ECLI:NL:RBNHO:2023:8303

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10534635
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde huurovereenkomst en ontruiming van de woning door bewindvoerder

In deze zaak heeft Stichting Elan Wonen de bewindvoerder van [betrokkene] gedagvaard in een kort geding. De huurovereenkomst tussen Elan Wonen en [betrokkene] eindigde op 24 mei 2023, nadat Elan Wonen tijdig had aangegeven de overeenkomst niet te willen verlengen. De bewindvoerder betwistte de vordering van Elan Wonen, stellende dat er ook een zorgverleningsovereenkomst was en dat Elan Wonen haar zorgplicht niet was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was beëindigd en dat er geen plaats was voor een belangenafweging, aangezien de overeenkomst van rechtswege was geëindigd. De kantonrechter heeft de vordering van Elan Wonen toegewezen en de bewindvoerder veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. De proceskosten zijn voor rekening van [betrokkene].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10534635 \ VV EXPL 23-63
Uitspraakdatum: 18 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Stichting Elan Wonen
gevestigd te Haarlem
eiseres
verder te noemen: Elan Wonen
gemachtigde: mr. R. Boekhoff
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Beaufin B.V.in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[betrokkene]
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: de bewindvoerder
gemachtigde: mr. J. Sprakel

1.Het procesverloop

1.1.
Elan Wonen heeft de bewindvoerder op 8 juni 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 juli 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben Elan Wonen en de bewindvoerder op respectievelijk 20 juni 2023 en 28 juni 2023 producties in het geding gebracht.
1.3.
De bewindvoerder is tijdens de zitting vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De onder bewind gestelde, [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ), over wie deze zaak feitelijk/inhoudelijk gaat, was ter zitting niet aanwezig.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 8 april 2021 is [betrokkene] onder beschermingsbewind gesteld. Beaufin B.V. is zijn bewindvoerder.
2.2.
[betrokkene] heeft met stichting RIBW K/AM een woonbegeleidingsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten. [betrokkene] huurt sinds 25 mei 2021 van Elan Wonen de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) op basis van een huurovereenkomst begeleid wonen voor bijzondere doelgroepen. De huurovereenkomst is met ingang van 25 mei 2021 aangegaan voor de duur van de woonbegeleidingsovereenkomst met een maximum van twee jaar. De huurovereenkomst en de woonbegeleidingsovereenkomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
2.3.
Elan Wonen heeft per brief d.d. 29 maart 2023 het volgende – voor zover hier relevant – aan [betrokkene] en de bewindvoerder geschreven:
(…)Door middel van deze brief laat ik u voor en namens cliënte weten dat de huurovereenkomst eindigt op 24 mei 2023 en niet door cliënte zal worden verlengd. Deze beslissing heeft cliënte genomen omdat u zich gedurende de huurovereenkomst niet hebt gehouden aan de tussentijdse evaluatieafspraken en u bovendien volstrekt onacceptabel gedrag (agressief en bedreigend) heeft vertoond richting medewerkers van Elan Wonen en samenwerkingspartners.(…)U dient het gehuurde uiterlijk 24 mei a.s. leeg en opgeruimd aan cliënte op te leveren. (…)
2.4.
De gemeente [plaats] heeft per brief d.d. 17 mei 2023 het volgende – voor zover hier relevant - aan [betrokkene] geschreven:
(…)In de afgelopen periode gedraagt u zich verbaal agressief, bedreigt u meermaals de betrokken partijen met de dood en zorgt u voor een onwerkbare situatie waarin samenwerking niet mogelijk is. Gezien dit gedrag is erop dit moment geen wooncorporatie bereid om een woning aan u beschikbaar te stellen. Tevens is er geen ambulante zorgpartij gevonden die de begeleiding wil organiseren en het driehoekscontract wil ondertekenen.(…)
2.5.
[betrokkene] heeft de woning niet verlaten.

3.De vordering

3.1.
Elan Wonen vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening de bewindvoerder veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, de woning gelegen te [plaats] aan de [adres] te ontruimen en te verlaten met al het zijne en de personen die zijdens [betrokkene] in de woning verblijven en het pand ter vrije en algehele beschikking van Elan Wonen te stellen.
3.2.
Elan Wonen legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij tijdig overeenkomstig artikel 7:271 lid 1 BW heeft aangegeven dat zij de tijdelijke huurovereenkomst met [betrokkene] niet wenst te verlengen en dat [betrokkene] de woning uiterlijk 24 mei 2023 leeg en ontruimd aan haar dient op te leveren. [betrokkene] heeft dit niet gedaan en houdt de woning nog steeds bezet. [betrokkene] maakt daarmee inbreuk op het eigendomsrecht van Elan Wonen. Daarbij komt nog dat [betrokkene] (een) medewerker(s) van Elan Wonen heeft bedreigd.

