Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 juni 2021 te Heiloo, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op het [plaats], in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde], door meerdere malen, althans eenmaal:
- tegen het gezicht, althans het hoofd, van die [benadeelde] te duwen en/of te slaan, ten gevolge waarvan deze ten val is gekomen, en/of
- vervolgens, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, deze tegen het hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of te schoppen;
hij op of omstreeks 25 juni 2021 te Heiloo, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op het [plaats], in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde], door meerdere malen, althans eenmaal,
- met een ploertendoder tegen het hoofd en/of been, althans het lichaam, van die voornoemde [benadeelde], te slaan en/of
- met een auto (BMW) over en/of tegen het been, althans het lichaam, van die [benadeelde], te rijden.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
dezeverdachte worden verweten. Niet bedoeld is in de omschrijving van de openlijke geweldpleging geweldshandelingen verricht door een ander dan de verdachte op te nemen.
hij op 25 juni 2021 te Heiloo, openlijk, te weten op het [plaats], in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde], door:
- tegen het gezicht van die [benadeelde] te slaan, en
- vervolgens, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, deze tegen het lichaam te schoppen.
hij op 25 juni 2021 te Heiloo, openlijk, te weten op het [plaats], in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde], door:
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
2 (twee) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
240 (tweehonderdveertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis.
[benadeelde]geleden schade tot een bedrag van
€ 650,- (zeshonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
€ 650,- (zeshonderdvijftig euro), en bepaalt dat bij gebreke van betaling en verhaal gijzeling kan worden toegepast voor de duur van maximaal 13 dagen en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.