ECLI:NL:RBNHO:2023:8754

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
22/6363
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag voor het plaatsen van een elektrische laadpaal nabij de woning van eisers

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag voor het plaatsen van een elektrische laadpaal nabij hun woning beoordeeld. De aanvraag, ingediend op 12 augustus 2022, werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn afgewezen op basis van hun beleid inzake openbare laadinfrastructuren. De rechtbank heeft op 22 augustus 2023 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, maar de gemachtigde van verweerder niet. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat er binnen een straal van 250 meter al een laadpaal aanwezig is die niet voldoende wordt gebruikt.

De rechtbank legt uit dat het beleid van verweerder vereist dat er geen laadpaal binnen 250 meter van de aanvrager mag zijn, en dat de bestaande laadpaal aan de [straat] niet voldoende wordt gebruikt om een extra laadpaal te rechtvaardigen. Eisers betogen dat de laadpaalparkeerplaats niet toegankelijk is, maar de rechtbank oordeelt dat dit een subjectieve mening is en dat de parkeerplaats voldoet aan de richtlijnen. De rechtbank wijst ook op de handhavingskwesties die door eisers zijn aangevoerd, maar stelt dat deze niet relevant zijn voor de afwijzing van de aanvraag.

Eisers voeren verder aan dat hun gehandicaptenparkeerkaart niet in aanmerking is genomen, maar de rechtbank oordeelt dat het beleid geen speciale voorzieningen voor gehandicapten op basis van een parkeerkaart voorziet. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de eisers geen recht hebben op een laadpaal nabij hun woning en geen vergoeding van proceskosten ontvangen. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Janse van Mantgem en is openbaar uitgesproken op 8 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/6363

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 september 2023 in de zaak tussen

[eiser] en mevrouw [eiseres] , uit [plaats] , eisers

(gemachtigde: mr. A.S. Nijland),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Bogaarts).

