In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot instelling van bewind over de goederen van betrokkene, die een levenstestament heeft opgesteld. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P.F. Keuchenius, stelde dat er een bewind moest worden ingesteld vanwege tegenstrijdige belangen, aangezien verweerder, die in de woning van betrokkene woont, deze woning wilde kopen zonder gebruiksvergoeding te betalen. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. P. van Lingen, heeft echter betoogd dat er overeenstemming was bereikt over de koopprijs en dat de verkoop door een beslag op de woning was gefrustreerd. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 26 juli 2023 gehouden, waarbij beide partijen aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek tot bewind moet worden afgewezen. Ondanks de tegenstrijdige belangen die verzoeker aanvoert, blijkt uit de stukken en de verklaringen dat het de bedoeling was dat verweerder de woning zou aankopen. De kantonrechter oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van het levenstestament wordt afgeweken. De situatie rondom de woning en de financiële verantwoording van verweerder zijn niet zodanig dat er een bewind moet worden ingesteld. De kantonrechter benadrukt dat de wens van betrokkene, zoals vastgelegd in het levenstestament, voorop staat. De beslissing van de kantonrechter is dat het verzoek tot instelling van bewind wordt afgewezen.