ECLI:NL:RBNHO:2023:8301

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10607881
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over units en uitstalruimte tussen HQ Mobile B.V. en Beverwijkse Bazaar B.V.

In deze zaak heeft HQ Mobile B.V. (hierna: HQ Mobile) de Beverwijkse Bazaar B.V. (hierna: de Bazaar) gedagvaard in kort geding, met als doel een voorlopige voorziening te verkrijgen met betrekking tot de huur van een aantal units en een uitstalruimte. De huurovereenkomst tussen partijen dateert van 13 mei 2018 en betreft de huur van drie units op het complex van de Beverwijkse Bazaar. HQ Mobile stelt dat de uitstalruimte bij de huur is inbegrepen, terwijl de Bazaar dit betwist. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 augustus 2023, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. HQ Mobile heeft haar eis vermeerderd en de Bazaar heeft aanvullende stukken ingediend. De kantonrechter heeft de vordering van HQ Mobile afgewezen, omdat deze niet voldoende kon onderbouwen dat de uitstalruimte onderdeel uitmaakte van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de huurprijs en de oppervlakte van de gehuurde units duidelijk waren vastgelegd in de overeenkomst en dat er geen sprake was van een indeplaatsstelling of contractovername. De proceskosten zijn voor rekening van HQ Mobile, omdat zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is op 23 augustus 2023 uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10607881 \ VV EXPL 23-84
Uitspraakdatum: 23 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HQ Mobile B.V.
gevestigd te Eersel
eiseres
verder te noemen: HQ Mobile
gemachtigde: mr. J. Kouvarnta
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Beverwijkse Bazaar B.V.
gevestigd te Beverwijk
gedaagde
verder te noemen: de Bazaar
gemachtigde: mr. A. de Groot

1.Het procesverloop

1.1.
HQ Mobile heeft de Bazaar op 19 juli 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft HQ Mobile bij email d.d. 8 augustus 2023 haar eis vermeerderd en heeft de Bazaar per brief d.d. 4 augustus nog stukken toegezonden. Per e-mail d.d. 8 augustus 2023 heeft de Bazaar productie 5 opnieuw in het geding gebracht omdat de eerdere versie niet volledig was afgedrukt.

2.De feiten

2.1.
HQ Mobile huurt van de Bazaar enkele units op het complex van de Beverwijkse Bazaar. In de huurovereenkomst tussen partijen, gesloten op 13 mei 2018 staat het volgende:
(…)2.1 Verhuurder verhuurt aan huurder, gelijk huurder huurt van verhuurder, (een) unit(s) met nummer(s) 30014 – 30015 – 30017, en een mogelijk daarbij behorende uitstalruimte, gelegen in Hal 30 (…)7.1 De huurprijs van het gehuurde bedraagt:Unitnr. Oppervlakte incl. Periodeprijs per m2 Dagprijs Periodeprijsuitstalruimte30014 7.82 € 58,39 € 57,08 € 456,6130015 7.32 € 58,39 € 53,43 € 427,4130016 7.32 € 58,39 € 53,43 € 427,41
2.2.
Tussen HQ Mobile en de Bazaar is op een gegeven moment per email contact geweest over de vitrinekasten die HQ Mobile aan de zijkant van unit 30014 heeft laten plaatsen. De Bazaar heeft aan HQ Mobile meerdere malen gevraagd de vitrinekasten te verwijderen.
2.3.
HQ Mobile heeft de vitrinekasten niet weggehaald waarna de Bazaar de vitrinekasten heeft verwijderd en de vitrinekasten inclusief inhoud heeft opgeslagen. De Bazaar heeft HQ Mobile daarvoor een factuur gestuurd van € 84,70 die HQ Mobile onder protest heeft betaald.

3.De vordering

3.1.
HQ Mobile vordert – na vermeerdering van eis – dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening:
I. de Bazaar gebiedt om aan HQ Mobile de uitstalruimte van de unit 30014 gelegen in Hal 30 aan de Buitenlanden 10 op het complex van de Beverwijkse Bazaar te Beverwijk binnen 24 na betekening van dit vonnis ter beschikking te stellen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat de Bazaar in gebreke blijft om hieraan te voldoen;
II. de Bazaar gebiedt om aan HQ Mobile een bedrag van € 85,41 gelijk aan de huurprijs van 1 m2 over de periode juni 2023 te voldoen en zolang de Bazaar de uitstalruimte niet aan HQ Mobile ter beschikking stelt vermeerderd met de wettelijke zakelijke rente telkens vanaf de vervaldag tot aan de dag van volledige betaling;
III. de Bazaar gebiedt om aan HQ Mobile van de onder 18 van het lichaam van de dagvaarding genoemde goederen alsmede de vitrinekasten binnen 24 uur na betekening van het vonnis terug te geven in uitstekende staat op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat de Bazaar in gebreke blijft om hieraan te voldoen;
IV. de Bazaar gebiedt om aan HQ Mobile een schadevergoeding ten bedrage van € 300,00 bruto per week te voldoen ter compensatie van het door HQ Mobile geleden en te lijden omzetverlies totdat de uitstalruimte aan HQ Mobile wederom ter beschikking is gesteld vermeerderd met de wettelijke zakelijke rente telkens vanaf de vervaldag tot aan de dag van volledige betaling;
V. de Bazaar gebiedt om aan de Bazaar een bedrag van € 84,70 inclusief btw gelijk aan de reeds door HQ Mobile betaalde ontruimingskosten te voldoen vermeerderd met de wettelijke zakelijke rente telkens vanaf de vervaldag tot aan de dag van volledige betaling;
VI. De Bazaar gebiedt om aan HQ Mobile de buitengerechtelijke kosten te voldoen;
VII. de Bazaar veroordeelt in de proceskosten;
3.2.
HQ Mobile legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat HQ Mobile unit 30014 inclusief uitstalruimte aan de zijwand van de unit heeft gehuurd en daar ook voor heeft betaald. De uitstalruimte maakt deel uit van het huurcontract nu het oppervlakte van unit 30014 inclusief uitstalruimte 7.82m2 bedraagt (zoals in de huurovereenkomst staat) terwijl het oppervlakte van de unit zonder uitstalruimte 6.84 m2 bedraagt. Partijen hebben ook sinds de aanvang van de huurovereenkomst uitvoering gegeven aan deze bedoeling. De vitrinekasten stonden er immers ook al in de periode van 2014 tot en met 2018 toen PDA Wereld de unit huurde. HQ Mobile heeft dit contract overgenomen van PDA Wereld en de Bazaar heeft nooit eerder geklaagd over de vitrinekasten. Nu de Bazaar de uitstalruimte eigenhandig heeft ontruimd, maakt zij zich schuldig aan contractbreuk en is zij schadeplichtig.

