ECLI:NL:RBNHO:2023:7791

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
10178158 CV EXPL 22-6441
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. tegen gedaagde inzake betalingsachterstand zorgverzekering

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis had gesloten. De gedaagde had vanaf 2017 betalingsachterstanden opgelopen en ondanks herhaalde sommaties en betalingsregelingen, bleef de betaling uit. Zilveren Kruis heeft de vordering uiteindelijk aan Syncasso uit handen gegeven, die ook meerdere sommaties heeft verstuurd. De gedaagde heeft in september 2020 hulp gezocht bij Plangroep voor budgetbeheer, maar Zilveren Kruis trok zich terug uit het schuldhulpverleningstraject vanwege nieuwe betalingsachterstanden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet betwist dat zij nog een bedrag van ruim € 3.000,- verschuldigd is aan Zilveren Kruis. De gedaagde voerde aan dat zij een te laag inkomen heeft en dat zij hulp heeft gezocht om haar schulden op te lossen. De kantonrechter oordeelde echter dat de redenen die de gedaagde aanvoerde voor haar betalingsachterstanden in haar eigen risicosfeer liggen en niet aan Zilveren Kruis kunnen worden tegengeworpen. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen, met inachtneming van de reeds betaalde bedragen en de wettelijke rente.

De gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 3.479,42 aan Zilveren Kruis, te vermeerderen met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de vordering voor het overige is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10178158 CV EXPL 22-6441
Uitspraakdatum: 23 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
rechtsopvolgster van
Agis Zorgverzekeringen N.V.,
statutair gevestigd te Utrecht,
eiseres
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
in persoon verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding van 13 oktober 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Zilveren Kruis heeft hierop schriftelijk gereageerd en haar eis verminderd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft met Zilveren Kruis een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten voor de basisverzekering ziektekosten.
2.2.
[gedaagde] is voor de zorgverzekering maandelijks premie verschuldigd die bij vooruitbetaling moet worden betaald. Daarnaast is [gedaagde] verplicht de zorgkostennota’s te betalen voor kosten die niet onder de dekking van haar verzekering vallen en moet zij een eigen bijdrage betalen.
2.3.
[gedaagde] heeft vanaf 2017 achterstanden laten ontstaan in haar betalingsverplichting aan Zilveren Kruis. Omdat ondanks herhaalde sommaties geen betaling verkregen kon worden heeft Zilveren Kruis haar vordering aan Syncasso uit handen gegeven, die meerdere sommaties aan [gedaagde] heeft gestuurd. Ook zijn betalingsregelingen afgesproken die door [gedaagde] niet naar behoren werden nagekomen.
2.4.
[gedaagde] heeft zich in september 2020 aangemeld bij Plangroep voor budgetbeheer. Plangroep heeft gewerkt aan het bereiken van een akkoord met alle schuldeisers van [gedaagde] . Zilveren Kruis heeft in maart 2021 laten weten onder voorwaarden mee te werken aan het schuldhulpverleningstraject. Een van de voorwaarden was dat nieuwe nota’s en premies tijdig zouden worden betaald. Nadat weer nieuwe betalingsachterstanden waren ontstaan heeft Zilveren Kruis zich teruggetrokken uit het schuldhulpverleningstraject.
2.5.
In augustus 2022 is een nieuwe dossierbehandelaar van Plangroep zich met het dossier van [gedaagde] gaan bezighouden. Zij heeft Zilveren Kruis schriftelijk benaderd en haar verzocht het voorstel voor een akkoord te heroverwegen. Zilveren Kruis heeft in een brief van 15 augustus 2022 verklaard dat zij bereid is het voorstel van Plangroep opnieuw in behandeling te nemen als alle nieuwe achterstanden van € 691,95 aan zorgkostennota’s over de periode van juni 2021 tot en met augustus 2022 en € 385,38 aan premies over de periode mei 2021 tot en met juni 2021 zouden worden voldaan of daarvoor een regeling werd getroffen.
2.6.
Zilveren Kruis heeft op 2 september 2022 aan [gedaagde] een ‘herinnering/14 dagenbrief’ gestuurd voor een totale vordering van (€3.309,68 min € 16,01 =) € 3.293,68. Tevens heeft zij aangekondigd dat bij niet (tijdige) betaling € 549,79 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw verschuldigd zouden worden en dat vanaf dat moment ook rente over de vordering zal worden berekend. [gedaagde] heeft aan de sommatie niet voldaan.
2.7.
Na betekening van de dagvaarding is op 7 november 2022 met [gedaagde] een betalingsregeling overeengekomen en zijn er nog diverse betalingen van [gedaagde] ontvangen.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Zilveren Kruis vordert – na eisvermindering - dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 3.735,49, inclusief een bedrag van € 549,79 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] toerekenbaar tekort schiet in het nakomen van haar betalingsverplichting uit de zorgverzekeringsovereenkomst. Zij verklaart dat de betalingsregelingen die zijn getroffen met [gedaagde] niet (volledig) zijn nagekomen.
3.3.
Bij repliek heeft Zilveren Kruis haar eis verminderd met een bedrag van € 293,72 in verband met na de dagvaarding van [gedaagde] ontvangen betalingen. Daarbij heeft zij verklaard dat in de maanden december 2022 en januari 2023 in het kader van de betalingsregeling van [gedaagde] wel bedragen van € 100,00 zijn ontvangen, maar dat van deze bedragen met instemming van [gedaagde] bedragen van respectievelijk € 2,66 en € 3,62 in mindering zijn gebracht op nieuwe openstaande vorderingen die door Zilveren Kruis aan haar gemachtigde uit handen gegeven zijn, maar die niet meer in de dagvaarding konden worden meegenomen.
3.4.
[gedaagde] betwist de vordering gedeeltelijk. Zij erkent – samengevat – dat er bedragen openstaan bij Zilveren Kruis maar voert aan dat zij een te laag inkomen en teveel schulden heeft om die te kunnen betalen. Zij verklaart dat zij daarom hulp gezocht heeft om haar schulden op te lossen en in september 2020 bij Plangroep terecht gekomen is, die geprobeerd heeft om een akkoord te bereiken met alle schuldeisers, maar dat Zilveren Kruis niet akkoord wilde gaan omdat er een nieuwe schuld was ontstaan.
3.5.
Zij verklaart dat de nieuwe schuld bij Zilveren Kruis was ontstaan, omdat zij probeerde haar eigen risico te splitsen, maar dat dit werd geweigerd, terwijl zij het bedrag niet in één keer kon betalen. Ook wijst zij er op dat zij onder budgetbeheer valt bij Plangroep die een brief van de sociale dienst over het hoofd heeft gezien, waarin was vermeld dat haar ziektekostenpremie niet langer van haar uitkering werd ingehouden en werd doorbetaald aan CAK, als gevolg waarvan opnieuw premieachterstand ontstond.
3.6.
[gedaagde] verklaart verder dat Zilveren Kruis ten onrechte stelt dat zij december 2022 niet heeft betaald en wijst er, onder overlegging van een betaalspecificatie van de gemeente Haarlemmermeer, op dat het verschuldigde bedrag al van haar uitkering was ingehouden en aan CAK was betaald, die het vervolgens aan Zilveren Kruis heeft overgemaakt. Tot slot voert zij verweer tegen de hoogte van het door de gemachtigde van Zilveren Kruis in de dagvaarding genoemde bedrag van € 4.407,95 waarmee zij de zitting had kunnen voorkomen. Zij verklaart dat volgens haar een bedrag van € 3.083,21 openstaat zodat dit zou betekenen dat circa € 1.400,- aan kosten verschuldigd zouden zijn en dat dit haar wat veel lijkt.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft niet betwist dat zij nog een bedrag van ruim € 3.000,- verschuldigd is aan Zilveren Kruis. Zij voert verschillende redenen aan waarom zij niet stipt en volledig aan haar betalingsverplichting heeft voldaan, maar dit zijn allemaal redenen die in de risicosfeer van [gedaagde] liggen en die zij niet aan Zilveren Kruis kan tegenwerpen.
4.2.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat Zilveren Kruis ten onrechte stelt dat zij de premie over de maand december 2022 niet heeft betaald, maar de door [gedaagde] overgelegde betalingsspecificatie van de gemeente Haarlemmermeer ziet op de maand oktober 2022, niet op december 2022. [gedaagde] heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat zij de premie voor december 2022 al heeft voldaan.
4.3.
Verder heeft [gedaagde] nog verweer gevoerd tegen de hoogte van de kosten, maar ook dit verweer gaat niet op. Zilveren Kruis heeft kosten moeten maken voor de dagvaarding en voor het inschakelen van haar gemachtigde. Bij de berekening van de buitengerechtelijke kosten (inclusief btw) is Zilveren Kruis uitgegaan van het restantbedrag van de hoofdsom zoals deze bekend was op de datum van dagvaarding, 13 oktober 2022. [gedaagde] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het niet redelijk was dat Zilveren Kruis haar vordering ter incasso uit handen heeft gegeven, noch dat de kosten onredelijk zijn.
De kosten zijn berekend conform hetgeen waarop Zilveren Kruis recht heeft volgens de Wet normering buitengerechtelijke kosten en het daarbij behorende besluit. Deze kosten zullen worden toegewezen. Wel zullen op grond van artikel 6:44 BW de na de betekening van de dagvaarding tussentijds ontvangen bedragen van in totaal
€ 293,72 in mindering worden gebracht op de buitengerechtelijke kosten. Dit leidt tot de hierna onder ‘de beslissing’ te vermelden veroordeling.
4.4.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Zilveren Kruis zal toewijzen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zilveren Kruis van € 3.479,42, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.293,67 vanaf 13 oktober 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zilveren Kruis van € 256,07 (inclusief btw) voor het restant van de buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 129,74
griffierecht € 487,00
salaris gemachtigde € 464,00 ;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door W. Aardenburg, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter