Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]gemachtigde: [gemachtigde]2. [gedaagde 2]3. [gedaagde 3]4. [gedaagde 4]
1.Het procesverloop
2.De feiten
[adres] te [plaats 2] van [eiser] voor een huurprijs van € 550,00 inclusief een voorschot nutsvoorzieningen.
Zoals u weet is in uw huurovereenkomst een voorschot opgenomen voor “levering diensten” welke bestaan uit het leveren van gas, water en elektriciteit. Deze kosten zijn de afgelopen jaren niet met u afgerekend. Ik, als nieuwe eigenaar, ga dit vanaf 1 januari 2021 wel met u afrekenen.Per 1 februari 2021 zal per maand per appartement een voorschot ad € 80,- in rekening worden gebracht voor:Electra € 50,- (…)Gas voor warmte en warm water € 25,-Water € 5,- (…)Tevens heeft er in de voorafgaande jaren geen indexering van de huur plaatsgevonden, ook dit zal veranderen. In april zal u de indexering van de huur ontvangen, welke verhoging dan per 1 juli 2021 zal ingaan. (…)
€ 421,99.
€ 302,50 en een voorschot van € 137,50. De huurprijs is per 1 juli 2022 met 2,3% verhoogd naar € 309,46.
€ 275,00 en een voorschot van € 125,00. De huurprijs is per 1 juli 2022 met 2,3% verhoogd naar € 281,33.
3.De vordering
I. bepaalt dat de door de huurcommissie vastgestelde kale huurprijzen niet redelijk zijn;
II. [gedaagde 1] veroordeelt om met ingang van 1 juli 2022 aan [eiser] een kale huurprijs van
€ 712,79 te betalen;
III. [gedaagde 2] veroordeelt om met ingang van 1 juli 2022 aan [eiser] een kale huurprijs van
€ 672,85 te betalen;
IV. [gedaagde 3] en [gedaagde 4] veroordeelt om met ingang van 1 juli 2022 aan [eiser] een kale huurprijs van € 524,46 te betalen;
V. gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten inclusief nakosten vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis.
4.Het verweer
€ 712,79 aan kale huurprijs niet redelijk. In de puntentelling is rekening gehouden met renovatie en een investering van € 30.000,00 terwijl geen sprake is van renovatie van het gehuurde. Verder heeft [gedaagde 1] nog steeds last van schimmel bij de ramen, onafgewerkte kozijnen, een te kleine toegangsdeur en slechte isolatie. Daarbij komt nog dat sprake is van een gevaarlijke situatie omdat in het systeemplafond gipsplaten zitten in plaats van schuimplaten, is de elektriciteit in de woning onveilig en is sprake van ongedierte in het pand. De werkzaamheden waar [eiser] naar verwijst, zijn geen verbetering ten behoeve van het gehuurde voor [gedaagde 1], maar zien op achterstallig onderhoud. Tot slot is de door de Huurcommissie vastgestelde splitsing van 55/25 procent correct en de kantonrechter dient zich daaraan te houden.
5.De beoordeling
3.1.2. De huurcommissie toetst de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs aan de regels opgenomen in het Besluit huurprijzen woonruimte en de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte (art. 11 lid 2 in verbinding met art. 10 lid 1 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (UHW)). (…) Partijen worden geacht de door de huurcommissie redelijk geachte huurprijs te zijn overeengekomen, tenzij een van hen binnen acht weken nadat aan hen afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de kantonrechter over de huurprijs vordert (art. 7:262 BW). De kantonrechter toetst de redelijkheid van de huurprijs aan dezelfde regels als de huurcommissie.De kantonrechter leidt hieruit af dat zij ook in dit geval is gebonden aan dezelfde normen en regels als de Huurcommissie. Naar het oordeel van de kantonrechter kan dat alleen onder (zeer) bijzondere omstandigheden anders zijn.
6.De beslissing
- een bedrag van € 528,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde 1];
- een bedrag van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten van [gedaagde 2];
- een bedrag van € 0,- aan reis-, verblijf- en verletkosten van [gedaagde 3] en [gedaagde 4];