ECLI:NL:RBNHO:2023:8956

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juli 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
341210 / FA RK 23-2932
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 6 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene die verblijft in een WVGGZ geregistreerde kliniek. Het verzoek tot verlenging van het verblijf is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg, naar aanleiding van een last tot inbewaringstelling afgegeven door de burgemeester op 1 juli 2023. De betrokkene, die lijdt aan traumatisch hersenletsel, vertoont ernstig gedrag dat levensgevaar en andere ernstige risico's met zich meebrengt. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank oordeelt dat er geen alternatieven zijn voor de gedwongen opname en dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om de veiligheid van de betrokkene en anderen te waarborgen. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 17 augustus 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
zaak-/rekestnr.: C/15/341210 / FA RK 23-2932
beschikking van de rechtbank van 6 juli 2023,
naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang, ten aanzien van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene
advocaat: mr. G. Kaaij, gevestigd te Heerhugowaard.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 juli 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester van 1 juli 2023;
- de medische verklaring van1 juli 2023, ondertekend en afgegeven door [psychiater]
, psychiater;
- het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 29 augustus 2022;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- een afschrift van de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 14 juni 2022 waarbij het mentorschap is ingesteld.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 juli 2023, in voornoemde accommodatie.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door de advocaat mr. J.J.C. Engels, namens mr. G. Kaaij;
- [geneesheer-directeur] , geneesheer-directeur;
- [arts] , arts;
- [verpleegkundige] , verpleegkundige;
- [partner en mentor] , partner en mentor van betrokkene. Zij heeft de zitting telefonisch bijgewoond.

2.Beoordeling

2.1.
Op 1 juli 2023 heeft de burgemeester van de gemeente [gemeente] ten behoeve van de betrokkene een last tot inbewaringstelling afgegeven.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er
sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de betrokkene als gevolg van (een combinatie van) een psychogeriatrische aandoening en een daarmee gepaard gaande psychische stoornis, te weten traumatisch hersenletsel, dit ernstig nadeel veroorzaakt, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.3.
Om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden is
voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk. Dit middel is ook geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden en er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.4.
De betrokkene verzet zich tegen een voortzetting van zijn verblijf in de accommodatie.
2.5.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene is opgenomen en nog steeds verblijft op voornoemde accommodatie, afdeling High Intensive Care (HIC). De desbetreffende zorgaanbieder verleent gedwongen zorg onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).Voor betrokkene is een Wlz-indicatie alsmede een last tot inbewaringstelling op grond van de Wzd afgegeven.
2.6.
De geneesheer-directeur heeft tijdens de zitting naar voren gebracht dat bij betrokkene sprake is van traumatisch hersenletsel, opgelopen bij een ongeluk in 2022. De geneesheer-directeur sluit zich aan bij de inhoud van de medische verklaring. De situatie van betrokkene is heel ernstig en schrijnend, aldus de geneesheer-directeur. Betrokkene is enige tijd opgenomen geweest bij Esdégé-Reigersdaal, maar is na enige tijd met ontslag gegaan omdat betrokkene en zijn vrouw (mentor) de zorg niet passend vonden. De geneesheer-directeur is al twee weken intensief betrokken bij betrokkene in welke periode tweemaal een ernstig incident heeft plaatsgevonden. Betrokkene is vorige week in het ziekenhuis opgenomen vanwege een tentamen suïcide; betrokkene had met een stanleymesje geprobeerd zijn borstkas open te snijden. Betrokkene is op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis behandeld, alwaar de politie betrokkene tot tweemaal toe heeft moeten taseren. Nadien was er in eerste instantie geen instantie die betrokkene naar huis wilde vervoeren. Uiteindelijk is dit wel gelukt. Ook dit alles geeft wel aan hoe ernstig de situatie was en is, aldus de geneesheer-directeur. Vervolgens is betrokkene afgelopen zaterdag weer in beeld gekomen. De situatie was thuis zo ontspoord dat wederom de interventie van de politie nodig was. Betrokkene is beoordeeld door een onafhankelijke psychiater, terwijl hij geboeid in de bus van de politie zat. Nadat betrokkene is opgenomen in de kliniek heeft hij door overprikkeling vernielingen aangericht in zijn kamer. Betrokkene wordt nu 1 op 1 verpleegd op de Intensief Care Unit (ICU) en is veel rustiger geworden. Zijn agitatie zal echter weer snel oplopen wanneer hij weer op de afdeling zelf, de High Intensive Care (HIC) verblijft. De geneesheer-directeur is van oordeel evenals de behandelend psychiater (van de HIC) , [behandelend psychiater] , dat er bij betrokkene geen sprake is van een psychiatrisch stoornis. Dat maakt dat een gedwongen opname krachtens een crisismaatregel op de voet van de Wvggz niet mogelijk is.
De geneesheer-directeur heeft verder naar voren gebracht dat hij voorafgaand aan de opname van betrokkene op de HIC intensief overleg heeft gehad met de burgemeester, aangezien er geen plek kon worden gevonden binnen de Wzd. Vervolgens is op de voet van artikel 34 van de Wzd, dat voorziet in een opname plicht, een zorgaanbieder bevolen betrokkene op te nemen. Dit heeft niet mogen baten. Verder heeft de geneesheer-directeur aangegeven dat hij vooroverleg heeft gehad met de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Volgens de geneesheer-directeur begreep de inspectie de noodsituatie. Ook heeft hij voorafgaand aan de huidige opname overleg gehad met het bestuur van de GGZ NHN en aldaar aangegeven dat hij geen andere mogelijkheden zag om betrokkene met deze ernstige Wzd-problematiek en Wzd-indicatie , krachtens een inbewarestelling te laten opnemen en verblijven op een zogenaamde nood-accommodatie in de kliniek te [plaats] . Het bestuur zou zich er voor inspannen dat het zorgkantoor de extra kosten die gemoeid zijn met de inzet van passende zorg zal vergoeden. De geneesheer-directeur heeft meegedeeld dat dit nodig is om de druk op de ketel te houden om een geschikte plek voor betrokkene de vinden voor de tenuitvoerlegging van de inbewarestelling.
Voor de geneesheer-directeur is het duidelijk dat betrokkene onder de gegeven omstandigheden niet naar huis kan. Omdat er geen alternatief is, heeft de geneesheer- directeur betrokkene een zogenaamde noodaccommodatie aangeboden, binnen de kliniek te [plaats] . Op de vraag van de rechter welk verschil in bejegening en in behandeling betrokkene zal merken, heeft de geneesheer-directeur aangegeven dat binnen een Wzd geregistreerde kliniek alle cliënten dezelfde gestructureerde vorm van zorg aangeboden krijgen. Binnen de kliniek in [plaats] is de problematiek van de cliënten van psychiatrische aard en daardoor meer verschillend en is er sprake van een andere vorm van bejegening en behandeling wat bij betrokkene tot meer onrust zal leiden. Om dit voor betrokkene op te vangen, is hij geplaatst in een grote rustige ruimte van de ICU, waarbij hij 1 op 1 begeleiding krijgt. Ook kan wzd-gespecialiseerde begeleiding ingezet worden in de vorm van bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ergotherapeut.
De geneesheer-directeur meent dat enkel het gedwongen verblijf in de accommodatie voldoende is als vorm van verplichte zorg, hetgeen met voortzetting van de inbewaringstelling wordt bereikt. De inzet van andere vormen van verplichte zorg (dan gedwongen opname) op grond van de Wvggz zijn tot nu toe niet noodzakelijk gebleken en de geneesheer-directeur schat in dat deze ook tijdens de behandeling in de kliniek niet nodig zullen zijn.
2.6.
Tijdens de zitting heeft mr. Engels aangegeven dat de verpleging van betrokkene in de prikkelarme, grote ruimte met open deuren waar betrokkene verblijft, tegemoet komt aan zijn belang. Betrokkene wil zelf naar huis, maar mr. Engels ziet dat dit op dit moment niet in zijn belang is . Mr. Engels is van mening dat het verzoek moet worden toegewezen, ondanks het ontbreken van een schakelbepaling in de Wzd. Mr. Engels ziet, ook in zijn aanwezigheid ter zitting, dat de geneesheer-directeur zich heeft ingezet, en nog inzet, om een geschikte plek te vinden voor betrokkene. Volgens mr. Engels biedt de wet geen handvat voor deze situatie, maar is het juist in zijn belang, nu er geen andere oplossing is, om betrokkene in de kliniek te [plaats] te laten opnemen en verblijven.
2.7.
De rechtbank overweegt dat er sprake is van een ernstige, nijpende en uitzonderlijke situatie, waarbij betrokkene door traumatisch hersenletsel opgelopen in 2022 ernstige gedragsproblemen vertoont met onmiddellijk dreigend ernstig nadeel (waaronder levensgevaar), dat enkel is af te wenden door opname en verblijf in een gesloten accommodatie. Betrokkene verzet zich tegen deze opname en verblijf, en meent dat hij “gewoon naar huis kan”. Betrokkene heeft een vrouw en jonge kinderen, die belast zijn met de problematiek van betrokkene. Gelet op de levensbedreigende crisissituatie van betrokkene is ambulante verpleging in de thuissituatie, geen optie. Ook is het duidelijk dat de geneesheer-directeur alles heeft gedaan hetgeen in zijn mogelijkheid ligt om een Wzd geregistreerde-accomodatie te vinden voor betrokkene, hetgeen vooralsnog niet is gelukt. Zelfs het bevel van de burgermeester tot opneming op grond van artikel 34 Wzd heeft niet geleid tot opname in een Wzd geregistreerde-accommodatie. De rechtbank neemt in overweging dat met de huidige opname binnen de Wvggz geregistreerde kliniek wordt getracht zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de specifieke zorgvraag van betrokkene. Zo wordt betrokkene verpleegd in een prikkelarme ruimte, de ICU waar hij 1 op 1, 24 uurs-begeleiding van de verpleging heeft. Ook is de inzet van Wzd- gespecialiseerd zorgpersoneel, fysiotherapeut en ergotherapeut mogelijk gemaakt. Verder heeft de geneesheer-directeur ter zitting toegezegd van zijn kant zijn uiterste best te zullen blijven doen opdat zo spoedig mogelijk een geschikte Wzd-plek wordt gevonden.
2.8.
Onder de gegeven omstandigheden ziet de rechtbank, evenals het CIZ, de geneesheer-directeur, de onafhankelijke psychiater, de behandelaar, de raadsvrouw en de mentor van betrokkene geen alternatief voor het afwenden van het onmiddellijk ernstig dreigend nadeel dan de verzochte voortzetting van de huidige opname binnen de Wvggz geregistreerde kliniek. Daartoe zal de rechtbank het verzoek toewijzen en de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verlenen. Ook nu de wettelijke grondslag ontbreekt; nood breekt wet.
2.9.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat onder deze omstandigheden grond aanwezig is om de inbewaringstelling te laten voortzetten. De machtiging zal worden verleend voor de duur van zes weken, en geldt aldus tot en met 17 augustus 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
17 augustus 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, rechter, in tegenwoordigheid van G.S. Doornbosch als griffier en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 juli 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.