ECLI:NL:RBNHO:2023:9504

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
C/15/337598 / FA RK 23-1120
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van adoptie en herstel van identiteit van verzoeker

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 een verzoek tot herroeping van adoptie toegewezen. De verzoeker, een 54-jarige man, was zich niet bewust van de mogelijkheid om de adoptie te herroepen. De rechtbank oordeelde dat het tegenwerpen van de termijnoverschrijding een onevenredige inmenging zou zijn in het recht op privé- en gezinsleven, zoals beschermd door artikel 8 van het EVRM. De verzoeker had in zijn leven te maken gehad met ingrijpende gevolgen van de adoptie, waaronder een moeizame relatie met zijn adoptieouders en het verlies van zijn biologische vader. De rechtbank concludeerde dat de herroeping van de adoptie in het belang van de verzoeker was, omdat dit hem zou helpen zijn identiteit te hervinden en de band met zijn biologische vader te herstellen. De adoptieouders stemden in met het verzoek, wat de rechtbank ook in haar overwegingen meenam. De rechtbank heeft de herroeping van de adoptie toegewezen en bepaald dat de geslachtsnaam van de verzoeker gelijk blijft aan die van zijn biologische vader. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een termijn voor hoger beroep vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
adoptie
zaak-/rekestnr.: C/15/337598 / FA RK 23-1120
beschikking van de meervoudige kamer voor familiezaken van 26 september 2023
in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: verzoeker,
advocaat: mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudende te Alkmaar,
--tegen--
[de adoptiemoeder],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: de adoptiemoeder,
en
[de adoptievader],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: de adoptievader,
strekkende tot de herroeping van zijn adoptie.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoeker, ingekomen op 10 maart 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2023 in aanwezigheid van verzoeker, bijgestaan door mr. E.P.J. Appelman, en de adoptieouders.

2.De feiten en omstandigheden

2.1.
Verzoeker is op [geboortedatum] te [plaats] geboren binnen het huwelijk van [de biologische vader] en [de adoptiemoeder] . Van de geboorte is een geboorteakte opgemaakt.
2.2.
Bij beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 24 december 1981 is de adoptie van verzoeker door de adoptieouders uitgesproken. Uit de geboorteakte van verzoeker blijkt dat hij hierbij de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ heeft gekregen.
2.3.
Vervolgens is bij Koninklijk Besluit van 14 oktober 1997 de geslachtsnaam van verzoeker gewijzigd in ‘ [geslachtsnaam] ’.
2.4.
Van de adoptie en de wijziging van de geslachtsnaam is melding gemaakt op de geboorteakte van verzoeker.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoeker verzoekt de door de rechtbank Leeuwarden op 24 december 1981 uitgesproken adoptie te herroepen en te verstaan dat zijn geslachtsnaam zal blijven luiden ‘ [geslachtsnaam] ’.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn verzoek stelt verzoeker dat zijn ouders zijn gescheiden toen hij zes jaar oud was. Zijn moeder kreeg een relatie met de adoptievader, [de adoptievader] , en zij zijn op [huwelijksdatum] gehuwd. Verzoeker is op dertienjarige leeftijd geadopteerd door zijn adoptievader en zijn moeder. Verzoeker kan zich niet herinneren of hij destijds is betrokken bij de adoptie en of hij zijn mening hierover heeft kunnen geven tegenover de rechter. De adoptie heeft ingrijpende gevolgen gehad voor zijn leven, onder meer doordat hij met zijn (adoptie)moeder en adoptievader naar [gemeente] is verhuisd. De relatie tussen verzoeker en zijn adoptieouders is moeizaam geweest, met name vanaf de puberteit van verzoeker. Verzoeker heeft altijd – ook een periode stiekem – contact gehouden met zijn biologische vader en verbleef in de weekenden bij hem. Verzoeker dacht dat hij met de geslachtsnaamwijziging in 1997 de oorspronkelijke situatie met zijn biologische vader weer had hersteld. De biologische vader heeft zich vanwege de impact van aanhoudende tinnitus in 2015 van het leven beroofd. Verzoeker kwam er op dat moment achter dat hij nog steeds was geadopteerd door zijn adoptieouders. Deze omstandigheden hebben bij verzoeker geleid tot een burn-out, waardoor hij zowel privé als zakelijk in een dal terechtkwam. Sinds het overlijden van zijn biologische vader heeft verzoeker geprobeerd zijn identiteit te hervinden. De herroeping van de adoptie zal daaraan bijdragen, omdat de band met zijn biologische vader dan wordt hersteld en hij weer de persoon wordt die hij was bij zijn geboorte. Ook zal het hem helpen zijn verleden af te sluiten en zich weer op de toekomst te richten. Verzoeker realiseert zich dat hij het verzoek tot herroeping van de adoptie niet binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn heeft ingediend, maar hij vraagt de rechtbank die termijn terzijde te schuiven in het belang van de bescherming van zijn recht op privé-, familie- en gezinsleven.

4.De beoordeling

Herroeping adoptie
4.1.
Ingevolge artikel 1:231 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de adoptie op verzoek van de geadopteerde worden herroepen. Het verzoek kan alleen worden toegewezen indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter van de redelijkheid van de herroeping in gemoede is overtuigd en het verzoek is ingediend niet eerder dan twee jaren en niet later van vijf jaren na de dag waarop de geadopteerde meerderjarig is geworden.
4.2.
Vaststaat dat verzoeker ten tijde van de indiening van het verzoek vierenvijftig jaar oud was. Hij is daarom in beginsel niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Verzoeker stelt dat voornoemde termijn voor indiening van het verzoek in zijn geval niet verenigbaar is met artikel 8 lid 2 EVRM.
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat het stellen van een termijn in beginsel geen ongerechtvaardigde inmenging in het door artikel 8 EVRM beschermde recht op family life oplevert, nu de in de wet gegeven termijnen noodzakelijk zijn in een democratische samenleving om de rechtszekerheid te waarborgen en de belangen van betrokkenen te beschermen. Naar het oordeel van de rechtbank is het in dit geval echter onredelijk om de door de wet gestelde termijn voor indiening van een verzoek tot herroeping van de adoptie tegen te werpen aan verzoeker. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.4.
Verzoeker heeft verklaard dat hij vanaf het begin last heeft gehad van de gevolgen van de adoptie en dan met name van het feit dat hij de geslachtsnaam van zijn adoptievader kreeg. In de periode dat verzoeker in [plaats] werkte, heeft een kennis hem geholpen om zijn oorspronkelijke geslachtsnaam terug te krijgen. De geslachtsnaam van verzoeker is bij Koninklijk Besluit gewijzigd van de naam van de adoptievader in de naam van zijn biologische vader. Hoewel de rechtbank het niet waarschijnlijk acht dat verzoeker in het geheel niet op de hoogte was van de adoptie, zoals hij stelt, begrijpt de rechtbank dat zowel verzoeker zelf als zijn adoptieouders nooit hebben stilgestaan bij de adoptie en dat zij zich niet hebben gerealiseerd dat de geslachtsnaamwijziging geen gevolgen had voor de adoptie. Zij verkeerden allen in de veronderstelling dat door de geslachtsnaamwijziging de juridische band tussen verzoeker en zijn biologische vader weer volledig was hersteld. Verzoeker heeft verklaard dat indien hij had geweten dat hiervoor ook een herroeping van de adoptie nodig was, hij dat verzoek destijds al zou hebben gedaan. Pas na het overlijden van zijn biologische vader in 2015 is verzoeker erachter gekomen dat de adoptie in stand was gebleven. Het overlijden van zijn vader had vervolgens een dermate grote impact op verzoeker, dat hij zakelijk en privé in een crisis terechtkwam. Hierdoor heeft hij na het overlijden van zijn biologische vader niet direct de stap kunnen zetten om de adoptie ongedaan te laten maken. De afgelopen jaren heeft verzoeker geprobeerd zijn identiteit terug te vinden. Hij bleef worstelen met zijn wens om de band met zijn biologische vader juridisch te herstellen en heeft uiteindelijk na advies van een vriendin beseft dat herroeping van de adoptie nodig is om zijn identiteit daadwerkelijk te hervinden en dit hoofdstuk af te sluiten, waarna hij het onderhavige verzoek heeft ingediend.
4.5.
Op grond van deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat verzoeker op meerdere momenten in zijn leven bezig is geweest met het herstellen van de (juridische) band met zijn biologische vader, maar dat hij zich niet eerder bewust was van de mogelijkheid en de noodzaak om de herroeping van de adoptie te verzoeken. Daardoor heeft hij dit verzoek niet tijdig gedaan. Door de termijnoverschrijding worden geen belangen van andere belanghebbenden geraakt. Mede gelet daarop acht de rechtbank het onder deze omstandigheden aan verzoeker tegenwerpen van de termijnoverschrijding een onevenredig grote inmenging in het recht op privé-, familie- en gezinsleven van verzoeker als bedoeld in artikel 8 EVRM. De rechtbank zal daarom de door de wet gestelde termijn voor indiening van het verzoek tot adoptie buiten toepassing laten. Dit betekent dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek.
4.6.
Vervolgens dient de rechtbank te beoordelen of de herroeping van de adoptie in het kennelijk belang van verzoeker is. Dat is naar het oordeel van de rechtbank het geval. De rechtbank is gebleken dat verzoeker al lange tijd gebukt gaat onder de situatie en dat hij een sterke wens heeft om de band met zijn biologische vader volledig te herstellen. Voor verzoeker zal dit bijdragen aan het hervinden van zijn identiteit. Daarnaast kan hij hiermee zijn belaste verleden afsluiten en een nieuw begin maken. Gelet hierop acht de rechtbank het voor verzoeker emotioneel gezien van groot belang dat de juridische band met zijn biologische vader volledig wordt hersteld. De rechtbank neemt verder in aanmerking dat de adoptieouders het eens zijn met het verzoek. Zij hebben altijd goede intenties gehad en willen dat verzoeker gelukkig is. Voor de adoptieouders verandert de herroeping van de adoptie niets aan de band tussen hen en verzoeker. De rechtbank is, gezien alle omstandigheden van het geval, in gemoede overtuigd van de redelijkheid van het verzoek. Zij zal het verzoek tot herroeping van de adoptie van verzoeker daarom toewijzen.
Geslachtsnaam
4.7.
Verzoeker heeft verzocht te verstaan dat zijn geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ blijft luiden. De rechtbank overweegt dat in artikel 1:232 BW noch in artikel 1:5 BW een specifieke bepaling is opgenomen over de gevolgen voor de geslachtsnaam bij een herroeping van de adoptie. De herroeping van de adoptie heeft tot gevolg dat de familierechtelijke betrekkingen die door de adoptie waren beëindigd, zullen herleven. Naar het oordeel van de rechtbank brengt dit van rechtswege mee dat verzoeker weer de geslachtsnaam van zijn vader krijgt. Nu de huidige geslachtsnaam van verzoeker gelijk is aan die van zijn vader, zal de rechtbank verstaan dat zijn geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ zal blijven.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
herroept de adoptie van
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
door
[de adoptievader] en [de adoptiemoeder] ;
5.2.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] een latere vermelding van de herroeping van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
5.3.
verstaat dat de geslachtsnaam van verzoeker ‘ [geslachtsnaam] ’ zal blijven;
5.4.
draagt - op grond van artikel 1:20e lid 1 BW - de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.J. Berkers, voorzitter, mr. W.P. van der Haak en mr. C. Maat, rechters, in tegenwoordigheid van T. Jelierse als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2023.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.