In deze zaak heeft [eiser], werkzaam als chauffeur bij San Service B.V., een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever vanwege een loonvordering. [eiser] is op 1 januari 2023 in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, maar zijn arbeidsovereenkomst is op 15 april 2023 door San Service opgezegd. Na de opzegging heeft [eiser] geconstateerd dat hij over de maand april 2023 te weinig loon heeft ontvangen. Hij heeft San Service op 16 mei 2023 gesommeerd om het achterstallige loon te betalen, maar de werkgever heeft hier niet op gereageerd.
De mondelinge behandeling vond plaats op 23 augustus 2023, waarbij San Service niet verschenen is, ondanks een behoorlijke oproeping. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen San Service. [eiser] vordert in het kort geding betaling van het achterstallige loon van € 947,47 bruto, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, alsook een gecorrigeerde salarisspecificatie over april 2023. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser] voldoende spoedeisend belang heeft aangetoond en heeft de vorderingen grotendeels toegewezen, met uitzondering van de termijn voor het verstrekken van de salarisspecificatie, die is verlengd naar vier weken.
De kantonrechter heeft San Service veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, het verstrekken van de gecorrigeerde salarisspecificatie en de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W. Aardenburg op 28 augustus 2023.