtelijke woning aan de [adres 1] te [woonplaats] (hierna: de woning) en de door de vrouw geërfde onverdeelde helft van het chalet aan de [adres 2] (hierna: het chalet).
2.3.
Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt over de taxatie van de woning en het chalet. De door hen gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een proces-verbaal.
2.4.
De vrouw heeft in reconventie afgifte van diverse inboedelgoederen gevorderd.
De man wenst deze niet aan haar af te geven.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw verzoekt de voorzieningenrechter te bepalen dat de man binnen drie dagen na dit vonnis een tiental inboedelgoederen aan haar af dient te geven, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom en onder veroordeling van de man in de kosten van dit geding.
3.2.
De vrouw legt aan haar vordering ten grondslag dat de gemeenschappelijke inboedel in de bodemprocedure niet aan de orde is geweest, maar dat partijen hier in overleg wel over hebben gesproken. De vrouw wenst slechts enkele persoonlijke goederen uit de woning te ontvangen. Het merendeel van de inboedel blijft bij de man, zodat hij is overbedeeld en een vergoeding voor de inboedelgoederen, zoals door de man ter sprake gebracht, niet op zijn plaats is. Het gaat om een kookplaat en een oven, een loungeset, een fiets, kerstballen, klapstoeltjes, een Nintendo Switch met toebehoren en een tv en soundbar.
De kerstballen en de klapstoeltjes zijn erfstukken en deze hebben vooral emotionele waarde.
3.3.
De man voert verweer. Hij stelt dat de vrouw geen verdelingsvordering kan instellen in een kort geding procedure en dat bovendien het spoedeisend belang ontbreekt. De man zal de spullen op eigen kosten bewaren, zodat van een vergoeding door de vrouw geen sprake hoeft te zijn. Daarbij merkt de man op dat hij op grond van de beschikking van 13 december 2022 gerechtigd is tot het gebruik van de in de woning aanwezige inboedel gedurende zes maanden na de inschrijving van die beschikking en dat die termijn nog niet is ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Aangezien partijen ter zitting afspraken hebben gemaakt over de taxatie van de woning en het chalet en zij ten aanzien van die afspraken een vaststellingsovereenkomst hebben getekend, behoeven de vorderingen in conventie geen verdere bespreking meer. Voor zover de man iets meer of anders heeft gevorderd, zal dat worden afgewezen.
4.2.
De vordering in reconventie kan alleen worden toegewezen als de vrouw daarbij een spoedeisend belang heeft. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vrouw het spoedeisend belang bij haar vordering onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.
De enkele omstandigheid dat partijen het onderling niet eens kunnen worden over door de man aan de vrouw af te geven inboedelgoederen en de vraag of en zo ja, welke vergoeding daartegenover zou moeten staan, maakt niet dat de vrouw de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten. De man heeft bovendien onbetwist gesteld dat het chalet waar de vrouw verblijft, volledig is ingericht. Hij heeft daarnaast ter zitting toegezegd de goederen in de woning te zullen bewaren. Gelet op het voorgaande ontbreekt het spoedeisend belang en zal de voorzieningenrechter de vordering van de vrouw afwijzen. Daar komt bij dat de voorzieningenrechter geen verdeling van goederen kan vaststellen.
4.3.
Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat de man ter zitting heeft gezegd dat hij geen moeite heeft met de afgifte van de kerstballen en de klapstoeltjes aan de vrouw. De voorzieningenrechter geeft partijen in overweging om desnoods over een deel van de door de vrouw verzochte inboedelgoederen overeenstemming te bereiken, zodat de vrouw op korte termijn over die zaken kan beschikken.
4.4.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie:
5.1.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.2.
wijst het gevorderde af,
5.3.
compenseert de kosten van dit geding, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 20 februari 2023.
De griffier, De voorzieningenrechter,