4.Het verweer

4.1.
De Bazaar betwist de vordering en voert aan – samengevat – dat het gaat om de huurovereenkomst tussen HQ Mobile en de Bazaar van 13 mei 2018. Er is geen sprake geweest van een indeplaatsstelling of een overname van een eerder contract. Uit deze huurovereenkomst blijkt dat het gehuurde in totaal een oppervlakte betreft van 22,46m2. HQ Mobile betaalt ook alleen voor deze meters. De meters waar de vitrinekasten in stonden behoren bij unit 30013 en worden nu door deze huurder gehuurd. De huurovereenkomst bevat een standaard format waar in staat; ‘en een mogelijk daarbij behorende uitstalruimte’ maar dit moet dan wel afgesproken worden. Dat is in dit geval niet gebeurd. Daarbij komt nog dat als er al sprake zou zijn van uitstalruimte, dit geen permanente uitstallingsvoorzieningen mag bevatten wat wel het geval is bij de vitrinekasten.
4.2.
De Bazaar heeft de vitrinekasten en goederen die daarin lagen, afgevoerd en opgeslagen; HQ Mobile kan die ophalen wanneer zij daartoe een afspraak maakt.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als HQ Mobile daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu HQ Mobile stelt dat een deel van het gehuurde door de Bazaar is ontruimd en HQ Mobile hierdoor omzet verliest. Omdat de uitstalruimte reeds is verhuurd aan een derde is het van belang dat de situatie tussen partijen snel duidelijk wordt.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag wat HQ Mobile heeft gehuurd van de Bazaar. HQ Mobile stelt zich op het standpunt dat zij drie units huurt met daarbij een uitstalruimte naast unit 30014 en de Bazaar stelt zich op het standpunt dat HQ Mobile alleen de units met een totaaloppervlakte van 22,46m2 huurt.
5.4.
Bepalend is hetgeen partijen onderling zijn overeengekomen. Partijen staan ieder een andere uitleg van de contractuele regeling voor. De kantonrechter moet daarom aan de hand van de Haviltex-maatstaf tot uitleg overgaan. Die maatstaf brengt mee dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract, maar dat het aankomt op hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid, en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. In praktisch opzicht is de taalkundige betekenis van de bewoordingen waarin deze bepalingen zijn gesteld, gelezen in de context van de huurovereenkomst als geheel, wel van groot belang.
5.5.
HQ Mobile heeft ter onderbouwing van de door haar gestelde uitleg van de overeenkomst aangevoerd dat de vitrinekasten (met enkele keren vervanging) al 9 jaar op dezelfde plek staan en dat dit nooit een probleem was. Eerdere huurders betaalden ook altijd meer voor de uitstalruimte. Dit blijkt ook uit de verklaringen van de eerdere huurders. Daarbij komt nog dat het aantal vierkante meter in de huurovereenkomst niet strookt met de tekening.
5.6.
Daartegenover stelt de Bazaar dat er geen sprake is van een indeplaatsstelling noch van een overname van het huurcontract. Uit de huurovereenkomst blijkt dat het gehuurde betreft een oppervlakte van in totaal 22,46m2. Dat is wat er wordt gehuurd en dat zijn de meters waarvoor de huur wordt berekend en wordt betaald. Dit blijkt ook uit de tekening. Indien HQ Mobile de uitstalruimte had gehuurd, had dit in de overeenkomst gestaan.
5.7.
De kantonrechter is van oordeel dat HQ Mobile alleen de units met een totaaloppervlakte van 22,46m2 heeft gehuurd (conform het standpunt van de Bazaar). Hiervoor is het volgende redengevend.
5.8.
Vast staat dat de Bazaar de bepaling betreffende het gehuurde heeft opgesteld maar dat dit een standaard bepaling is. De Bazaar heeft toegelicht dat de optie tot het extra huren van de uitstalruimte een mogelijkheid is maar dat moet wel expliciet benoemd worden in de huurovereenkomst. Daarbij komt nog dat het totaal aantal vierkante meters dat in de huurovereenkomst wordt genoemd, overeenstemt met het aantal vierkante meter van de drie units en waar HQ Mobile dus ook voor betaalt. HQ Mobile heeft niet kunnen uitleggen hoe dit strookt met haar stelling dat zij de uitstalruimte er nog bij huurde. HQ Mobile heeft nagelaten te onderbouwen dat er sprake is van een indeplaatsstelling danwel contract overname waaruit zou blijken dat (de voorgangers van) HQ Mobile de uitstalruimte huurde en dat HQ Mobile dit contract heeft overgenomen. Ook blijkt uit de verklaringen van de eerdere huurders dat zij daar een apart bedrag (rond de € 150,00) voor betaalden, waaruit naar het oordeel van de kantonrechter blijkt dat zij de uitstalruimte apart huurden van de Bazaar. Dat HQ Mobile een apart bedrag betaalde voor de uitstalruimte is gesteld noch gebleken.
5.9.
Gelet op het voorgaande moet het ervoor worden gehouden dat partijen hebben afgesproken dat HQ Mobile de drie units huurt van de Bazaar zonder de uitstalruimte aan de zijkant van unit 30014. Dat HQ Mobile en de vorige huurders een lange tijd de vitrinekasten mochten neerzetten, maakt dit niet anders.
5.10.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van HQ Mobile zal afwijzen. De vorderingen tot schadevergoeding delen hetzelfde lot. Ten aanzien van de vordering tot teruggave van de vitrinekasten geldt nog dat HQ Mobile haar belang onvoldoende heeft onderbouwd nu de Bazaar heeft aangegeven dat HQ Mobile de spullen kan ophalen nadat daarvoor een afspraak gemaakt is. HQ Mobile heeft dit niet betwist.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van HQ Mobile, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt HQ Mobile tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de Bazaar worden vastgesteld op een bedrag van € 529,00 aan salaris van de gemachtigde van de Bazaar.
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter