Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund N.V., gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats]
1.Het procesverloop
2.De feiten
Tijdens de eindinspectie d.d. 14-08-2020 ten aanzien van herstel van de geconstateerde woonschade is gebleken dat er nog enkele gebreken en / of tekortkomingen niet of niet afdoende zijn hersteld. Wij zullen opdracht verstrekken aan derden om de gebreken en / of de tekortkomingen in orde te laten maken. Nogmaals wijzen wij u er nadrukkelijk op dat wij de kosten voor de werkzaamheden aan u doorbelasten alsmede eventuele huurderving in verband met het niet tijdig kunnen verhuren van het pand, als gevolg van de mutatieschade. (…)Voor de uitvoering van de werkzaamheden heeft vb&t vastgoedmanagement b.v. namens Bouwinvest op 3 januari 2022 opdracht gegeven aan Logchies B.V. te Beverwijk. Dit bedrijf heeft op haar beurt aan [bedrijf] opdracht gegeven tot het leveren en plaatsen van een garagedeur en aan [persoon] tot het verrichten van tuinwerkzaamheden.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
omdat dit posten zijn die niet door [eiser in het verzet] als huurder mogen worden uitgevoerd, zoals het herstellen van de complete elektrische installaties in de woning (…) en de mechanische ventilatie-installatie. Dit zijn werkzaamheden die enkel door een erkende, gespecialiseerde installateur mogen worden uitgevoerd’, aldus Bouwinvest. Dat laatste kan zo zijn, maar door het niet vermelden van deze werkzaamheden in de inspectierapporten hoefde [eiser in het verzet] deze werkzaamheden niet zelf voor de opleverdatum te laten uitvoeren en hoefde zij er geen rekening mee te houden dat de kosten van niet in de inspectierapporten vermelde werkzaamheden bij haar in rekening zouden worden gebracht.
Nogmaals, alle posten, voorkomend op de factuur van Logchies, betreffen wijzigingen/gebreken aan het gehuurde waarvoor [eiser in het verzet] aansprakelijk is’, maar dient zij per betwiste post een onderbouwing daarvan te geven. Door dat niet te doen, wordt de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de onderdelen waarvan [eiser in het verzet] heeft betwist dat die voor haar rekening dienen te komen, als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Overigens staat bij een vergelijking van de posten op de begroting van Logchies en de inhoud van de ingebrekestelling van 21 augustus 2020 vast dat [eiser in het verzet] niet ter zake alle posten in gebreke is gesteld, in tegenstelling tot wat Bouwinvest in haar antwoordakte stelt.
Immers, de BTW heeft Bouwinvest teruggekregen van de Belastingdienst’ op geen enkele wijze heeft onderbouwd, zal hieraan worden voorbijgegaan en wordt Bouwinvest geacht de btw te kunnen doorbelasten aan [eiser in het verzet] omdat zijzelf de btw niet kan verrekenen.