Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop van de procedure
- in zaak C/15/342622 / JU RK 23-1168: het verzoekschrift met bijlagen van
28 juli 2023, binnengekomen bij de rechtbank op28 juli 2023;
- in zaak C/15/342945 / JU RK 23-1214: het verzoekschrift met bijlagen van
8 augustus 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 8 augustus 2023.
- de moeder;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de grootouders vz;
- de gecertificeerde instelling SAVE Jeugdbescherming te Almere, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] (hierna: de GI Almere).
2.De feiten
3.De verzoeken
In de zaak met nummer C/15/342622 / JU RK 23-1168:
De vader heeft laten zien dat hij voldoende bereid en in staat is om, met opvoedondersteuning, zelfstandig de zorg en opvoeding voor [de minderjarige] vorm te geven. Daarnaast kan, wanneer het perspectief van [de minderjarige] duidelijk is, spoedig gestart worden met traumabehandeling voor [de minderjarige] . Uitsluitend vanuit de rust van een duidelijk perspectief kan hiermee worden gestart. Jeugdbescherming is van mening dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing zo dicht bij huis als mogelijk moet plaatsvinden omdat een verhuizing naar de vader al een grote verandering en dus ingrijpend is voor [de minderjarige] . Jeugdbescherming acht het in het belang van [de minderjarige] en de vader dat de GI in de buurt is en op die manier kan toezien op de resultaten die in het komend jaar nog moeten worden behaald ten einde toe te werken naar een einde van de ondertoezichtstelling. Hierbij moet aandacht voor de rol van de moeder en de familie van de moeder in het leven van [de minderjarige] een belangrijk onderdeel van de begeleiding zijn.
De GI Almere heeft zich bereid verklaard de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] op zich te nemen.
4.De standpunten van de belanghebbenden
5.De beoordeling
Tot slot is een zorg dat [de minderjarige] geen contact heeft met zijn moeder. De omgang tussen de moeder en [de minderjarige] is sinds het geweldincident van afgelopen mei stopgezet.
De afgelopen periode heeft Ni-Care onderzoek gedaan naar de opvoedvaardigheden van vader. Hieruit is naar voren gekomen dat de vader goed kan aansluiten bij de behoeften van [de minderjarige] . Daarbij is ook van belang dat de vader zich volledig heeft opengesteld voor onderzoek, dat hij erkent dat hij ondersteuning nodig heeft, dat hij de aangeboden hulp accepteert en ook alle nodige medewerking verleent. Het NIKA traject van de moeder is stil komen te liggen. De rechtbank acht het gelet op de leeftijd en ontwikkeling van [de minderjarige] in zijn belang dat er duidelijkheid komt over waar hij gaat opgroeien. Deze duidelijkheid is bovendien een vereiste voor het starten van de traumabehandeling van [de minderjarige] . Met de GI is de kinderechter in de gegeven omstandigheden van oordeel dat het perspectief van [de minderjarige] bij zijn vader ligt. Dit betekent dat niet langer wordt gewerkt aan een thuisplaatsing van [de minderjarige] bij de moeder. Zoals hiervoor al opgemerkt zal de vader in zijn taak als hoofdopvoeder van [de minderjarige] de nodige ondersteuning moeten krijgen. Het is aan de GI om deze hulpverlening te coördineren. De rechtbank acht het positief dat al opvoedondersteuning vanuit Ni-Care bij vader betrokken is en ook de grootouders te kennen hebben gegeven bereid te zijn in te springen waar nodig.
6.De beslissing
[de minderjarige]tot 15 september 2024;
16 oktober 2023 PRO FORMA;
25 september 2023te informeren met betrekking tot de vraag of bij vervanging van de GI de huidige hulpverlening (dat wil zeggen de opvoedondersteuning bij vader en de aanmelding van [de minderjarige] voor traumatherapie) kan worden gecontinueerd, en of zij het verzoek al dan niet handhaven;