ECLI:NL:RBNHO:2023:8212
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om aanzegvergoeding, transitievergoeding en betaling van achterstallig salaris in arbeidszaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2023, gaat het om een verzoek van een werknemer, een glaszetter, tegen zijn werkgever over de aanzegvergoeding, transitievergoeding, achterstallig salaris, vakantiegeld en vakantie-uren. De werknemer heeft op 22 mei 2023 een verzoekschrift ingediend, waarna de werkgever op 11 juli 2023 heeft gereageerd. De werknemer heeft zijn verzoek verminderd en pleitaantekeningen overgelegd tijdens de zitting. De werknemer stelt dat zijn arbeidsovereenkomst op 25 april 2023 van rechtswege is geëindigd, omdat de werkgever hem niet schriftelijk heeft geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De werkgever betwist dit en stelt dat er een mondelinge overeenkomst was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst op 25 april 2023 is geëindigd en dat de werkgever de aanzegvergoeding verschuldigd is, omdat hij niet aan zijn aanzegverplichting heeft voldaan. Ook wordt geoordeeld dat de werknemer recht heeft op betaling van achterstallig salaris, vakantiegeld en vakantie-uren, omdat de werkgever een te laag uurloon heeft uitbetaald. De kantonrechter wijst de vorderingen van de werknemer toe, inclusief de wettelijke verhoging en wettelijke rente over de achterstallige bedragen. De werkgever wordt ook veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst niet aansluitend is voortgezet. De proceskosten komen voor rekening van de werkgever, omdat deze grotendeels ongelijk heeft gekregen.