ECLI:NL:RBNHO:2023:8038

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
C/15/338094 / KG ZA 23-157
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor aanvragen ID-kaarten en reizen met minderjarigen in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 12 april 2023, is een kort geding aanhangig gemaakt door de vader van drie minderjarigen. De vader verzoekt om vervangende toestemming voor het aanvragen van paspoorten en voor een reis met de kinderen naar Spanje in de tweede week van de meivakantie 2023. De moeder, die gezamenlijk gezag uitoefent, heeft eerder toestemming gegeven voor een reis naar Tunesië, maar heeft nu bezwaren geuit tegen de reis naar Spanje, vooral vanwege de gezondheid van de oudste minderjarige, die recentelijk is gediagnosticeerd met diabetes. De voorzieningenrechter overweegt dat de ouders gezamenlijk toestemming moeten geven voor reizen met de minderjarigen. De rechter wijst de vordering van de vader gedeeltelijk toe, waarbij toestemming wordt verleend voor het aanvragen van ID-kaarten voor de minderjarigen en voor de reis naar Spanje, maar niet voor het aanvragen van paspoorten. De rechter stelt voorwaarden aan de reis, waaronder dat de vader de moeder op de hoogte houdt van de vluchtinformatie en de bereikbaarheid van de kinderen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/338094 / KG ZA 23-157
proces-verbaal zitting in kort geding van 12 april 2023, houdende mondeling vonnis
in de zaak van
[de vader],
wonende te [plaats]
,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. P.J. van de Pol te Haarlem,
tegen
[de moeder],
wonende te [plaats]
,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. A. Krim te Haarlem.
Partijen zullen hierna de vader en de moeder genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. W.P. van der Haak, voorzieningenrechter, en I.B. Dinkelaar
,griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
  • mr. Van de Pol,
  • de moeder,
  • mr. Krim.
Partijen blijven bij de eerder door hen ingenomen standpunten. De rechter wijst het volgende vonnis.

1.De feiten

1.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad die in oktober 2019 is geëindigd.
1.2.
Uit deze relatie zijn geboren de minderjarigen [de minderjarigen] :
- [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
- [de minderjarige 3] , op [geboortedatum] in [plaats] .
De ouders hebben gezamenlijk het gezag over de minderjarigen. [de minderjarige 2] verblijft bij de vader. [de minderjarige 1] en [de minderjarige 3] verblijven bij de vader.
1.3.
Bij beschikking van 4 februari 2021 is [de minderjarige 2] onder toezicht gesteld, laatstelijk verlengd tot 4 augustus 2023.

