ECLI:NL:RBNHO:2023:9110

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
13 september 2023
Zaaknummer
C/15/335384 / HA ZA 23-10
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot oproeping in vrijwaring in civiele procedure

Op 20 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis in incident gewezen in de zaak tussen [eiser 1] c.s. en Friesplan B.V. en Stichting Bouwgarant. In deze procedure vorderden [eiser 1] c.s. een verklaring voor recht dat Friesplan en Bouwgarant hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schade als gevolg van gebreken aan een door Friesplan gebouwde nieuwbouwwoning. Bouwgarant heeft in het incident verzocht om Friesplan in vrijwaring op te roepen, omdat zij meent dat Friesplan verantwoordelijk is voor de nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk. De rechtbank heeft geoordeeld dat Bouwgarant voldoende heeft aangetoond dat Friesplan gehouden is om haar te vrijwaren voor kosten die voortvloeien uit het Garantiecertificaat. De rechtbank heeft de incidentele vordering van Bouwgarant toegewezen en [eiser 1] c.s. veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal op 1 november 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Bouwgarant.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/335384 / HA ZA 23-10
Vonnis in incident van 20 september 2023
in de zaak van

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats],
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. J.P. Groen te Hoorn (NH),
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FRIESPLAN B.V.,
statutair gevestigd te Katlijk, gemeente Heerenveen, kantoor houdende te Heerenveen,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat mr. D.A. Westra te Leeuwarden,
2. de stichting
STICHTING BOUWGARANT,
statutair gevestigd en kantoor houdende te Zoetermeer,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. B.M. Breedijk te Amsterdam.
Partijen zullen hierna ook genoemd worden eisers [eiser 1] c.s. en gedaagden Friesplan en Bouwgarant.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord aan de zijde van Friesplan
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Bouwgarant
  • de incidentele conclusie van antwoord van [eiser 1] c.s.
  • de akte uitlating in vrijwaringsincident van Bouwgarant.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
In de hoofdzaak vorderen [eiser 1] c.s. samengevat primair een verklaring voor recht dat Friesplan (als aannemer) en Bouwgarant (als verstrekker van het garantiecertificaat in het kader van de
Bouwgarant Nieuwbouwgarantieregeling Eengezinswoning 2013)hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiser 1] c.s. gelden en te lijden schade als gevolg van gebreken aan hun door Friesplan gebouwde nieuwbouw woning en om hen hoofdelijk te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Subsidiair vorderen zij samengevat dat [eiser 1] c.s. wordt veroordeeld om de gebreken aan de woning beklijvend te verhelpen, op straffe van een dwangsom.
2.2.
Bouwgarant vordert dat haar wordt toegestaan Friesplan B.V. in vrijwaring op te roepen. Zij stelt dat zij belang heeft bij de oproeping in vrijwaring van Friesplan omdat de primaire verplichting tot nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk van [eiser 1] c.s. met Friesplan op Friesplan rust en dat Friesplan op grond van artikel 9 van de tussen Bouwgarant en Friesplan gesloten Deelnemersovereenkomst gehouden is tot vergoeding van alle kosten die Bouwgarant ingevolge het Garantiecertificaat moet maken.
2.3.
[eiser 1] c.s. voert verweer. Hij voert aan dat de incidentele vordering door (de advocaat van) Bouwgarant uitsluitend is ingediend omdat [eiser 1] c.s. niet langer bereid waren mee te werken aan verlenging van de termijn voor het indienen van een conclusie van antwoord door Bouwgarant. Hij stelt primair dat Bouwgarant daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar incidentele vordering en dat aan de zijde van Bouwgarant in de hoofdzaak akte niet dienen voor de conclusie van antwoord moet worden verleend. Subsidiair stelt [eiser 1] c.s. dat de incidentele vordering moet worden afgewezen, met veroordeling van Bouwgarant in de kosten van het incident.
2.4.
Bouwgarant is in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de door [eiser 1] c.s. bij zijn incidentele conclusie van antwoord overgelegde producties. In die akte betwist zij nadrukkelijk dat de incidentele vordering uitsluitend is ingesteld omdat haar geen langer uitstel werd verleend voor het indienen van de conclusie van antwoord. Zij benadrukt dat het laatste door haar aan [eiser 1] c.s. verzochte uitstel voor het nemen van de conclusie van antwoord zag op een laatste mogelijkheid om in onderling overleg met Friesplan een vrijwaringsprocedure te voorkomen.
2.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.6.
De rechtbank stelt voorop dat door [eiser 1] c.s. onvoldoende feiten of omstandigheden zijn gesteld die maken dat Bouwgarant niet ontvangen kan worden in haar incidentele vordering en dat aan haar in de hoofdzaak akte niet dienen van antwoord moet worden verleend. Dit deel van het verweer van [eiser 1] c.s. gaat niet op.
2.7.
Ook het subsidiaire verweer van [eiser 1] c.s. dat de incidentele vordering van Bouwgarant moet worden afgewezen gaat niet op. Voor toewijzing van een incidentele vordering tot vrijwaring is vereist dat de gewaarborgde zich beroept op een rechtsverhouding met een derde, die meebrengt dat die derde verplicht is om de nadelige gevolgen van de beslissing in de hoofdzaak tegen de gewaarborgde te dragen. Het bestaan van die rechtsverhouding behoeft in het vrijwaringsincident niet te worden aangetoond.
2.8.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Bouwgarant voldoende onderbouwd gesteld dat Friesplan bij een voor Bouwgarant nadelige uitkomst van de hoofdzaak gehouden is Bouwgarant te vrijwaren voor door haar in het kader van het Garantiecertificaat te maken kosten. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, aangezien de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen.
2.9.
[eiser 1] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat toe dat Friesplan B.V., gevestigd en kantoor houdende aan de Clauslaan 8 te 8448 VP Heerenveen door Bouwgarant wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 1 november 2023,
3.2.
veroordeelt [eiser 1] c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Bouwgarant tot op heden begroot op € 912,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
1 november 2023voor conclusie van antwoord aan de zijde van Bouwgarant,
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1155