ECLI:NL:RBNHO:2023:9861

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
10661820
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning wegens ernstige overlast door de huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning. De eisende partij, F.M.T. Beheer B.V. (hierna: VPS), heeft de ontruiming gevorderd van een huurder die ernstige overlast veroorzaakte voor de medebewoners van het complex. De huurder, die psychisch kwetsbaar is en een visuele beperking heeft, heeft herhaaldelijk geluidsoverlast veroorzaakt, waaronder schreeuwen en het verstoren van de nachtrust van andere bewoners. Ondanks dat de huurder recht heeft op zorg, is deze zorg niet adequaat verleend, wat heeft bijgedragen aan de overlast. De kantonrechter heeft overwogen dat het belang van de verhuurder om de overige bewoners een veilig en rustig huurgenot te bieden zwaarder weegt dan het belang van de huurder om in de woning te blijven. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een ontruimingstermijn van 14 dagen na betekening van het vonnis. De huurder is ook veroordeeld in de proceskosten van VPS.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10661820 \ VV EXPL 23-108
Vonnis in kort geding van 6 oktober 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
F.M.T. BEHEER B.V. (mede) h.o.d.n.
VPS Nederland,
te Den Haag,
eisende partij,
hierna te noemen: VPS,
gemachtigde: mr. R. Willemsen,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] , gemeente [gemeente 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J. Sprakel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 augustus 2023 met 24 producties;
  • de brief van 18 september 2023 van de kant van VPS met productie 25 tot en met 29;
  • de brief van 20 september 2023 van de kant van VPS met productie 30;
  • de brief van 20 september 2023 van de kant van [gedaagde] met producties 1 tot en met 14;
  • de e-mail van 21 september 2023 van de kant van [gedaagde] met producties 15 en 16;
  • de mondelinge behandeling van 22 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
  • de pleitnota van VPS;
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Zaak in het kort

2.1.
In deze zaak staat de vraag centraal of de huurder van woonruimte zodanige overlast aan omwonenden veroorzaakt, dat dit de door verhuurder VPS gevorderde ontruiming rechtvaardigt. Complicerende factor daarbij is dat niet ter discussie staat dat de zorg waarop de huurder, die psychisch kwetsbaar is en een visuele beperking heeft, recht heeft, niet goed van de grond is gekomen. Daardoor is de overlast mogelijk verergerd althans niet verminderd. Het belang van de huurder bij behoud van de woning is evident. Desondanks acht de kantonrechter, alle feiten en omstandigheden overwegend, het belang van verhuurder om de overige bewoners van [het complex] , die veelal ook tot een kwetsbare groep behoren, rustig huurgenot te verschaffen, zwaarder dan het belang van huurder om in zijn woning te blijven. De vordering tot ontruiming wordt daarom toegewezen. De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis.

3.De feiten

3.1.
VSP beheert panden voor opdrachtgevers die eigenaar van deze panden zijn. Eén daarvan is het voormalig woonzorgcentrum [het complex] van de gemeente [gemeente 1] gelegen aan de [adres 1] te [plaats] , bestaande uit vijfennegentig kamers met gemeenschappelijke ruimten (hierna: het complex).
3.2.
In het kader van het beheer van het complex sluit VSP op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandswet tijdelijke huurovereenkomsten met huurders. De huurders bestaan uit door de gemeente [gemeente 1] geïdentificeerde doelgroepen, te weten statushouders, alleenstaande minderjarige vreemdelingen, jongeren met jeugdzorg, studenten, regulier woningzoekenden en mensen uit de doelgroep ‘beschut wonen’. Bij dat laatste gaat het om jongvolwassenen met veelal autismeproblematiek die professionele hulp krijgen van externe partijen. Wonen en zorg is daarbij gescheiden.
3.3.
Met ingang van 7 maart 2023 is VPS met [gedaagde] een tijdelijke huurovereenkomst op grond van artikel 15 en 16 van de Leegstandswet aangegaan voor kamer [adres 2] op de vijfde verdieping van het complex. [gedaagde] beschikt over de indicatie ‘Beschut Wonen’ van de gemeente [gemeente 2] . De aan hem te leveren zorg is toegewezen aan [zorgverlener 1] (hierna: [zorgverlener 1]).
3.4.
In reactie op een e-mail van [betrokkene 1] , projectleider bij VPS (hierna: [betrokkene 1] ), van 20 maart 2023 aan de heer [betrokkene 2] , een medebewoner van het complex, dat wanneer hij last heeft van zijn bovenbuurman hij contact op kan nemen met de achterwacht met vermelding van het 06 nummer, heeft [betrokkene 2] op 2 april 2023 het volgende per e-mail aan [betrokkene 1] geschreven:
I spoke with the company and they asked me weird questions like his personal informations which i don’t have but i cant anymore continue live like that it is not possible I want you to take immediate action
3.5.
Op 4 april 2023 heeft [betrokkene 3] , beleidsmedewerker WMO van de gemeente [gemeente 1] (hierna: [betrokkene 3] ), aan [zorgverlener 1] onder meer het volgende per e-mail geschreven:
(…)
Ik heb jullie allebei gebeld maar krijg jullie niet te pakken.
We worden net gebeld dat de bewoner van [het complex] ( [gedaagde] ) de kraan van de muur heeft getrokken en voor aanzienlijke waterschade bij o.a. zijn onderburen heeft gezorgd. Daarnaast heeft hij een gemeenschappelijke wasdroger op zijn kamer gezet. Gisteren heb ik met jullie beiden contact gehad dat het schreeuwen ook niet is gestopt en dat de achterwacht niet langs komt wanneer ze hier een melding van krijgen.
De situatie van deze client op [het complex] is niet houdbaar enerzijds door het gedrag van de client, maar anderzijds ook door het niet (voldoende) aanwezig zijn van de benodigde ondersteuning en begeleiding.
Gezien het bovenstaande zijn wij voornemens zijn huurovereenkomst te beëindigen. De veiligheid van de andere bewoners van het pand komen in het geding.
(…)
3.6.
Op 5 april 2023 heeft VPS aan [gedaagde] geschreven:
Beste [gedaagde] ,
Naar aanleiding van ons bezoek aan het pand aan de [adres 1] , [adres 2] te [plaats] hebben wij geconstateerd dat de woning niet volgens afspraak wordt bewoond.
Dit is schriftelijk de eerste en tevens laatste officiële waarschuwing voor onderstaande constateringen.

Toe-eigenen en meenemen van de gemeenschappelijke drogers, dit kan gezien worden als diefstal.

Het slopen van de inductiekookplaat, afzuig installatie en waterkraan.

Veroorzaken van geluidsoverlast na meerdere mondelinge waarschuwingen.
Indien je bij de volgende controle niet aan onze voorwaarden voldaan hebt zal het contract direct worden ontbonden, (…)
3.7.
Bij brief van 13 april 2023 heeft VPS aan [gedaagde] de huur per 16 juli 2023 opgezegd. In de brief staat:
Vanwege de vele meldingen van geluidsoverlast met een officiële waarschuwing blijven de meldingen van overlast binnenkomen (…) zeggen we hierbij de tijdelijke huurovereenkomst op.
(…)
3.8.
Op die zelfde dag heeft beleidsadviseur Beschut en Beschermd Wonen van de gemeenten [gemeente 2] en [gemeente 3] , [betrokkene 4] , in een e-mail aan de gemeente [gemeente 1] geschreven:
“(…) dat dakloosheid bij deze client voorkomen moet worden (…). Het gaat client niet helpen om via dakloosheid (gemeente [gemeente 2] wordt dan verantwoordelijk voor huisvesting) opzoek te gaan naar een passende plek. De maatschappelijk opvang is echt niet de juiste omgeving voor deze client en bovendien kan hij daar alleen terecht als zijn Beschut Wonen beschikking wordt ingetrokken. (…) Wij zijn blij met de bereidheid van [zorgverlener 2]. In het kader van verwachtingen; zij zullen geen wonderen kunnen verrichten in het stoppen van de overlast. Laten we uitgaan van een goed vervolg waarin we de juiste plek voor deze meneer kunnen vinden. (…)”
3.9.
VPS heeft bij brief van 14 juli 2023 de eerder aangegeven einddatum geconverteerd naar 31 juli 2023.
3.10.
Op 4 mei 2023 heeft [betrokkene 1] per e-mail aan [zorgverlener 1] geschreven:
Gisteren hebben wij van 7 bewoners klachten binnengekregen over ernstige geluidoverlast, afkomstig vanaf de 5e verdieping.
Wij denken ook dat [gedaagde] iets heeft gesloopt in het appartement omdat er harde knallen zijn gehoord.
Kunnen jullie met spoed iemand langs sturen?
3.11.
VPS ontving een doorgestuurde e-mail van [betrokkene 4] , beleidsadviseur Beschut en beschermd wonen van de gemeente [gemeente 2] en [gemeente 3] , waarin zij opmerkt dat er veel jong publiek binnen komt via de achterdeur van het complex dat zich op de verdieping van [gedaagde] verzamelt en voor overlast zorgt en het niet perse [gedaagde] is die voor overlast zorgt. In reactie daarop heeft [betrokkene 1] op 9 mei 2023 aan [betrokkene 5] , projectleider [het complex] van Huisvesting kwetsbare doelgroepen van de gemeente [gemeente 1] (hierna: [betrokkene 5] ), het volgende geschreven:
De klacht van 3 mei was overduidelijk van [gedaagde] afkomstig.
[betrokkene 2] hoorde het recht boven zich, hij zit op de 4e verdieping precies onder [gedaagde] .
Meerdere bewoners geven aan dat het geluid uit [adres 2] afkomstig is.
Het is niet alleen geluid van een schreeuw hij is ook iets slopen in z’n kamer.
Hij weigert ons toegang om in z’n woning te kijken.
Ze horen steeds hetzelfde geluid als wat vaker uit [gedaagde] zijn woning komt.
Dit heb ik zelf ook geconstateerd.
3.12.
Op 26 mei 2023 heeft [betrokkene 5] per e-mail aan [betrokkene 1] geschreven:
Gisteren kreeg ik verontrustend nieuws van de beheerder en locatiemanager, namelijk het volgende. [gedaagde] heeft begrepen dat er geluidsopnames zijn gemaakt door buren waaruit duidelijk wordt dat het geluidsoverlast niet komt van ‘insluipers’ maar van [gedaagde] zelf. Naar aanleiding daarvan is hij naar zijn onderbuurman gegaan en heeft hij hem medegedeeld dat als de locatiemanager of de beheerder bij hem aankloppen hij klaar zal staan met een hamer om ze ‘de hersens in te slaan’. Dit is een behoorlijke bedreiging die we zeer serieus nemen.Zoals jullie begrijpen zal aangifte gedaan worden van dit incident. Uiteraard blijft het niet bij deze uitspraken, want het overlast loopt door en de kosten die gemaakt worden voor reparaties veroorzaakt doordat hij bijvoorbeeld de kraan en de kasten van de muren trekt waardoor kortsluiting en lekkages ontstaan lopen op. Met deze mail wil ik voor de laatste keer formeel het signaal afgeven dat [gedaagde] deze locatie niet aan kan, gevaarlijk is voor bewoners en werknemers en depassendezorg en ondersteuning van [gedaagde] volledig uit blijft. Het kan zo echt niet langer. Ik verwacht primair van de [zorgverlener 1] maar ook van de gemeente [gemeente 2] per direct actie.
3.13.
Op 1 juni 2023 heeft [betrokkene 5] per e-mail aan [betrokkene 1] geschreven:
Ik sprak [betrokkene 6] en ik begrijp dat de onderbuurman van [gedaagde] niet meer kan slapen door al het geschreeuw, slaappillen nodig heeft etc. Dat kan natuurlijk niet. Daarom wil ik hem aanbieden dat hij tijdelijk woning [adres 3] mag gebruiken zolang deze toch nog op woningnet staat. (…) Op het moment dat [gedaagde] nog niet weg is als er een nieuwe bewoner in gaat gaan we even naar een andere woning in het pand kijken waar hij tijdelijk kan verblijven.
3.14.
Op 25 juli 2023 heeft [betrokkene 7] , Consulent Werk, Inkomen en Inburgering van de gemeenten [gemeente 1] en [gemeente 4] , per e-mail aan [betrokkene 1] geschreven:
Een klant van mij [betrokkene 8] op de 5e verdieping wil een klacht indienen over de bewoner die veel geluidsoverlast veroorzaakt. Helaas weet hij het kamernummer en de naam niet van de bewoner.
Hij heeft eerder bij [betrokkene 9] paar keer melding gedaan. Het geluidsoverlast is nu zo erg dat [betrokkene 8] geen nachtrust heeft. Hierdoor ervaart hij veel problemen in zijn dagelijks leven.
