ECLI:NL:RBNHO:2023:7188

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
C/15/342039 / JU RK 23-1098
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen vanwege emotionele verwaarlozing en instabiliteit van de ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 juli 2023 een spoedmachtiging verleend tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De kinderen waren eerder onder toezicht gesteld op 23 januari 2023 vanwege emotionele verwaarlozing, spanningen tussen de ouders en de instabiliteit van de moeder. De situatie is verslechterd, aangezien de ouders zich niet houden aan de afspraken met de gecertificeerde instelling (GI), wat leidt tot een onveilige situatie voor de kinderen. De moeder vertoont onvoorspelbaar gedrag door haar verslaving, terwijl de vader de prioriteit niet bij de veiligheid van de kinderen legt. De kinderrechter oordeelt dat het dringend noodzakelijk is om de kinderen met spoed uit huis te plaatsen om hun veiligheid te waarborgen.

De GI heeft verzocht om een spoedmachtiging voor een periode van vier weken, met de mogelijkheid voor een verlenging aansluitend op de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de machtiging verleend en de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden tot een nader te bepalen zitting. De ouders en de GI worden in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven tijdens deze zitting. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de uithuisplaatsing onmiddellijk van kracht is. De kinderrechter heeft de ouders en belanghebbenden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen drie maanden na de uitspraak kan worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Zittingsplaats: Alkmaar
zaakgegevens: C/15/342039 / JU RK 23-1098
datum beschikking: 25 juli 2023

beschikking spoeduithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,

hierna te noemen de GI,
gevestigd te Amsterdam.
betreffende
-
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen [de minderjarige 1] ,
-
[de minderjarige 2] ,geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] , hierna te noemen [de minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen: de moeder,

wonende te [plaats] ,

[de vader] , hierna te noemen: de vader,

wonende te [plaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlage(n) van de GI van 24 juli 2023, ingekomen ter griffie op 25 juli 2023.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van de kinderrechter van 23 januari 2023 zijn [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] onder toezicht gesteld, welke ondertoezichtstelling thans nog voortduurt tot 23 januari 2024.

Het verzoek

De GI heeft een spoedmachtiging verzocht om [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in de in het verzoekschrift genoemde verblijfplaats voor de duur van 4 weken. Daarnaast is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.

De beoordeling

Uit het verzoek blijkt dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] met spoed uit huis worden geplaatst. Het verhoor van de belanghebbenden kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] .
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. De minderjarigen zijn bij beschikking van 23 januari 2023 onder toezicht gesteld, onder meer vanwege emotionele verwaarlozing, spanningen tussen ouders en de instabiliteit van de moeder. Nu is de situatie zo dat hulpverleners van Ambulante Spoed Hulp geen zicht krijgen op de veiligheid van de minderjarigen, omdat de ouders zich niet houden aan de gemaakte afspraken en de voorwaarden die zijn gesteld door de GI. De moeder is door haar verslaving onvoorspelbaar in het contact met de minderjarigen. De vader blijft voor de moeder zorgen en haar een hand boven het hoofd houden. De vader heeft volgens de GI de mogelijkheden om een goede opvoeder te zijn, maar hij legt de prioriteit momenteel niet bij de veiligheid van de minderjarigen. De vader wil volgens de GI niet samen met de minderjarigen naar een veilige plek toe. Dat maakt een spoeduithuisplaatsing naar het oordeel van de kinderrechter op dit moment noodzakelijk.
De GI en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde zitting.
In afwachting van deze zitting zal de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van vier weken worden verleend. Verdere beslissingen op het verzoekschrift zal de kinderrechter pas nemen nadat de zitting heeft plaatsgevonden.

De beslissing

De kinderrechter:
- verleent de machtiging tot uithuisplaatsing van
[de minderjarige 1]en
[de minderjarige 2]gedurende dag en nacht in een pleeggezin, met ingang van 25 juli 2023 voor de duur van vier weken;
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan;
- bepaalt dat de verzoeker en de overige belanghebbenden zullen worden gehoord ter zitting
op een nader te bepalen datum en tijdstip, welke zitting wordt gehouden in het gerechtsgebouw Alkmaar, Kruseman van Eltenweg 2 (1817 BC te Alkmaar).
Deze beslissing is gegeven door mr. W.P. van der Haak, kinderrechter, in tegenwoordigheid van T.H. Twaalfhoven als griffier in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam. 2