In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door Yource B.V., een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor een vertraging van meer dan drie uur van vlucht EZY7948 van Wenen naar Amsterdam op 29 april 2019. De passagiers vorderden een schadevergoeding op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij langdurige vertraging van vluchten. De vervoerder, Easyjet, was niet verschenen bij de eerdere rechtszaak, wat leidde tot een verstekvonnis op 2 december 2020 waarin de vervoerder werd veroordeeld tot betaling van compensatie aan de passagiers.
Easyjet kwam in verzet tegen dit verstekvonnis en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk gewijzigde slottijden van eerdere vluchten die het toestel vertraagden. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet voldoende had aangetoond dat alle redelijke maatregelen waren getroffen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter concludeerde dat de passagiers recht hadden op compensatie, omdat de vervoerder niet kon bewijzen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
De kantonrechter bevestigde het verstekvonnis en veroordeelde Easyjet tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 2 augustus 2023.