Inleiding

1.1
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van de aanvraag van eisers van 12 augustus 2022 voor het plaatsen van een elektrische laadpaal nabij hun woning aan de [adres] in [plaats] .
1.2
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 18 augustus 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 18 november 2022 op het bezwaar van eisers is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4
De rechtbank heeft het beroep op 22 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers en de gemachtigde van eisers. De gemachtigde van verweerder is niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2.1
De rechtbank beoordeelt of verweerder de aanvraag heeft kunnen afwijzen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
2.2
Het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Beleid
3. Voor het plaatsen van laadpalen heeft verweerder beleid opgesteld, te weten het Uitvoeringsbeleid openbare laadinfrastructuren Hoorn 2020 (het beleid). Daarin worden de volgende voorwaarden gesteld die van toepassing zijn op de aanvraag van eisers:
- Het voertuig moet minimaal 50 kilometer volledig elektrisch kunnen rijden (par. 3.1.1 onder a),
- De aanvrager heeft geen ruimte om op eigen terrein te parkeren en te laden (par. 3.1.1 onder c),
- In een straal van 250 meter van de aanvrager staat nog geen elektrische laadpaal (par. 3.1.2).
Bestreden besluit en verweerschrift
4. De aanvraag is afgewezen omdat eisers niet voldoen aan de laatste voorwaarde die verweerder hanteert voor het plaatsen van een laadpaal nabij de woning van eisers. Op een afstand van 120 meter staat al een laadpaal. Deze bevindt zich aan de [straat] . Deze laadpaal wordt nog onvoldoende gebruikt om een extra laadpaal te plaatsen.
Beoordeling aanvraag
5.1
Eisers voeren aan dat verweerder de voorwaarde dat er binnen een straal van 250 meter een laadpaal beschikbaar is, onjuist heeft beoordeeld. Bij het berekenen van de afstand heeft verweerder de afstand van de voordeur naar de openbare weg en de afstand van de laadpaalparkeerplaats aan de [straat] naar de openbare weg niet meegerekend. Daarnaast betogen eisers dat deze laadpaalparkeerplaats onvoldoende toegankelijk is voor auto’s en voor mindervalide personen. Eén van de twee vakken is slecht toegankelijk vanwege de palissades die daar staan. Daardoor kan de passagier moeilijk uitstappen en het is tevens, gelet op de situering van de parkeervakken, moeilijk om de draai te maken, waardoor het onmogelijk is om de laadparkeerplaats te bereiken. Ter zitting hebben eisers toegelicht dat zij al schade hebben geleden aan hun auto als gevolg van de palissades.
5.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de laadpaalparkeerplaats geschikt is en voldoet aan de richtlijnen. De palissades die naast de parkeerplaats aan de [straat] staan en die het voor eisers moeilijk maken te parkeren op de laadpaalplek, kunnen niet verwijderd worden omdat deze een duidelijke functie hebben. Zij houden namelijk het straatwerk intact. Ondanks deze palissades is de parkeerplaats geschikt. De afmetingen voldoen aan de richtlijnen zoals die zijn opgesteld door het CROW [1] . Wat betreft de toegankelijkheid van de laadparkeerplaats stelt verweerder zich aanvullend nog op het standpunt dat van de laadpaal gebruik wordt gemaakt en het dus niet onmogelijk is om de laadpaalparkeerplaats te bereiken.
5.3
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat de laadpaalparkeerplaats aan de [straat] geschikt is om als zodanig gebruikt te worden. Wat eisers vinden van de bruikbaarheid en de toegankelijkheid is een subjectieve mening van eisers en doet niet af aan het feit dat de laadpaalparkeerplaats voldoet aan de CROW richtlijnen en dat er gebruik van wordt gemaakt. Bovendien zijn op deze laadpaallocatie twee vakken beschikbaar. De beroepsgrond slaagt niet.
6.1
Eisers voeren aan dat de laadpaalparkeerplaats aan de [straat] regelmatig niet gebruikt kan worden omdat één van de twee pijlen op het bord dat de laadpaalparkeervakken aanwijst verdwenen is. Eisers leggen foto’s over waarop dit te zien is. Dit heeft tot gevolg dat dit vak gebruikt wordt door niet elektrische voertuigen. Eisers merken nog op dat verweerder op de hoogte is van deze situatie en ook van een bord bij laadpaalparkeerplaatsen verderop aan de [adres 2], dat afgeplakt is. Daar is tot op heden niet handhavend tegen opgetreden, terwijl dit wel de taak is van verweerder. Er wordt ook niet opgetreden tegen niet elektrische auto’s die op laadpaalparkeerplaatsen parkeren.
6.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat deze handhavingskwestie los staat van de onderhavige procedure. Verweerder zegt overigens wel handhavend op te treden en de borden op te schonen.
6.3
De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt. De beroepsgrond ziet op een handhavingskwestie. Dat de borden zijn geplakte doet niet af aan het feit dat deze parkeervakken zijn aangewezen als laadpaallocatie en dat zij ook als zodanig kunnen en worden gebruikt. De beroepsgrond slaagt niet.
Aanwijzingsbesluit
7.1
Eisers voeren aan dat verweerder hun aanvraag niet heeft kunnen afwijzen nu hij in het Verkeersbesluit tot aanwijzing van parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen in Risdam Noord (het aanwijzingsbesluit) de locatie tegenover hun woning aan de [adres 3] heeft aangewezen als potentiële locatie voor een laadpaalparkeerplaats. Verweerder geeft in het bestreden besluit aan dat de oplaadcapaciteit aan de [straat] is toegenomen van 6% tot 16% in september 2022 en dat dit te weinig is om een extra laadpaal in de buurt te plaatsen. Eisers kunnen verweerder niet volgen in zijn standpunt dat een toenemend gebruik van een laadpaal in de omgeving op een afstand van 250 meter van invloed is op hun aanvraag. Eisers hebben nergens in het beleid kunnen terugvinden dat het gebruik van laadpalen in de omgeving bepalend zou zijn voor de plaatsing van een nieuwe laadpaal. Ter zitting hebben eisers aangevoerd dat in het aanwijzingsbesluit (onder het negende bolletje) staat dat bij één aanvraag van een bewoner een laadpaal geplaatst wordt.
7.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij pas overgaat tot daadwerkelijke plaatsing van laadpalen op potentieel aangewezen locaties voor laadparkeerplaatsen als blijkt dat daar voldoende animo voor is. De daadwerkelijke plaatsing van laadpalen gaat immers ten koste van gewone parkeerplaatsen. Wat betreft het toegenomen gebruik van de laadpaalparkeerplaats aan de [straat] zegt verweerder dat een stijging te zien is, maar dat deze nog niet zo groot is dat hij extra laadpalen gaat plaatsen. Daarvoor moet het gebruik naar 50% zijn gestegen. Het is de verwachting dat in de nabije toekomst meer mensen elektrisch gaan rijden en dat er dan wellicht een laadpaal zal komen tegenover de woning van eisers, maar dit is nu nog niet aan de orde.
7.3
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de aanvraag op grond van de in het beleid opgestelde criteria en de in het aanwijzingsbesluit genoemde overwegingen kunnen afwijzen. De voorwaarde dat een bestaande paal voldoende gebruikt moet worden staat, anders dan eisers stellen, wel in het beleid. In paragraaf 3.1.2 onder punt b staat: ‘Als alle laadpunten binnen 250 meter aantoonbaar in gebruik (voor alle laadpunten is een parkeervak toegewezen als locatie elektrisch laden) en vaak bezet zijn kan een extra openbare laadpaal worden geplaatst. Een laadpaal is aantoonbaar vaak bezet bij een gemiddelde bezetting van 50% of meer per 24 uur, gemeten over het laatste kwartaal.’
Dat in het aanwijzingsbesluit staat dat bij één aanvraag van een bewoner een laadpaal geplaatst wordt, moet in samenhang worden gelezen met de overige overwegingen in het aanwijzingsbesluit. Dan blijkt dat het aanvragen van een laadpaal niet meteen leidt tot het plaatsen daarvan, maar dat er alvast potentiële locaties zijn aangewezen om voorbereid te zijn op het toenemen van elektrisch rijden in de toekomst. Door het aanwijzen van locaties waar in de (nabije) toekomst een laadpaal komt te staan wordt de doorlooptijd voor de realisatie daarvan aanzienlijk verkort. Verweerder heeft de plaatsen alvast aangewezen in samenwerking met de Metropool Regio Amsterdam Elektrisch, in verband met de afspraken van het Klimaatakkoord en de doelen voor 2030. De beroepsgrond slaagt niet.
Gehandicaptenparkeerkaart8.1 Eisers voeren aan dat zij beide bestuurder zijn van de auto. Verweerder dient rekening te houden met de mindervaliditeit van mevrouw. Aan haar is een gehandicaptenparkeerkaart op naam verleend Als gevolg van haar handicap kan zij niet meer dan 100 meter lopen. De afstand naar de [straat] is te ver. Zij moet vaak naar het ziekenhuis en daarvoor de auto soms (opnieuw) opladen. Daarom is het noodzakelijk dat de auto dichtbij staat.
8.2
Naar het oordeel van de rechtbank hoeft het feit dat mevrouw een gehandicaptenparkeerkaart heeft geen gevolgen te hebben voor de besluitvorming van verweerder met betrekking tot het al dan niet plaatsen van nieuwe laadpalen. Het beleid voorziet niet in het plaatsen van laadpalen voor personen met een gehandicaptenparkeerkaart op naam, maar alleen voor gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken (par. 3.1.1 onder e). Voor de situatie die eisers schetsen is een oplossing voorhanden door na het opladen van de auto door meneer de auto voor de deur van de woning van eisers te plaatsen. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder geen laadpaalparkeerplaats voor de woning van eisers hoeft te realiseren. Eisers krijgen vanwege de ongegrondverklaring het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.L. Pruntel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8september 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek.