Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- € 1.155,00 eigen risico 2020 – 2022
- € 385,00 eigen risico 2023
- € 385,00 eigen risico 2024
- € 183,00 reiskosten
- € 23,60 parkeerkosten
- € 223.938,00 verlies verdienvermogen
- € 371,58 lenzen
- € 1.005,00 fysiotherapie
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
120 (honderdtwintig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
60 (zestig) dagenhechtenis.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.673,60 (tweeduizend zeshonderddrieënzeventig euro en zestig cent), bestaande uit € 173,60, als vergoeding voor de materiële en € 2.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
3 oktober 2020tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.673,60 (tweeduizend zeshonderddrieënzeventig euro en zestig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
36 dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
3 oktober 2020tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.