4.Het verweer

4.1.
De bewindvoerder heeft de vordering betwist en voert aan – samengevat – dat er naast een huurovereenkomst tevens sprake is van een zorgverleningsovereenkomst. De ontvangen zorg van RIBW liet te wensen over en was feitelijk al overgenomen door HVO Querido. Hoewel er door de zorgbegeleiding geëvalueerd had moeten worden hoe het zelfstandig wonen [betrokkene] verging en de zorgbegeleiding een positief/negatief advies over het aanbieden van een reguliere huurovereenkomst had moeten geven, is dit niet gebeurd. [betrokkene] is dus ook niet tijdig op de hoogte gebracht en in de gelegenheid gesteld om tot verandering van zijn gedrag te komen. Daarbij komt nog dat er sprake is van een langlopend conflict tussen [betrokkene] en Elan Wonen over postbussleutels en de CV ketel waardoor [betrokkene] erg boos is geworden terwijl het gedrag van Elan Wonen dus ook een rol heeft gespeeld in de verslechtering in het contact met [betrokkene] . Verder gedraagt [betrokkene] zich als een goed huurder en betaalt hij netjes de huur. Concluderend is Elan Wonen haar zorgplicht niet nagekomen en heeft zij in onvoldoende mate aangetoond dat de huurovereenkomst niet als reguliere huurovereenkomst kan worden voortgezet, aldus de bewindvoerder.

5.De beoordeling

5.1.
Elan Wonen heeft de spoedeisendheid van de vordering voldoende onderbouwd en deze wordt ook niet betwist door de bewindvoerder, zodat de vordering inhoudelijk kan worden beoordeeld.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
Tussen partijen staat vast dat er sprake is van een tijdelijk huurovereenkomst in de zin van artikel 7:271 lid 1 BW. Gezien het bepaalde in dat artikel heeft de verhuurder de verplichting de huurder niet eerder dan drie maanden en uiterlijk één maand voor het verstrijken van de bepaalde huurperiode schriftelijk te informeren over de dag waarop de huur verstrijkt, waarna bij het niet nakomen van deze verplichting de huurovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd voor onbepaalde tijd wordt verlengd. Elan Wonen heeft het einde van de huur aangezegd per brief d.d. 29 maart 2023, waarmee is voldaan aan het in artikel 7:271 lid 1 BW bepaalde, hetgeen de bewindvoerder niet heeft betwist.
5.4.
De kantonrechter is dan ook, mede gelet op het bepaalde in artikel 7:228 lid 1 BW, van oordeel dat de huurovereenkomst tussen partijen vanwege de aanzegging door Elan Wonen is geëindigd op 24 mei 2023. Voor een belangenafweging zoals door de bewindvoerder bepleit, is in deze procedure geen plaats, aangezien de huurovereenkomst van rechtswege is geëindigd. Dat betekent ook dat de kantonrechter niet toekomt aan de beoordeling of er door de zorgaanbieder een positief of negatief advies moest worden gegeven nu Elan Wonen heeft aangevoerd dat, zelfs met een positief advies, Elan Wonen het einde van de huurovereenkomst had aangezegd nu [betrokkene] (een) medewerker(s) van Elan Wonen heeft bedreigd. Elan Wonen heeft in dit geval, zoals zij ook heeft aangevoerd, gebruik gemaakt van haar wettelijke mogelijkheden tot beëindiging van de overeenkomst. Dat de zorgbegeleiding van [betrokkene] niet goed gegaan is, hetgeen wel duidelijk is geworden, maakt dit niet anders mede gelet op het feit dat dit Elan Wonen niet is aan te rekenen. Zij is immers niet de zorgaanbieder. In het licht van het voorgaande heeft de bewindvoerder haar stelling dat de aanzegging door Elan Wonen op grond van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is geweest onvoldoende gemotiveerd onderbouwd.
5.5.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
5.6.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Elan Wonen zal toewijzen.
5.7.
De kantonrechter merkt hierbij volledigheidshalve nog op dat Elan Wonen de vordering, gelet op het arrest van de Hoge Raad d.d. 7 maart 2014 [1] , terecht heeft ingesteld tegen de bewindvoerder, zodat de ontruiming ook aan de bewindvoerder zal worden opgedragen.
5.8.
Gelet op de bijzondere omstandigheden met betrekking tot de zorgverlening aan [betrokkene] , ziet de kantonrechter aanleiding om de ontruimingstermijn op veertien dagen na betekening van het vonnis te bepalen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van [betrokkene] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de bewindvoerder om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te [plaats] te ontruimen en te verlaten met al het zijne en de personen die zijdens [betrokkene] in voormelde woning verblijven en dit pand ter vrije en algehele beschikking van Elan Wonen te stellen;
6.2.
veroordeelt de bewindvoerder tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Elan Wonen tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 135,57
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 529,00
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.HR 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:525