Op 8 augustus 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De zaak werd behandeld in het kader van het civiel recht, specifiek binnen het personen- en familierecht. De kinderrechter oordeelde dat de zorgen over de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie bij de moeder nog onvoldoende waren weggenomen. De gecertificeerde instelling, De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, had verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen en de uithuisplaatsingscategorie te wijzigen naar een moeder-kind huis, waar de moeder samen met de kinderen kan verblijven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 augustus 2023 waren zowel de ouders als vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De moeder heeft aangegeven bereid te zijn om in het moeder-kind huis te verblijven en hard te werken aan de opvoeding van de kinderen. De vader steunde het verzoek, maar vroeg zich af waarom de kinderen niet bij de moeder thuis konden worden geplaatst. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI over de opvoedvaardigheden van de moeder en de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie meegewogen in zijn beslissing.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen te verlengen tot 11 november 2023, met de nadruk op het belang van de kinderen en de noodzaak voor de moeder om te werken aan haar opvoedvaardigheden in een veilige omgeving. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.