ECLI:NL:RBNHO:2023:7993

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
10210235 \ CV EXPL 22-6858
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na ondeugdelijke auto-reparatie

In deze zaak heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde wegens schade die zij zou hebben geleden door ondeugdelijke reparaties aan haar auto, een Opel Zafira. Eiseres heeft de auto op 22 maart 2022 ter reparatie aangeboden aan gedaagde vanwege een lekkage aan de koppakking. Na betaling van € 1.100,00 voor de werkzaamheden, heeft eiseres de auto op 13 april 2022 teruggekregen. Kort daarna heeft zij echter gebreken aan de auto geconstateerd en gedaagde verzocht om herstel. Eiseres stelt dat gedaagde fouten heeft gemaakt bij de reparatie, waardoor de motor defect is geraakt en zij schade heeft geleden. De vordering van eiseres bedraagt in totaal € 7.139,63, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en immateriële schade.

Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat eiseres haar claims niet heeft onderbouwd. Hij stelt dat de werkzaamheden vakkundig zijn uitgevoerd en dat de gebreken aan de auto niet het gevolg zijn van zijn reparaties, maar van een nieuw gebrek dat niet voorzien kon worden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar vordering te onderbouwen. De rechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat gedaagde tekort is geschoten in zijn werkzaamheden en dat de gestelde schade niet is aangetoond. Daarom heeft de kantonrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10210235 \ CV EXPL 22-6858
Uitspraakdatum: 19 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats 1]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: M. Hennen (Juristu Incassodiensten B.V.)
rolgemachtigde: P. de Ruijter (De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso)
tegen
[gedaagde],handelend onder de naam
[bedrijf 1]
wonende te [plaats 2] en zaakdoende te [plaats 3]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A. Harmanci

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 8 november 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 27 juni 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigde van [gedaagde] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde] nog een akte overlegging producties met producties 3 en 4 toegezonden. Die akte is ter zitting van 27 juni 2023 genomen.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is eigenaar van een Opel Zafira met kenteken [kenteken] (bouwjaar 2009) (hierna: de auto).
2.2.
Op 22 maart 2022 heeft [eiseres] de auto ter reparatie aangeboden aan [gedaagde] in verband met een lekkage aan de koppakking.
2.3.
[gedaagde] heeft reparatiewerkzaamheden aan de auto in overleg met [eiseres] uitbesteed aan [bedrijf 2]. [eiseres] heeft voor de werkzaamheden € 1.100,00 betaald aan [gedaagde].
2.4.
Op 13 april 2022 heeft [eiseres] weer de beschikking gekregen over de auto.
2.5.
Op 14 april 2022 heeft [eiseres] per WhatsApp aan [gedaagde] geschreven:
hij zei dat de nokken assen niet zijn schoongemaakt | vloeibare pakking is niet goed
2.6.
Op 15 april 2022 heeft [eiseres] per WhatsApp aan [gedaagde] geschreven:
anwb kan hem niet brengen die ging hem proberen te maken zodat ik naar huis kon | alles moet weer uit elkaar er moeten weer nieuwe bouten in nieuwe koppaking. koppen moeten weer goed gevlakt worden. alle koelkanalen moeten weer schoon. kleppen deksel en nokken as cilinderkop alles moet ontvet worden anders gebeurd deze dingen weer als je dat niet goed schoonmaakt. Dus nu moet alles weer overnieuw gemaakt worden en je moet geen vloeibare pakking pakking gebruiken maar orginele pakking gebruiken. anders gaat mijn motor kapot gaan.
2.7.
[gedaagde] antwoordt daarop dezelfde dag:
Aub auto moet naar garage en ik wil zelf controleren.
2.8.
Op 21 april 2022 is de auto opnieuw bij [bedrijf 2] gebracht.
2.9.
Op 23 mei 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres] [gedaagde] aangeschreven om de auto binnen een week te herstellen en terug te geven aan [eiseres].

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 7.139,63. De vordering bestaat uit een hoofdsom van € 6.442,50 en een bedrag van € 697,13 aan buitengerechtelijke incassokosten. Verder vordert [eiseres] betaling van wettelijke rente en proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] fouten heeft gemaakt bij het repareren van de auto en daarom de overeenkomst gebrekkig is nagekomen door onzorgvuldig handelen. Hij heeft diverse onderdelen (zoals de cilinderkop, de distributieriem, het reservoir, de bouten, de slangen en de waterpomp) niet nagekeken of vervangen, terwijl dat bij het vernieuwen van de koppakking wel had gemoeten. Verder is het vervangen van het uitlaatspruitstuk en een gebroken veer niet goed gegaan. Ook had [gedaagde] geen gebruik mogen maken van vloeibare pakking die bovendien is gaan lekken op andere onderdelen van de auto. Als gevolg van de fouten van [gedaagde] is volgens [eiseres] het thermostaathuis kapot gegaan en is de motor defect geraakt.
3.3.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] ondanks verzoeken niet tot herstel is overgegaan. [gedaagde] is daarmee toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst, aldus [eiseres]. Ze wil daarom dat [gedaagde] de schade die zij daardoor heeft geleden zal vergoeden. Die schade bestaat volgens [eiseres] (onder meer) uit € 400,00 voor het laten vervangen van de thermostaat, € 200,00 voor het laten ophalen van de niet herstelde auto en € 1.500,00 aan immateriële schade omdat zij en haar gezin tweeëneenhalve maand geen gebruik van de auto hebben kunnen maken. De kantonrechter begrijpt dat [eiseres] daarnaast ook het voor de reparatie betaalde bedrag van € 1.100,00 terug wil hebben.
3.4.
Daarnaast stelt [eiseres] dat [gedaagde] de goedwerkende accu heeft vervangen door een kapot exemplaar, dat er goederen uit de auto zijn weggenomen en dat de centrale deurvergrendeling het niet deed. Ook daarvoor vordert [eiseres] een vergoeding.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. In de eerste plaats voert hij aan dat [eiseres] haar vordering op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Verder voert hij aan dat hij de werkzaamheden vakkundig heeft uitgevoerd. Volgens [gedaagde] bleek tijdens een inspectie dat sprake was van een nieuw gebrek dat losstond van de eerder uitgevoerde reparatie aan de koppakking. [gedaagde] heeft dit nieuwe gebrek niet hersteld omdat [eiseres] weigerde om voor die reparatie te betalen. [gedaagde] doet een beroep op eigen schuld van [eiseres], omdat zij kennelijk ondanks waarschuwingen van [gedaagde] in de auto is blijven rijden.
4.2.
[gedaagde] betwist verder het bestaan en de omvang van de door [eiseres] opgevoerde schade. Ook betwist hij dat sprake is van causaal verband tussen de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden en de schade van [eiseres].

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen sprake is van een overeenkomst van aanneming van werk in de zin van artikel 7:750 Burgerlijk Wetboek (BW). In dat kader mag van [gedaagde] worden verwacht dat hij in de uitvoering van zijn taak deugdelijk werk levert.
5.2.
Partijen twisten over de vraag of [gedaagde] dat heeft gedaan. Aangezien op [eiseres], die zich immers beroept op de rechtsgevolgen van ondeugdelijke nakoming door [gedaagde], de stelplicht rust is het aan haar om voldoende te onderbouwen dat het werk van [gedaagde] niet deugdelijk was en dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden.
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is [eiseres] daarin niet geslaagd. Op basis van de stukken in het dossier kan niet worden vastgesteld dat [gedaagde] bij de reparatie van de auto te kort is geschoten. Vast staat slechts dat [eiseres] kort na 13 april 2022 (toen zij weer de beschikking over de auto had) heeft geklaagd over gebreken aan de auto, waarna [gedaagde] de auto opnieuw heeft nagekeken. [gedaagde] voert aan dat hij vervolgens enkele herstelwerkzaamheden heeft verricht maar dat bij inspectie bleek dat het probleem afkomstig was uit het motoronderblok. Volgens [gedaagde] ging het hierbij om een nieuw gebrek dat los stond van de lekkage aan de koppakking. Volgens [gedaagde] was dit gebrek ten tijde van de eerste reparatie nog niet te voorzien.
5.4.
Gelet op deze betwisting van [gedaagde] had het op de weg van [eiseres] gelegen om nader te onderbouwen dat de gestelde schade wel het gevolg is van een slecht uitgevoerde reparatie door [gedaagde], bijvoorbeeld door middel van een verklaring of rapport van JVC Multiservice. [eiseres] heeft bij de dagvaarding echter slechts drie foto’s van een automotor gevoegd. Onduidelijk is wanneer deze foto’s zijn gemaakt. Ook ontbreekt een toelichting. Op de foto’s zijn slechts pijlen getekend die wijzen naar (onderdelen van) de koppakking. Uit deze foto’s kan niet worden afgeleid of en zo ja, in welke zin [gedaagde] te kort is geschoten. Uit de overgelegde WhatsAppberichten volgt dit evenmin.
5.5.
Dit betekent dat de vordering van [eiseres] in zoverre als onvoldoende onderbouwd zal worden afgewezen. Daarbij merkt de kantonrechter op dat ook als wel zou komen vast te staan dat [gedaagde] steken heeft laten vallen bij de reparatie, dit nog niet leidt tot toewijzing van de vordering. Een onderbouwing van de gestelde schade ontbreekt immers ook.
5.6.
Omdat [eiseres] haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd is voor bewijslevering geen plaats.
5.7.
Dat [gedaagde] een goede accu door een kapot exemplaar heeft vervangen, goederen uit de auto heeft weggenomen en/of de centrale deurvergrendeling kapot heeft gemaakt is evenmin aannemelijk geworden. Ook deze onderdelen van de vordering worden afgewezen. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten treft daarmee hetzelfde lot.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres], omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [eiseres] ook veroordeeld tot betaling van € 132,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [gedaagde] worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten en nakosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 660,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde] en € 132,00 aan nakosten voor zover door [gedaagde] daadwerkelijk nakosten worden gemaakt;
6.3.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Wamsteker en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter