ECLI:NL:RBNHO:2023:968

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
9484297 \ CV EXPL 21-6839
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Luchtvaartclaim wegens annulering van vlucht door slechte weersomstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, vanwege de annulering van vlucht BA439 van Amsterdam-Schiphol naar London Heathrow op 24 september 2019. De passagiers, [passagier 1] en [passagier 2], hadden een vervoersovereenkomst met de vervoerder en hebben hun vermeende vordering overgedragen aan AirHelp. AirHelp vorderde compensatie van € 1.200,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers vaststelt.

De vervoerder, British Airways, betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op en rond de luchthaven van Heathrow. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de annulering van de vlucht noodzakelijk was vanwege de weersomstandigheden, die door het Britse KNMI en luchtverkeersbeheer als ernstig werden geclassificeerd. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen om de annulering te voorkomen en dat de vordering van AirHelp daarom moest worden afgewezen.

De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van AirHelp gesteld, omdat deze ongelijk kreeg in de procedure. De beslissing werd genomen op 1 februari 2023 en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9484297 \ CV EXPL 21-6839
Uitspraakdatum: 1 februari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen AirHelp
gemachtigde mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk) en kantoorhoudende te Amsterdam
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. J.J.O. Zandt (Codex Mulder Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij dagvaarding van 21 september 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. AirHelp heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen akte uitlating producties meer genomen.

2.De feiten

2.1.
[passsagier 1] en [passagier 2] (hierna: de passagiers) hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via London Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk) naar Hong Kong International Airport (Hong Kong) op 24 september 2019.
2.2.
Vlucht BA439 van Amsterdam-Schiphol Airport naar London Heathrow Airport (hierna: de vlucht) is geannuleerd. De passagiers zijn omgeboekt naar alternatieve vluchten.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vordering overgedragen aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 1.200,00.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de vlucht van Amsterdam-Schiphol Airport naar London Heathrow Airport is geannuleerd, zodat er in beginsel een compensatieplicht rust op de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
De vervoerder heeft aangevoerd dat de vlucht is geannuleerd vanwege de slechte weersomstandigheden op en rond de luchthaven van Heathrow. Op 24 september 2019 was sprake van zeer sterke windvlagen, regen en een zeer hoog risico op onweer als gevolg waarvan het Britse KNMI (MET Office) en het luchtverkeersbeheer (NATS) beperkingen hebben ingesteld. In dit kader verwijst de vervoerder naar het HOEC-rapport van MET Office en NATS. Ook verwijst de vervoerder naar het Traffic Manager’s Log waarin onder meer het volgende staat: “
ATM update 1515 – Heathrow rate has decreased further to allow for a fire break due to increasing airholding. 28/60 1600-1700z”. Op en rond de vertrektijd van de vlucht konden 28 per uur worden verwerkt, terwijl dit normaal gesproken 48 vlucht per uur zijn op dit tijdstip. Vanwege de ingestelde beperkingen werd de vlucht (die gepland stond om op 16:20 uur lokale tijd op Heathrow aan te komen) geannuleerd. De vervoerder heeft hierbij toegelicht dat London Heathrow Airport zijn thuisbasis en dat een capaciteitsreductie altijd van invloed zal zijn op zijn vluchten. De vervoerder meent dat hij deze instructies op moest volgen.
4.4.
AirHelp betwist dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden. Hierbij heeft AirHelp aangegeven dat de vlucht in kwestie de enige vlucht was die die dag werd geannuleerd. Voorts heeft AirHelp gesteld dat de vervoerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de annulering van de vlucht in kwestie noodzakelijk was.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat het aan de vervoerder is om aan te tonen dat hij, gelet op de duur en mate van de luchtverkeersleidingsrestricties geen andere keuze had dan tot annulering van de vlucht over te gaan. Ook is het aan de vervoerder om aan te tonen dat de betreffende luchthaven (in dit geval London Heathrow Airport) zijn thuisbasis is. De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de luchtverkeersleiding vanwege de (voorspelde) weersomstandigheden de capaciteit van de luchthaven heeft verminderd en dat dit van invloed is geweest op zijn vluchten. De vervoerder heeft immers voldoende toegelicht en onderbouwd dat de gedurende de hele dag sprake was van een verlaagde capaciteit tussen de 28 en 42 vluchten per uur. Tijdens de geplande aankomst van de vlucht gold een capaciteit van 28 vluchten per uur. De vervoerder heeft uiteindelijk 25 vertrekkende vluchten en 20 inkomende vluchten moeten annuleren, hetgeen blijkt uit de rapportages “
BA LHR shorthaul departures 24 sep 2019” en “
BA LHR shorthaul arrival 24 sep 2019”. Rotatievlucht BA438/ BA439 (waar de onderhavige vlucht onderdeel van uitmaakt) is dus niet, zoals AirHelp stelt, de enige rotatie tussen Amsterdam en Londen die is geannuleerd. Voorts heeft de vervoerder voldoende toegelicht waarom een vertraagde uitvoering van de vlucht niet mogelijk was. Er was sprake van een dusdanige vertraging (een gemiddelde (vertrek)vertraging van 90 minuten) waardoor de vervoerder genoodzaakt was om vluchten te annuleren. Anders had dit tot meer verstoringen geleid. Ook heeft de vervoerder toegelicht met welke factoren hij rekening houdt bij het annuleren van vluchten. Zo worden volgens de vervoerder korte afstand-vluchten sneller geannuleerd dan lange afstand-vluchten, omdat lange afstand-vluchten veelal reeds in de lucht waren toen de beperkingen werden toegepast en veelal niet onder de beperkingen vielen.
4.6.
De kantonrechter is alles bij elkaar genomen van oordeel dat de vervoerder in onderhavige zaak een geslaagd beroep kan doen op buitengewone omstandigheden. De door het luchtverkeersbeheer afgekondigde capaciteitsreductie, vanwege de slechte weersomstandigheden, heeft de vervoerder voldoende onderbouwd.
4.7.
De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering als gevolg van de buitengewone omstandigheden te voorkomen dan wel de vertraging te beperken. De vervoerder heeft aangevoerd dat hij de passagiers heeft omgeboekt naar de eerst beschikbare vlucht. Ook heeft de vervoerder toegelicht dat hij een buffer in zijn schema heeft om vertragingen op te vangen. AirHelp heeft het voornoemde niet betwist. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder in dit geval nog meer of anders had moeten nemen. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. De kantonrechter wijst de vordering van AirHelp dan ook af.
4.8.
De proceskosten komen voor rekening van AirHelp, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van AirHelp, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente over voornoemde kosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 264,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 66,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter