ECLI:NL:RBNHO:2023:9394

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
C/15/343267 / FA RK 23-4036
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van psychiatrische aandoening en afwezigheid van betrokkene

Op 14 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een psychiatrische aandoening van permanente aard. De rechtbank oordeelde dat aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan, ondanks het feit dat betrokkene niet is verschenen op afspraken voor medisch onderzoek. De officier van justitie had op 24 augustus 2023 een verzoekschrift ingediend voor de zorgmachtiging, waarbij verschillende medische documenten waren gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 september 2023 was betrokkene afwezig, en de rechtbank besloot de behandeling in zijn afwezigheid voort te zetten, aangezien betrokkene meerdere keren was uitgenodigd maar niet was verschenen.

De advocaat van betrokkene voerde aan dat de medische verklaring was opgesteld zonder fysiek onderzoek van betrokkene, en vroeg om de duur van de machtiging te beperken. De rechtbank stelde echter vast dat de medische verklaring was gebaseerd op dossierinformatie en dat er voldoende inzicht was in de actuele gezondheidstoestand van betrokkene. De rechtbank concludeerde dat er ernstig nadeel was voor betrokkene en anderen, en dat verplichte zorg noodzakelijk was, aangezien er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, tot en met 14 september 2024, en bepaalde de vormen van verplichte zorg die nodig waren voor de behandeling van betrokkene.

De beschikking werd gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/343267 / FA RK 23-4036
beschikking van de enkelvoudige kamer van 14 september 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [adres ] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. R.J. Wortelboer, gevestigd te Heerhugowaard.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 augustus 2023, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 15 augustus 2023, opgesteld en ondertekend door [psychiater] , psychiater;
  • het zorgplan van 3 augustus 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 22 augustus 2023.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 september 2023, in het gebouw van het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Noord-Holland-Noord, locatie [locatie] , te [adres ] .
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • de advocaat van betrokkene;
  • [ambulant verpleegkundige] , ambulant verpleegkundige.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.
1.6.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Betrokkene is op 14 september 2023 niet verschenen ter zitting op voornoemde accommodatie. De ambulant verpleegkundige heeft aangegeven dat zij betrokkene vorige week heeft laten weten dat er op korte termijn een zitting zou zijn. Vervolgens heeft zij betrokkene meerdere keren geprobeerd te bellen en op zijn voicemail twee keer de datum en het tijdstip van de zitting ingesproken. Ook is de ambulant verpleegkundige bij betrokkene thuis langs geweest en heeft zij een briefje in de brievenbus gedaan toen hij niet thuis bleek te zijn. De advocaat van betrokkene heeft ook geen contact met betrokkene kunnen krijgen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat betrokkene een bewuste keuze heeft gemaakt om niet ter zitting te verschenen. De rechtbank heeft daarom besloten om de mondelinge behandeling van het verzoek in afwezigheid van betrokkene te laten plaatsvinden. De advocaat van betrokkene heeft zich hiertegen niet verzet.

2.Beoordeling

2.1.
De advocaat van betrokkene heeft als bezwaar naar voren gebracht dat de medische verklaring is opgesteld zonder dat betrokkene fysiek is onderzocht door een psychiater. Nu de advocaat betrokkene ook niet heeft kunnen spreken en betrokkene niet ter zitting is verschenen, verzoekt de advocaat de duur van de machtiging te beperken en de beslissing op het verzoek voor het overige aan te houden, zodat betrokkene nogmaals in de gelegenheid kan worden gesteld om te worden gehoord en in de tussentijd een aanvullende medische verklaring kan worden opgesteld.
2.2.
De rechtbank stelt vast dat de bij het verzoek gevoegde medische verklaring is gebaseerd op een onderzoek door een onafhankelijke psychiater, waarbij dit onderzoek heeft plaatsgevonden op basis van dossierinformatie.
2.3.
De rechtbank overweegt dat de psychiater het medische onderzoek in beginsel aldus dient te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Voorts houdt de rechtspraak in dat, indien een persoonlijk onderzoek redelijkerwijs niet mogelijk is, de psychiater in zijn medische verklaring zal moeten verantwoorden waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is, voor welk alternatief hij heeft gekozen, en op welke gronden hij tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg is voldaan. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat bij de totstandkoming van de medische verklaring aan de hiervoor genoemde zorgvuldigheidseisen is voldaan. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene meerdere malen is uitgenodigd voor psychiatrisch onderzoek in verband met de aanvraag van de zorgmachtiging, maar dat hij niet op die afspraken is verschenen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat er bij betrokkene al langere tijd sprake van een psychiatrische aandoening van permanente aard en betrokkene nog regelmatig contact heeft met de ambulante hulpverlening, waardoor het actuele psychiatrische toestandsbeeld van betrokkene en het ernstig nadeel voldoende duidelijk is. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de zorgmachtiging te verlenen voor een kortere duur dan is verzocht.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: schizofrenie, beperkte verstandelijke vermogens en afhankelijkheid van middelen.
2.6.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.7.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.8.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid, telkens maximaal 3 maanden;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, telkens maximaal 3 maanden;
- opnemen in een accommodatie, telkens maximaal 3 maanden.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, en geldt aldus tot en met 14 september 2024.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , met de vormen en duur van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.8 is vermeld;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 september 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.D. van Lunsen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 september 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.