2.De beoordeling in conventie en in reconventie

2.1.
De vader vordert in conventie - kort samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. vervangende toestemming verleent voor het aanvragen van paspoorten voor [de minderjarige 3] , [de minderjarige 2] en [de minderjarige 1] ;
II. vervangende toestemming verleent voor een reis van de minderjarigen met hun vader naar Tunesië en verblijf aldaar in de tweede week van de meivakantie 2023, dan wel
vervangende toestemming verleent voor een reis naar Spanje of een ander ZuidEuropees land en verblijf aldaar in de tweede week van de meivakantie 2023;
III. de moeder veroordeelt in de proceskosten.
2.2.
De vader legt het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag. De moeder is ermee bekend dat de vader met de kinderen naar zijn familie in Tunesië wil omdat opa (vz) twee jaar geleden is overleden. In januari 2023 heeft zij hiervoor toestemming gegeven. Voor de kinderen is van belang dat zij met vakantie gaan naar hun familie in Tunesië. De vader is gebonden aan schoolvakanties. Hij is voornemens om de tweede week van de meivakantie naar Tunesië te vertrekken. Gelet op de prijzen van de tickets ziet de vader zich genoodzaakt om, voor het geval de tickets naar Tunesië te duur zijn, vervangende toestemming te vragen voor een reis naar Spanje of een ander Zuid-Europees land, aldus de vader.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.4.
De moeder vordert in reconventie dat indien de voorzieningenrechter in conventie vervangende toestemming aan de vader verleent, dit te verlenen onder volgende voorwaarden:
  • de vader laat de moeder weten welke vlucht hij neemt;
  • de vader laat de moeder weten naar welk vliegveld hij zal vliegen en of er een binnenlandse vlucht geboekt zal worden;
  • de vader laat de moeder weten op welke locatie(s) hij zal overnachten;
  • de vader laat de kinderen twee keer met de moeder bellen;
  • de kinderen zijn bereikbaar en de vader brengt de moeder direct op de hoogte als hun veiligheid, gezondheid of welzijn in het geding is.
2.5.
De moeder legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. De afgelopen jaren is de vader vier keer zonder toestemming van de moeder met de kinderen naar het buitenland gegaan. De laatste keer, in maart 2023, is de vader met de kinderen naar Duitsland gegaan. [de minderjarige 1] is toen de nacht van donderdag op vrijdag met spoed opgenomen op de intensive care van een ziekenhuis, vanwege acute diabetes. De vader heeft de moeder dat toen pas op zondag laten weten. De moeder heeft bij de politie aangifte van onttrekking aan het ouderlijk gezag gedaan. In strijd met het advies van het ziekenhuis in Duitsland heeft de vader [de minderjarige 1] met de auto naar Nederland vervoerd. In de optiek van de moeder heeft de vader zijn verantwoordelijkheid niet genomen. De vader heeft geen oog voor de positie van de moeder als mede gezaghebbende ouder en lijkt compleet zijn eigen koers te varen, ondanks dat hij expliciet toestemming moet hebben van de andere ouder. [de minderjarige 3] heeft te kennen gegeven dat zij het belangrijk vindt om naar Tunesië te gaan. De moeder wil haar die mogelijkheid niet ontzeggen, maar zij is bang dat de vader niet zal terugkeren wanneer hij met de drie kinderen naar Tunesië vertrekt. Daarom heeft zij als voorwaarde gesteld dat [de minderjarige 1] in Nederland zal blijven. [de minderjarige 1] is ernstig ziek. Het is niet in haar belang om mee te gaan op een dergelijke zware reis. De temperaturen in Tunesië zijn hoog. Veel factoren zijn van invloed op de diabetes van [de minderjarige 1] , zoals de temperatuur, een ander slaapritme, bewegen of reizen.
Ter zitting heeft de moeder verklaard dat zij er niet op vertrouwt dat de vader terugkomt. Zij betwijfelt daarom of het in het belang van de kinderen is om met de vader mee te gaan op vakantie. Daarbij geldt er in Tunesië een reisadvies met code geel en in sommige gebieden code rood. Wanneer de voorzieningenrechter vervangende toestemming verleent, wil de moeder weten welke vlucht de vader neemt, naar welk vliegveld hij zal vliegen en op welke locatie hij zal verblijven. Ook wil zij twee keer met de kinderen kunnen bellen om te horen of het allemaal wel goed gaat, aldus de moeder.
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De vordering in conventie
2.7.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het gezag over de minderjarigen door partijen gezamenlijk wordt uitgeoefend. Dit betekent dat partijen over en weer toestemming van de andere ouder nodig hebben om met de minderjarigen naar het buitenland te reizen. De ouders hebben elkaar de benodigde toestemming hiervoor niet gegeven.
2.8.
Artikel 34 lid 2 juncto artikel 38 lid 2 Paspoortwet voorziet in de mogelijkheid, indien een van de personen die het gezag over een kind uitoefent weigert een verklaring van toestemming voor het aanvragen van een paspoort af te geven, deze verklaring te vervangen door een verklaring van de rechter, die een zodanige beslissing geeft als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Daarbij kan als voorwaarde worden gesteld dat de geldigheidsduur of de territoriale geldigheid van het aangevraagde reisdocument wordt beperkt.