(…)
3.15.
Op 27 juli 2023 heeft [betrokkene 5] aan [betrokkene 1] per e-mail onder meer geschreven:
I.v. m. [gedaagde] die ontzettend veel overlast veroorzaakt kan ik geen minderjarige vluchteling plaatsen in het appartement naast hem. Daarom ben ik genoodzaakt de woning naast [gedaagde] een pauzewoning woning te maken en de AMV’er te plaatsen in een pauzewoning op dezelfde verdieping.
3.16.
Op 2 augustus 2023 heeft [betrokkene 10] , medebewoner van het complex, aan [betrokkene 9] , huismeester van het complex is (hierna: de huismeester), geschreven:
Ik wil u op de hoogte stellen van een probleem en ik hoop dat het snel wordt opgelost.
We hebben een buurman ( [gedaagde] ) met speciale behoeften die op de vijfde verdieping woont.
Het gebeurde omdat hij steeds naar de derde verdieping kwam en vervelende geluiden maakte en we midden in de nacht rond 10-12 uur wakker werden.
3.17.
De huismeester heeft in een verslag van 14 augustus 2023 aan VPS geschreven:
“(…) Op 5 april liep ik tegen eerste probleem aan, het was de verdwijnen van een gemeenschappelijke wasmachine die in de gemeenschappelijke wasruimte dient te staan en een waterlek op de vijfde verdieping. Bij het opsporen van de bron van het lek ontdekte ik dat het afkomstig was van kamer nr. [adres 4] . Toen ik met de bewoner van kamer nr. [adres 4] , [adres 2] ( [gedaagde] ) wilde praten, merkte ik bij het openen van de deur op dat de wasmachine zich in zijn kamer bevond, in plaats van op de gebruikelijke plek. Ik constateerde ook dat hij de kranen, wastafel en douche had vernield, wat resulteerde in de lekkage. Ook zag ik dat hij schade had toegebracht aan de kookplaat en afzuigkap. Toen belde [betrokkene 1] de organisatie die hem begeleid over wat er was gebeurd, en ze stuurden een persoon naar [het complex] , en hij vertelde [gedaagde] dat hij de wasmachine moest terugbrengen, en dit is wat er echt gebeurde. Trouwens hoorde de begeleider [gedaagde] schreeuwen. De geluiden worden overdag en in de nacht geconstateerd.
Toen wij in mei 2023 langskwamen bleek hij de keuken helemaal had gesloopt, er was niks meer van de keuken over.
In juni 2023 bleek het glas kapot is vanuit de binnenkant van de kamer.
Daarnaast veroorzaakt [gedaagde] van 3 april tot nu toe storende geluiden met een zeer luide stem op verschillende tijdstippen van de dag die ik zelf heb gehoord tijdens mijn werk uren. Deze geluiden zijn vooral ’s nachts erg hinderlijk(de bewoners hebben geluidopname naar me gestuurd). Soms dwaalt hij ook rond op de verschillende verdiepingen van het gebouw en klopt hij op de deuren van bepaalde bewoners waarbij hij dwingend vraagt om te helpen met zaken zoals het lezen en schrijven van een brief, zonder hierbij rekening te houden met het late uur. Dit irriteert de bewoners.
Zo vertelde [betrokkene 11] van kamer [adres 5] mij dat terwijl hij naar huis liep, rond 2.30 uur ’s nachts, hij een van de bewoners om hulp hoorde schreeuwen. Ik vermoedde dat het [gedaagde] was, aangezien het geluid afkomstig was van de bovenverdiepingen en van de kant waar [gedaagde] woont.(enkele bewoners bevestigen desgevraagd mijn vermoeden dat het [gedaagde] was die om hulp schreeuwde) Nadat ik het verhaal van [betrokkene 11] had gehoord, ben ik direct naar de kamer van [gedaagde] gegaan. Echter, zoals gebruikelijk opende hij de deur niet. Ik had zijn begeleider gebeld om te vertellen wat er allemaal was gebeurd.”
* Op 24 april klaagde de heer [betrokkene 2]
(kamer [adres 6] ) over storende geluiden en geluiden van brekende muren ed. uit de kamer van [gedaagde] . De klachten van de heer [betrokkene 2] zijn herhaald en duren tot op de dag van vandaag voort.
[betrokkene 2] is op dit moment ook naar een andere kamer verhuisd omdat hij ’s nachts slaappillen moet nemen om te kunnen slapen vanwege het geluidsoverlast.
* Op 3 mei klaagden ruim zeven bewoners over meneer [gedaagde] omdat hij na middernacht rondliep in de woning en storende geluiden maakte, en dat hebben we zijn begeleiders gemeld. Hiervoor hebben wij een spoedmelding uitgezet naar [zorgverlener 1] met de vraag of ze de crisisdienst kunnen bellen.Wij waren bezorgd over de mentale toestand van [gedaagde] .
* Rond 6 juli klaagde meneer [betrokkene 2] dat [gedaagde] de elektriciteit van de wasmachine had losgekoppeld onder het voorwendsel dat hij door het geluid van de wasmachine niet kon slapen, ( [betrokkene 2] woont op de vierde verdieping en [gedaagde] op de vijfde), en het was nog vroeg, bijna 21.00 uur.
Later bleek de wasmachine weggenomen te zijn en stond een dag later in de kamer van [gedaagde]
* Meneer [betrokkene 12] (kamer [adres 7] ) klaagt bijna elke dag over [gedaagde] ’s stoornissen, vooral over de geluiden die [gedaagde] maakt waardoor hij niet normaal kan slapen. (Hij heeft audio-opnames naar me gestuurd)
Er zijn op [het complex] momenteel veel irritaties over het geluidsoverlast op de 5e verdieping. Veel bewoners op de 5e en 4e verdieping ervaren in de nacht veel hinder en zijn er helemaal klaar mee met de situatie. Sommige bewoners hebben helemaal geen nachtrust meer. Er zitten momenteel op de 5e verdieping bewoners met een beschut wonen indicatie en die ervaren ook veel hinder door het geluid. Voor die mensen is rust heel belangrijk, door de huidige situatie ervaren ze dat niet.
In de toekomst komen op de 5e verdieping ook AMV’ers te wonen. Door de huidige situatie kunnen wij de mensen momenteel niet plaatsen.
3.18.
Op 8 september 2023 heeft de huismeester aan [betrokkene 13] , relatiemanager bij VPS, per e-mail (met als onderwerp: Audio overlast [gedaagde] ) geschreven:
De bewoner van [adres 8] klaagt dagelijks over dat hij kan niet al maanden slapen en studeren vanwege het lawaai en geschreeuw dat van [gedaagde] komt.
3.19.
Op de vraag van VPS of hij kan vertellen wat er op de meegestuurde geluidsopname wordt gezegd, heeft de huismeester op 11 september 2023 per e-mail geschreven:
“Ik ben deze man beu.
Als je hem niet uit de woning haalt, zal ik problemen met hem maken, omdat ik sinds hier woon niet kan slapen” en daarna heef hij gevloekt
3.20.
Op 12 september 2023 heeft [betrokkene 14] , medebewoner van het complex, aan onder meer de huismeester en VPS per e-mail geschreven:
Hallo, goede dag allemaal. Ik heb een groot probleem. Ik kan niet slapen en voel me niet veilig omdat [gedaagde] elke avond in de keuken op de vierde verdieping staat te schreeuwen en schreeuwen. Gisteravond zat hij een kartonnen doos in de oven en de gang rook naar kartonbrand. Foto’s zijn bijgevoegd. [betrokkene 15] was getuige van het incident toen hij de afwas kwam ophalen. Ik heb de afgelopen 3 nachten niet kunnen slapen omdat [gedaagde] de hele nacht aan het schreeuwen is, met dingen gooit, deuren dichtslaat, tegen zichzelf praat en rondloopt. (…)
3.21.
Bij e-mail van 15 september 2023 heeft [betrokkene 1] aan de raadsman van VPS geschreven:
(…)
Vandaag was het een hectische dag wat betreft [gedaagde] , wij krijgen een melding binnen dat [gedaagde] onder de snijwonden zat en een blauwoog heeft.
Tevens zijn er geluidsopname gemaakt waar hij keihard aan het schreeuwen is en vermoedelijk zichzelf opzettelijk leed veroorzaakte.
Na een paar uur met de politie, crisisteam en andere instanties gebeld te hebben is de politie langs geweest en zagen de ernst van binnen treden niet in.
Hierdoor is het crisisteam ook niet langs geweest.
Na meerdere malen aandringen en na contact met de gemeente [gemeente 1] hebben wij het voor elkaar gekregen om [gedaagde] op een lijst te krijgen voor een crisismaatregel. (…)
3.22.
Op diezelfde dag heeft [betrokkene 3] in een e-mail aan de bij deze zaak betrokken instanties onder meer geschreven:
(…) Huismeester (…) en buren hebben meerdere meldingen gedaan de afgelopen weken en maanden van geschreeuw en vermoedens van automutilatie. De afgelopen week escaleert dit gedrag steeds verder, met vandaag een hoogtepunt. Bewoners horen meneer schreeuwen in zijn woning, waarbij hij verschillende stemmen op zet, zij horen klappen uit zijn kamer komen waaruit het vermoeden ontstaat dat hij zichzelf slaat. Hij kermt na elke klap van de pijn die hij zichzelf aandoet. Schoonmakers hebben hem gezien met bloed over zijn armen lopend. Schrammen, schaafwonden, snijwonden en een blauw oog. Na wederom veel geschreeuw en het niet willen toelaten van de huismeester is door meneer (…) de politie ingeschakeld. Na korte aanwezigheid zijn zij weer vertrokken. Cliënt doet de deur niet of amper open en doet voor alsof er niets aan de hand is (hier is hij erg overtuigend in).
(…)
Samengevat is de politie, de wijkagent, de crisisdienst, de gemeente [gemeente 2] en de (…) benaderd met een noodkreet om hulp. Geen van de instanties heeft tot op heden de cliënt adequate ondersteuning kunnen bieden. Wij willen benadrukken dat wij ons ernstige zorgen maken over de veiligheid van de cliënt alsmede de veiligheid van de ook kwetsbare bewoners eromheen. (escalatie van cliënt leidt ook tot bedreigingen van personeel en buren, (…))
Wij weten op dit moment na het spreken van alle instanties niet meer wat wij nog kunnen doen en zijn geschrokken van de onmogelijkheid om door het systeem heen te komen.
We vinden het lastig ons hierbij neer te leggen. En vragen daarom toch alle partijen om te doen wat mogelijk is om client de hulp te kunnen bieden die hij duidelijk nodig heeft. (…)
3.23.
De heer [betrokkene 12] , medebewoner van het complex, heeft op 18 september 2023 in een brief aan VPS geschreven:
Hierbij dien ik een klacht in wegens geluidsoverlast die de heer [gedaagde] bewust of onbewust veroorzaakt.
Voor de laatste drie of vier maanden heb ik regelmatig na 23:00 tot diep in de nacht last van geluidsoverlast bij mij thuis. De overlast komt van harde schreeuw die ik als buitengewoon ervaar en die tot onaangename agressies leidt waardoor ik problemen heb met slapen. U bent de nieuwe eigenaar van het pand en in het verleden hebben wij nooit last gehad van geluid.
Omdat ik al vanaf begin last heb, Ik benaderde hem heel vriendelijk en vroeg of hij rekening kon houden met de buren oom hem heen, zijn reactie was schokkend, hij vroeg mij of ik moslim ben of niet en waarom ik naar Nederland kwam.
Hij maakt de hele ingang onhygiënisch door zijn vuil achter te laten, MAAR wat mij erg zorgen maakt is dat hij onaangekondigd naar mijn huis kwam en naar binnen kijken.
Gezien bovenstaande verzoeken wij u passende maatregelen te nemen. (…)
3.24.
Bij e-mail van 18 september 2023 heeft [betrokkene 17] , medebewoner van het complex, aan [betrokkene 1] geschreven:
Hoi, [betrokkene 1] , zoals ik al had verwacht is het niet rustig gebleven mbt [gedaagde] . Andere bewoners zijn ’s nachts door hem wakker gehouden zaterdagnacht door het schreeuwen. Ook is hij op deuren gaan kloppen weer, ik sprak een bewoner die ook echt bang is en niet meer thuis echt durft te slapen. Hij praat erg agressief en schreeuwt.
De personen hebben niet de politie gebeld, uit angst.
Iedereen houdt z’n deur op slot en bang om hem tegen te komen. Ik ook.
3.25.
Bij e-mail van 19 september 2023 hebben bewoners van het complex, die vanwege hun veiligheid niet bij naam willen worden genoemd aan de gemeente en VPS geschreven:
Wij, de bewoners van [het complex] , mailen jullie om onze ernstige zorgen te uiten over de psychische gezondheid van [gedaagde] . Het gedrag dat [gedaagde] vertoont is agressief en zorgt voor veel angst in het pand. Meerdere bewoners hebben aangegeven dat ze hun deur niet meer open doen, uit angst voor eigen veiligheid.
Wij maken ons zorgen over onze eigen veiligheid. Meermaals heeft hij personen bedreigd en komt hij agressief langs de deuren. ’s Avonds en ‘s nachts. Dit kan niet langer, Al maanden niet. [het complex] is geen plek voor [gedaagde] , omdat hij dringend hulp nodig heeft.
(…) Wij zijn bang dat hij hemzelf, of een bewoner, iets binnenkort aan gaat doen. (…) Bewoners durven geen hulp te zoeken uit angst voor eigen veiligheid.
Zijn gedrag lijkt steeds heftiger te worden. Ook afgelopen weekend zijn bewoners opnieuw wakker gehouden door schreeuwen en leven in angst. En is hij langs deuren gegaan.
Dit beïnvloed ons leven op dagelijkse basis. Neem ons voor zijn, en onze veiligheid, alstublieft serieus. (…)
3.26.
Bij e-mail van 20 september 2023 heeft [betrokkene 16] , medebewoner van het complex, aan de gemachtigde van [gedaagde] geschreven:
[gedaagde] kwam zojuist aan m’n deur. Hij gaf aan dat er wat dingen speelde en vroeg mij of ik dit wou doorsturen.
Ik begreep dat er berichten waren over dat hij dreigend overkwam bij bewoners maar daar kan ik mij persoonlijk niet in vinden. Hij vroeg mij netjes hiernaar en gaf duidelijk aan dat het alleen hoefde als ik dat zelf oké vindt.
3.27.
Bij e-mail van 21 september 2023 heeft [betrokkene 11] [betrokkene 18] , medebewoner van het complex, aan de gemachtigde van [gedaagde] geschreven:
Hoi [gedaagde] ,
Je vroeg aan mij om een verklaring te schrijven over de volgende 3 punten:
Waren er defecten in mijn badkamer?
Heb ik last van je als jij een episode hebt?
(…)
(…)
1.
In mijn badkamer had ik 2 defecten.
Mijn toilet lekte aan de onderkant waarna ik contact opnam met [betrokkene 9] die contact opnam met VPS.
(…)
2.
Overdag hoor ik je wel eens, maar ik heb er over het algemeen geen last van. Soms maak ik me wel zorgen als je je zelf uitscheld en denk ik dat je jezelf iets wilt aandoen.
’s Avonds of ’s nachts kan ik me er wel aan storen. Ik slaap altijd met mijn raam open en dan hoor ik je vaak. Soms kan ik hierdoor niet in een keer in slaap vallen.
(…)
3.28.
Over de zorgverlening aan [gedaagde] staat in een e-mail van 2 augustus 2023 van [zorgverlener 1] aan VPS onder meer:
Je (jullie) vroegen ons gisteren om op papier te zetten wat wij aan acties hebben ondernomen richting client. Wij kunnen zorginhoudelijk niets over de client melden buiten wat je zelf hebt kunnen waarnemen, maar we kunnen wel melden wat onze acties zijn geweest richting client omdat dit onderdeel is van al het werk wat wij doen met en voor al onze clienten.
Voor ik verder ga wil ik helderheid schepen waar ieders taak en verantwoordelijkheid ligt:
-
Wonen en zorg zijn gescheiden (beschut wonen heet dat)
-
De gemeente [gemeente 2] verstrekt de zorgindicatie (…)
-
De [zorgverlener 1] voert de zorg uit (…)
-
De gemeente [gemeente 1] (en namens hen jullie onderneming) is de verhuurder (regulier huurcontract)
-
De client is een volwassen Nederlander en draagt daarmee ook verantwoordelijkheden als zorgafnemer (hier is samenwerking voor nodig met client) en als huurder (met alle rechten en plichten)
(…)
Hieronder wat wij waarnemen zonder de zorginhoud in te gaan
  • Client geeft keer op keer aan niet mee te willen werken.
  • Client wil niet bij gesprekken zijn en wil ook niet dat wij gesprekken namens hem voeren
  • Client wil niet dat wij contact hebben met zijn raadsman/ advocaat
  • Client is het niet eens met de zorgindicatie die hij vanuit de gemeente eigenlijk zou moeten rijgen (“beschermd wonen”). Om die reden is het niet mogelijk voor de gemeente een passende zorgindicatie af te geven.
  • Client zorgt het afgelopen jaar voor een onveilig gevoel bij onze medewerkers: er is dan ook al meerdere keren gewisseld van casemanager
Hieronder even concreet welke acties gericht op “overplaatsing” van client die wij hebben ondernomen de afgelopen maanden:
Onze opdrachtgever, de gemeente [gemeente 2] heeft ons dringend verzocht om contact te leggen met [zorgverlener 2] om hen te laten mee kijken in deze casus en ook om hen intern te laten kijken of er een beter passende plek zou kunnen zijn voor client. (…)
[zorgverlener 2] ondersteunt in het vinden van een andere woonplek voor cliënt: (…)
[zorgverlener 2] stelde tussentijds een “Time Out Huis” voor. Tijdens contact [zorgverlener 2] en client over dit traject heeft client aan dit traject niet in te willen en “kapt” contact met [zorgverlener 2] af.
Traject PACT-woning [gemeente 5]
Begin juli 2023 is er samen met client gesprek gevoerd met gemeente [gemeente 5] (vallend onder centrum gemeente [gemeente 2] wanneer het om het afgeven van zorgindicaties “beschermd wonen” & “beschut wonen”) over mogelijkheden tot aanmelding PACT woning in [gemeente 5] .
Een PACT woning is een “sociale huur-uitstroom woning.”
Client geeft aan geen communicatie toe te staan tussen [zorgverlener 1] en gemeente [gemeente 5] waardoor het proces stil is komen te liggen. Client geeft hierna aan de komende 5 weken geen contact te willen met de [zorgverlener 1].
Het begeleiden van client vanuit [zorgverlener 1]
Vanuit De [zorgverlener 1] wordt het ons nagenoeg onmogelijk gemaakt om de zorg te leveren die we zouden moeten leveren door weigering van client. We zien client niet of nauwelijks.
