Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eisers]
1.[gedaagden]
1.De procedure
- de dagvaarding met 9 producties;
- de mondelinge behandeling 20 juli 2023.
2.De uitgangspunten
3.Het geschil
4.De beoordeling
697,00
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren, heeft eiser een kort geding aangespannen om de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van de rechtbank Noord-Holland te schorsen. Dit vonnis, gewezen op 5 juli 2023, verplichtte eiser om een schutting te verwijderen die gedeeltelijk op het erf van gedaagde staat. Eiser heeft in hoger beroep aangekondigd te willen gaan en verzocht om schorsing van de executie van het vonnis, omdat hij meent dat hij kan bewijzen dat gedaagde toestemming heeft gegeven voor de plaatsing van de schutting. Gedaagde heeft echter verweer gevoerd en stelt dat hij waterschade ondervindt door de schutting.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. Eiser heeft aangevoerd dat het verwijderen van de schutting een onomkeerbaar proces met zich meebrengt en dat de termijn van veertien dagen voor het verwijderen van de schutting niet haalbaar is. Gedaagde heeft zijn belang bij de verwijdering van de schutting onderbouwd met foto’s van waterschade, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat deze schade niet voldoende is aangetoond als gevolg van de schutting.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de belangen van eiser zwaarder wegen dan die van gedaagde. De vordering van eiser tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis is toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot het betalen van een dwangsom voor iedere dag dat hij niet aan de veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,-. Tevens is gedaagde in de proceskosten veroordeeld.