Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2]
Air Arabia Maroc
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben de passagiers, die ook als wettelijk vertegenwoordigers van hun minderjarige kinderen optreden, Air Arabia gedagvaard wegens de annulering van hun vlucht van Amsterdam naar Nador op 16 juli 2020 en de terugvlucht op 28 augustus 2020. De passagiers vorderen een restitutie van € 2.396,18, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers verstek hebben aangevraagd tegen Air Arabia, die niet is verschenen. De rechter heeft echter geoordeeld dat de vordering niet toewijsbaar is.
De kantonrechter overweegt dat de Verordening van toepassing is op de heenvlucht, maar dat de passagiers zelf de heenvlucht hebben geannuleerd, waardoor zij zich niet kunnen beroepen op restitutie. Voor de terugvlucht is de Verordening niet van toepassing, omdat Air Arabia geen communautaire luchtvaartmaatschappij is. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers afgewezen en hen in de proceskosten veroordeeld, die aan de kant van Air Arabia op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 8 februari 2023.