ECLI:NL:RBNHO:2023:7907

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
10457181 \ CV EXPL 23-1777
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in civiele zaak met incidentele conclusie tot onbevoegdheid

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft eiser op 6 april 2023 een vordering ingesteld tegen gedaagden, [Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De gedaagden hebben een incidentele conclusie tot onbevoegdheid ingediend, waarbij zij betogen dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen, omdat het geschil de competentiegrens van € 25.000,00 overschrijdt, zoals vastgelegd in artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Echter, zij geven aan dat zij akkoord gaan met de bevoegdheid van de kantonrechter op basis van artikel 96 Rv, mits het recht op hoger beroep voorbehouden blijft.

Eiser heeft in zijn antwoord op het incident aangegeven dat hij zich kan vinden in een bevoegdverklaring van de kantonrechter, onder de voorwaarde dat partijen overeenkomen dat hoger beroep open zal staan tegen het vonnis in de hoofdzaak. De kantonrechter heeft de standpunten van partijen in overweging genomen en geconcludeerd dat zij zich gezamenlijk tot de kantonrechter wenden op basis van artikel 96 Rv, met behoud van het recht op hoger beroep. Hierop heeft de kantonrechter zich bevoegd verklaard.

De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden. De kantonrechter heeft op 12 juli 2023 het vonnis gewezen, dat in het openbaar is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10457181 \ CV EXPL 23-1777 WT
Uitspraakdatum: 12 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser, verweerder in het incident
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. M. de Kock-Habernickel, advocaat
tegen
1.- [Gedaagde sub 1]
wonende te [woonplaats]
gedaagde, eiser in het incident
verder te noemen: [Gedaagde sub 1]
gemachtigde: mr. W.L.J. van Winden, advocaat
2.- [gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
gedaagde, eiseres in het incident
verder te noemen: [gedaagde sub 2]
gemachtigde: mr. W.L.J. van Winden

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 6 april 2023 een vordering tegen [Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ingesteld. [Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben een incidentele conclusie tot onbevoegdheid genomen. [eiser] heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.De beoordeling van de bevoegdheid van de kantonrechter

2.5.
[Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] stellen dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen omdat het geschil de competentiegrens van € 25.000,00 (artikel 93 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering) overschrijdt. Zij gaan ermee akkoord als het geschil op basis van artikel 96 Rv onder de bevoegdheid van de kantonrechter wordt gebracht, waarbij zij zich het recht op hoger beroep voorbehouden.
2.6.
[eiser] voert bij antwoord incident onder aanvulling van zijn eis in de hoofdzaak aan dat hij zich kan vinden in een bevoegdverklaring van de kantonrechter op grond van artikel 96 Rv eveneens onder de voorwaarde dat partijen overeenkomen dat hoger beroep open zal staan tegen het in deze zaak te wijzen vonnis in de hoofdzaak.
2.7.
De kantonrechter begrijpt uit de standpunten van partijen dat zij zich samen op basis van artikel 96 Rv tot de kantonrechter wenden en zijn beslissing inroepen, dit onder voorbehoud van het recht op hoger beroep. De kantonrechter acht zich dan ook bevoegd.
2.8.
De zaak wordt verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1
verwijst de zaak naar de civiele rolzitting van woensdag 9 augustus 2023 voor conclusie van antwoord;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter