ECLI:NL:RBNHO:2023:9066
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallige huurpenningen in huurzaak tussen eiser en Partycenter EZGI B.V.
In deze zaak heeft eiser, wonende te [plaats 1], op 31 mei 2023 een vordering ingesteld tegen Partycenter EZGI B.V. en [gedaagde], die niet verschenen is. De vordering betreft een bedrag van € 960.808,94, bestaande uit achterstallige huurpenningen, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Eiser stelt dat er een huurovereenkomst was voor een bedrijfsruimte, die op 31 december 2021 is beëindigd, maar dat Partycenter EZGI c.s. de achterstallige huur niet heeft betaald, ondanks een sommatie.
Partycenter EZGI heeft de vordering gedeeltelijk betwist en erkent een huurachterstand, maar stelt dat het onduidelijk is of een coronakorting is verrekend. De kantonrechter heeft de vordering van eiser verder onderbouwd en vastgesteld dat Partycenter EZGI c.s. niet adequaat heeft gereageerd op de onderbouwing van eiser. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiser toewijsbaar is, zowel tegen Partycenter EZGI als tegen [gedaagde].
De kantonrechter heeft Partycenter EZGI c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten voor rekening van Partycenter EZGI c.s. gesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 6 september 2023.