2.9.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Volgens de huidige zorgregeling verblijven de minderjarigen de tweede week van de meivakantie bij de vader. Ter zitting is gebleken dat de vader inmiddels van plan is om dan met de kinderen naar Spanje te gaan. Desgevraagd heeft de moeder ter zitting erkend dat de minderjarigen behoefte hebben aan een vakantie met de vader naar het buitenland en dat zij daartoe in staat moeten worden gesteld. De moeder maakt zich daarbij wel zorgen over de vraag waar de vader met de minderjarigen verblijft, of de minderjarigen voor haar bereikbaar zullen zijn en of de vader goed voor ze zorgt. Dat geldt met name voor [de minderjarige 1] . Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is gelet op de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting aannemelijk geworden dat een vakantie naar Spanje voor [de minderjarige 1] te vroeg komt. Daarvoor is het volgende redengevend. [de minderjarige 1] is tijdens een vakantie met de vader naar Duitsland op 2 maart 2023 onwel geworden, waarna gebleken is dat zij diabetes heeft. Zij is in Duitsland opgenomen geweest in een ziekenhuis en heeft daarbij ook in coma gelegen. Enkele dagen daarna is zij door de vader naar Nederland vervoerd. De voorzieningenrechter overweegt dat het ervoor moet worden gehouden dat, gelet op het feit dat [de minderjarige 1] pas zeer recent gediagnosticeerd is met diabetes en de situatie nog niet stabiel is, een reis met de vader naar Spanje voor haar als te intensief en daarmee niet in haar belang wordt geacht. Voor de beslissing is verder redengevend dat gelet op het belaste verleden tussen de ouders, dat zwaar weegt, in samenhang bezien met hun moeizame onderlinge verstandhouding, er des te meer reden is om [de minderjarige 1] niet te lang en/of te ver te laten reizen. Van belang wordt geacht dat beide ouders voor haar beschikbaar blijven.
2.10.
Ter zitting heeft de advocaat van de vader namens hem naar voren gebracht dat de eerder voorgestelde reis naar Tunesië een gepasseerd station is. De vader wil nu met de kinderen naar Spanje. De voorzieningenrechter overweegt dat een reis naar Spanje voor [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] geen beletsel vormt. De vervangende toestemming zal dan ook in zoverre worden verleend. De voorzieningenrechter overweegt dat onder deze omstandigheden niet aannemelijk is geworden dat er een noodzaak is voor het aanvragen van paspoorten voor de minderjarigen. In de omstandigheid dat de minderjarigen in Europa met een IDkaart kunnen reizen, ziet de voorzieningenrechter dan ook aanleiding om - bij toewijzing van de vordering tot vervangende toestemming voor een reis naar Spanje - het mindere toe te wijzen, te weten vervangende toestemming om een ID-kaart voor de minderjarigen aan te vragen.
2.11.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van de hoofdregel bij familiezaken om de proceskosten te compenseren. Dat geldt temeer nu evident is dat het deze ouders niet lukt om in onderling overleg tot constructieve afspraken te komen. Een proceskostenveroordeling zoals gevorderd door de vader, is daarom niet aan de orde.
de vordering in reconventie
2.12.
De vader heeft zich niet heeft verweerd tegen de vordering in reconventie. Deze vordering ligt daarom voor toewijzing gereed.
2.13.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat de moeder desgevraagd geen bezwaar heeft geuit tegen een vakantie van de vader met de drie minderjarigen naar een bestemming op een kortere afstand van Nederland, zoals België, Duitsland of NoordFrankrijk, mits hij dan niet verder reist dan vier uur rijden. De voorzieningenrechter geeft de vader in overweging om een vakantie met de drie kinderen vorm te geven zoals hiervoor beschreven, zodat hij vakantie kan vieren met de drie kinderen gezamenlijk. Nu de moeder hiermee ter zitting heeft ingestemd, wordt aangenomen dat zij hiervoor de benodigde toestemming aan de vader verleent.
2.14.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
3.1.
verleent aan de vader, ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de moeder, toestemming om een identiteitskaart (ID-kaart) aan te vragen voor de minderjarigen [de minderjarigen] :
- [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
- [de minderjarige 3] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
3.2.
verleent aan de vader, ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de moeder, toestemming om in tweede week van de meivakantie (30 april tot en met 7 mei 2023) naar Spanje te reizen met de minderjarigen [de minderjarigen] :
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
- [de minderjarige 3] , op [geboortedatum] in [plaats] ;
in reconventie
3.3.
bepaalt dat de hiervoor onder 3.2. vermelde vervangende toestemming wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
  • de vader laat aan de moeder weten welke vlucht hij naar Spanje neemt;
  • de vader laat aan de moeder weten naar welk vliegveld hij zal vliegen en of er een binnenlandse vlucht geboekt zal worden;
  • de vader laat aan de moeder weten op welke locatie(s) hij zal overnachten;
  • de vader laat de minderjarigen twee keer met de moeder bellen;
  • de minderjarigen zijn voor de moeder bereikbaar en de vader brengt de moeder direct op de hoogte als hun veiligheid, gezondheid of welzijn in het geding is;
in conventie en in reconventie
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
De voorzieningenrechter sluit de zitting.
Waarvan proces-verbaal,