In deze zaak heeft de stichting Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam-Flevoland, handelend onder de naam MBO College Westpoort, een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor de betaling van cursusgeld. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 2 januari 2023. De gedaagde heeft zowel mondeling als schriftelijk geantwoord op de vordering. De kern van de zaak draait om de vraag of de gedaagde verplicht is het cursusgeld te betalen, ondanks zijn bewering dat hij niet meer op school zat en dat hij geen lessen meer volgde. De onderwijsovereenkomst tussen partijen is op 5 september 2018 tot stand gekomen, met een geplande einddatum van 31 juli 2021. De gedaagde heeft in het schooljaar 2020/2021 een wettelijk cursusgeld van €606,00 verschuldigd, maar heeft dit bedrag niet betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op 7 december 2020 een e-mail heeft gestuurd waarin hij aangeeft dat hij niet meer naar school ging, maar de rechter oordeelt dat de gedaagde nog steeds collegegeld verschuldigd was tot zijn inschrijving werd beëindigd. De kantonrechter heeft de vordering van College Westpoort toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van in totaal €630,08, vermeerderd met wettelijke rente.