Wij zijn van mening dat deze plek en deze vorm van zorg niet passend is bij wat client nodig heeft.
(…)
3.29.
In opdracht van de gemeente [gemeente 2] , heeft [zorgverlener 1] eind augustus 2023 contact gezocht met [zorgverlener 2], om de ambulante zorg van [gedaagde] aan hen over te dragen. [gedaagde] heeft nog geen zicht op een uitstroommogelijkheid naar een andere woning.
4.
Het geschil
4.1.
VPS vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
- om binnen 24 uur na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, de kamer aan de [adres 1] in [plaats] , met het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de in bruikleen gegeven sleutels, aan VPS;
- tot de proceskosten, salaris en verschotten daaronder begrepen, met de bepaling dat de wettelijke rente verschuldigd zal zijn over de proceskosten vanaf de vijftiende dag na het wijzen van het vonnis.
4.2.
VPS legt aan de vordering ten grondslag dat sprake is van ernstige mate van overlast aan omwonenden. Ook heeft [gedaagde] schade toegebracht aan het gehuurde. Deze gedragingen zijn in strijd met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst om het gehuurde als een goed en zorgvuldig huisvader te gebruiken en om aan omwonenden en anderen geen overlast te veroorzaken. Deze tekortkomingen wegen dermate zwaar dat deze ontruiming rechtvaardigen. Het belang van [gedaagde] bij behoud van de woning weegt onvoldoende op tegen het belang van de omwonenden / overige huurders van VPS bij een veilige en overlastvrije woonsituatie, aldus VPS.
4.3.
[gedaagde] betwist de vordering en voert – samengevat – het volgende aan. Hij erkent dat hij ’s nachts overlast heeft veroorzaakt (en veroorzaakt), maar dat kan in de gegeven omstandigheden niet leiden tot ontruiming van het gehuurde. [gedaagde] heeft belang bij een stabiele woonsituatie van waaruit hij (eventueel) kan uitstromen naar een andere woning. [gedaagde] is kwetsbaar vanwege zijn visuele beperking (zicht is minder dan 5%) en zijn psychische problematiek. Dit was bekend bij aanvang van de huur, maar daar heeft VPS niets mee gedaan. Omdat VPS geen pogingen heeft gedaan om tot een minder ingrijpende oplossing te komen en opportunistisch heeft gedagvaard, ontbreekt het spoedeisend belang. In plaats van alternatieven te onderzoeken zoals isolatie van de kamer en aanpassing aan zijn visuele beperking (te bekostigen via de WMO of de organisatie Visio), is VPS na een eerste en enige waarschuwing op 5 april 2023 gelijk overgegaan tot opzegging van de huur waarna zij een ontruimingsprocedure is gestart. Daarbij is ook niet de juiste opzeggingsprocedure gevolgd. De opzegging geldt op zijn vroegst per 1 oktober 2023, aldus [gedaagde] .
Omdat [gedaagde] zorg nodig heeft, maar [zorgverlener 1] die zorg niet heeft kunnen leveren, had het op de weg van VPS gelegen om met betrokken partijen (gemeenten en [zorgverlener 1]) naar een oplossing te zoeken of in ieder geval voor overleg open te staan. Inmiddels is de zorg aan [zorgverlener 2] overgedragen, althans vindt die overdracht op korte termijn plaats, zodat de benodigde zorg wel geleverd zal kunnen worden.
[gedaagde] voert verder gemotiveerd verweer op de ingebrachte verklaringen en klachten over overlast en op (onderdelen van) de schade en betwist dat hij brandgevaar heeft veroorzaakt.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In dit kader staat voorop dat een bij voorlopige voorziening bevolen ontruiming een maatregel is, die diep ingrijpt in het gebruiksrecht en de daarmee verbonden huurbescherming van de huurder. Bij de beoordeling van een dergelijke vordering moet - volgens vaste jurisprudentie - grote terughoudendheid worden betracht, gelet op de omstandigheid dat in een kort gedingprocedure geen plaats is voor een - diepgaand - onderzoek naar bestreden feiten en ten tweede de vergaande, veelal onomkeerbare gevolgen van een ontruiming in kort geding, zoals in deze zaak aan de orde is.
5.2.
Verder staat vast dat de benodigde zorg vanaf het moment dat [gedaagde] met de indicatie ‘Beschut Wonen’ in het complex [het complex] is komen wonen, niet althans onvoldoende is verleend. Hoewel dit al snel duidelijk was en vervolgens van verschillende kanten is geprobeerd om voldoende zorg te organiseren, is dat tot op heden niet (aantoonbaar) gelukt. Dat is teleurstellend, vooral omdat [gedaagde] gemotiveerd heeft aangevoerd dat terugvallen op de maatschappelijke opvang vanwege zijn indicatie en mentale gesteldheid geen oplossing is. Hoewel dit wordt bevestigd door de gemeente (zie de e-mail van [betrokkene 4] van 13 april 2023) is de gemeente, die de zorg voor [gedaagde] aan [zorgverlener 1] had uitbesteed, er gedurende meerdere maanden niet in geslaagd om de juiste zorg voor [gedaagde] te realiseren.
Aan de andere kant staat het belang van de verhuurder die de overige huurders in het complex het rustig woongenot moet verschaffen. Deze huurders zijn in dit geval veelal ook kwetsbare mensen die niet of niet makkelijk ergens anders terecht kunnen. Dit plaatst de kantonrechter voor een moeilijke afweging.
Spoedeisend belang
5.3.
Het eerste verweer van [gedaagde] dat de vereiste spoedeisendheid ontbreekt, wordt gelet op de aard van de vordering en de door VPS gestelde overlast, gepasseerd.
5.4.
Het standpunt van [gedaagde] dat VPS geen pogingen heeft gedaan om tot een minder ingrijpende oplossing te komen en opportunistisch heeft gedagvaard, maakt dat oordeel niet anders. Hoewel [gedaagde] er terecht op wijst dat het op de weg van VPS had gelegen om alternatieven zoals isolatie of aanpassing van de kamer te onderzoeken, omdat kwetsbare personen als [gedaagde] bescherming genieten en ontruiming moet worden voorkomen, zou dat in dit geval geen oplossing zijn geweest. Uit de diverse meldingen en klachten blijkt immers dat niet alleen bewoners van naastgelegen kamers, maar ook die van de verdieping er onder overlast ervaren. Verder heeft [gedaagde] ook buiten zijn kamer overlast veroorzaakt door op de verschillende verdiepingen van het complex rond te lopen en op de deuren van bewoners te kloppen of in de avond in de keuken van een andere verdieping te staan schreeuwen.
Daarbij komt dat op voorhand niet is gebleken dat aanpassingen in de woning anders dan isolatie, waarvan [gedaagde] geen voorbeelden heeft aangedragen, de met name nachtelijke onrust en daarbij veroorzaakte overlast hadden kunnen verminderen. Voor wat betreft de inrichting had [gedaagde] bovendien ook zelf kunnen aangeven op welke punten die niet voldeed, voordat hij eigenhandig keuken- en badkameronderdelen en kasten ging verwijderen met de daarbij behorende geluidsoverlast.
Daarnaast moet overleg wel mogelijk zijn om tot passende alternatieven te komen. Uit de verklaring van de huismeester van 14 augustus 2023 en de e-mail van [betrokkene 3] van 15 september 2023 blijkt echter dat [gedaagde] zijn deur doorgaans niet open doet en rechtstreeks contact met hem niet of nauwelijks mogelijk is. Meldingen die werden doorgezet aan [zorgverlener 1] hebben evenmin tot overleg kunnen leiden, zo blijkt uit de e-mail van [zorgverlener 1] van 2 augustus 2023 (zie r.o. 3.28).
5.5.
Kortom niet valt in te zien wat van VPS in de gegeven omstandigheden meer verwacht had mogen worden dan een huismeester aanstellen als aanspreekpunt in het complex, meldingen door te zetten aan de zorgverlener [zorgverlener 1] en op diverse momenten contact zoeken met de betrokken afdelingen van de gemeenten [gemeente 1] en [gemeente 2] . VPS kan [gedaagde] immers niet zelf begeleiden bij een aanvraag voor een andere woning zoals de opstapregeling die vanuit een zorginstelling moet plaatsvinden. Dat [zorgverlener 1] volgens [gedaagde] de aanvraag voor een opstapwoning frustreert mag zo zijn, maar daar kan VPS niets aan doen. Naar aanleiding van één van die contactmomenten met betrokken partijen heeft [zorgverlener 1] op verzoek van onder meer VPS op 2 augustus 2023 per e-mail bevestigd dat [gedaagde] de alternatieven van het ‘Time Out huis’ via [zorgverlener 2] en de ‘PACT woning’ in [gemeente 5] niet wilde of geen communicatie vanuit [zorgverlener 1] namens hem toestond, waardoor die alternatieven niet verder opgepakt konden worden (zie citaat in r.o. 3.28). Of dit nu daadwerkelijk aan [gedaagde] lag of aan de betrokken instanties, feit is dat VPS pas daarna de ontruimingsprocedure is gestart. De kantonrechter volgt [gedaagde] dan ook niet in zijn standpunt dat VPS niet naar een minder vergaande oplossing dan ontruiming heeft gezocht.
5.6.
Het verweer dat het op de weg van VPS had gelegen om met betrokken partijen (gemeenten en [zorgverlener 1]) naar een oplossing te zoeken of in ieder geval voor overleg open te staan, slaagt gelet op de overwegingen hiervoor in 5.5 ook niet.
Opzegging
5.7.
VPS heeft erkend dat de opzegging geconverteerd moet worden naar 1 oktober 2023. Aangezien het hier gaat om tijdelijke huur op grond van de Leegstandswet, kan VPS in beginsel zonder opzeggingsgrond opzeggen. Omdat VPS echter nadrukkelijk heeft aangegeven dat opzegging niet aan haar vordering ten grondslag ligt, zal de vraag of [gedaagde] moet ontruimen uitsluitend worden beoordeeld op grond van de stelling dat sprake is van ernstige mate van overlast aan omwonenden en vanwege het toebrengen van schade. Dat neemt niet weg dat, ervan uitgaande dat de Leegstandswet van toepassing is [gedaagde] niet die huurbescherming heeft die huurders van woonruimte gewoonlijk wel hebben.
Overlast
5.8.
Voorop staat dat een huurder gehouden is zich als goed huurder te gedragen. Dit betekent onder meer dat hij geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. Als de huurder dat toch doet, is sprake van een tekortkoming. Om de huurder te kunnen veroordelen tot ontruiming van de woning, moet de overlast ernstig en structureel zijn. Ook moet de verhuurder zich hebben ingespannen, door bijvoorbeeld gesprekken, om de overlastgever ertoe te bewegen zijn gedrag te veranderen.
5.9.
Uit de overgelegde meldingen en verklaringen van bewoners, medewerkers van VPS of betrokken instanties zoals gemeenten, blijkt voldoende dat [gedaagde] overlast veroorzaakt. Die overlast bestaat niet alleen uit met name ‘s nachts schreeuwen (wat [gedaagde] ook wel erkent), maar ook uit het door bewoners als dreigend ervaren optreden van [gedaagde] . Zoals in het geval van [betrokkene 12] waarbij [gedaagde] onaangekondigd zijn kamer binnen kwam of het (’s nachts) al dan niet schreeuwend op deuren van medebewoners kloppen of schreeuwen in de keuken van een andere verdieping. [gedaagde] gedraagt zich zodanig dat het rustig huurgenot van de medebewoners van het complex is aangetast. Met name dat van de bewoners direct naast of onder zijn kamer.
5.10.
Zo blijkt van de overlast – en dat deze ook na het uitbrengen van de dagvaarding voortduurt – uit rechtstreekse meldingen van bewoners zoals die van [betrokkene 2] (zie 3.4), [betrokkene 10] (zie 3.16), [betrokkene 14] (zie 3.20) en [betrokkene 8] (zie 3.23 en via zijn Consulent Werk, Inkomen en Inburgering 3.14).
5.11.
Daarnaast volgt uit e-mails van VPS (zie 3.10 en 3.11), [betrokkene 5] van de gemeente [gemeente 1] (zie 3.12) en de huismeester (zie 3.18 en 3.19) dat diverse bewoners zich bij hen hebben gemeld met klachten. Het gaat dan steeds om geluidsoverlast (geschreeuw en sloopgeluid) zowel overdag als ’s nachts en om het lastig vallen van andere bewoners. Volgens de gemeente is deze woonvorm zonder passende zorg niet geschikt voor [gedaagde] .
5.12.
Dat sprake is van ernstige voortdurende overlast, volgt ook uit het feit dat twee kamers vanwege de overlast niet of moeilijk kunnen worden verhuurd. De onderbuurman van [gedaagde] is tijdelijk verhuist naar een andere kamer (zie 3.13) en van de woning naast die van [gedaagde] heeft de gemeente noodgedwongen een pauzewoning gemaakt (zie 3.15).
5.13.
Ten slotte is vooralsnog niet gebleken dat de overlast in de loop van de tijd is afgenomen. In tegendeel, deze is gelet op de hiervoor aangehaalde klachten en meldingen van voortdurende aard, waarbij medio september 2023 een escalatie plaatsvond toen [gedaagde] veel geluidsoverlast veroorzaakte en volgens e-mails van [betrokkene 1] (zie 3.21) en [betrokkene 3] (zie 3.22) onder de snijwonden zat en een blauwoog had. Vooropgesteld dat dit bovenal tragisch voor [gedaagde] zelf is, heeft dit ook flinke impact gehad op zijn woonomgeving en voelen sommige bewoners zich niet meer veilig. Dit volgt uit de e-mail van VPS aan haar raadsman van 15 september 2023 (zie 3.21), de e-mail van de gemeente [gemeente 1] aan de betrokken instanties (zie 3.22), de e-mail van medebewoner [betrokkene 17] aan VPS van 18 september 2023 (zie 3.24) en de e-mail van bewoners die niet met naam genoemd willen worden van 19 september 2023 aan VPS (zie 3.28). Het mag overigens zo zijn dat [gedaagde] door zijn slechtziendheid soms met een blauw oog rondloopt omdat hij ergens tegenaan is gelopen, maar dat verklaart niet alle consternatie op 15 september 2023. Gelet hierop is de overlast zowel wat betreft aard, duur als omvang zodanig dat van VPS niet gevergd kan worden dat zij de overlast nog langer zal dulden.
5.14.
Het verweer van [gedaagde] dat hij de verklaring van de huismeester niet geloofwaardig acht, omdat hij ook verklaart over gebeurtenissen vóór 19 april 2023, de dag waarop hij zich per e-mail aan de bewoners heeft voorgesteld, slaagt niet. De huismeester heeft op zitting immers bevestigd dat hij op 3 april 2023 is gestart, wat overeenkomt met zijn verklaring in het verslag van 14 augustus 2023.
Het verweer dat VPS met de dagvaarding slechts een beperkt aantal overlastmeldingen heeft ingebracht van bewoners zelf, slaagt evenmin. Redengevend daarvoor acht de kantonrechter dat één van de belangrijkste overlastmeldingen daar al bij zat, te weten die van [betrokkene 2] , de benedenbuurman. De overlast die hij ondervond was zo ernstig, dat hem in juni 2023 zelfs een andere tijdelijke kamer is aangeboden. Daarnaast staat vast dat eind juli 2023, dus ook vóór de dagvaarding, is besloten dat vanwege de overlast de kamer naast [gedaagde] voorlopig niet verhuurd kon worden. Aangezien het complex een huismeester heeft, acht de kantonrechter het daarnaast niet onaannemelijk dat klachten veelal mondeling aan hem werden gedaan, zoals de klachten van zeven bewoners op 3 mei 2023.
Daarnaast volgt de kantonrechter het standpunt van [gedaagde] niet dat de overige klachten verklaringen van derden (over klachten van anderen) betreffen, die zo weinig specifiek zijn dat ze buiten beschouwing moeten worden gelaten. De verklaringen van de huismeester in zijn verslag zijn voldoende specifiek om het bestaan van overlast aan te nemen. Daarbij komt dat zijn verklaringen over de overlast in lijn zijn met de overlastmeldingen van [betrokkene 2] en [betrokkene 8] . Voor zover [gedaagde] aanvoert dat de klacht van [betrokkene 12] van 18 september 2023 al bekend was bij het aanbrengen van de dagvaarding en dus geen nieuwe klacht is, gaat de kantonrechter daar niet in mee. [betrokkene 12] heeft immers eind juli 2023 bij een ambtenaar van de gemeenten [gemeente 1] en [gemeente 4] over de overlast geklaagd en op 18 september 2023 in een e-mail aan VPS. Uit zijn klachten blijkt juist dat het om voortdurende overlast gaat.
Voor zover [gedaagde] aanvoert dat ook de na dagvaarding ingebrachte meldingen via de huismeester van begin september 2023 verklaringen zijn “van horen zeggen”, leidt dat evenmin tot een ander oordeel. Bij de melding van de huismeester aan VPS van 8 september 2023 over dagelijkse klachten van de bewoner van kamer [adres 8] dat hij al maanden niet kan slapen, zit volgens het onderwerp van de e-mail immers een audiobestand dat de huismeester op verzoek van VPS heeft vertaald. Daaruit blijkt dat de bewoner erg veel overlast ondervindt waardoor hij voortdurend niet kan slapen. Daarnaast is de melding van 12 september 2023 geen verklaring “van horen zeggen”, maar een doorgestuurde e-mail met een overlastmelding van een bewoner, [betrokkene 14] , die daarin zelf verklaart niet te kunnen slapen en zich onveilig te voelen door de overlast. Hoewel uit de e-mail van de bewoonster [betrokkene 17] aan VPS van maandag 18 september 2023 niet volgt dat zij zelf overlast ervaart – zij spreekt van overlast die andere bewoners zaterdagnacht hebben ervaren en dat één bewoner bang is en niet meer thuis durft te slapen – volgt hieruit wel de bezorgdheid binnen het complex over het welzijn van [gedaagde] en de veiligheid van andere bewoners. Voor de brief van bewoners van het complex van 19 september 2023 geldt hetzelfde.
5.15.
[gedaagde] heeft tenslotte zelf ook nog twee verklaringen van medebewoners ingebracht, maar die leiden ook niet tot een ander oordeel. VPS heeft namelijk onbetwist gesteld dat dit bewoners van de eerste en derde verdieping zijn, waardoor deze bewoners de overlast van [gedaagde] , die op de vijfde verdieping woont, niet (of minder) ervaren. Dat [gedaagde] zich niet tegen alle bewoners of op alle momenten agressief of bedreigend opstelt, wil de kantonrechter wel aannemen. Dat betekent echter niet dat hij jegens de bewoners van met name de vijfde en vierde verdieping geen overlast veroorzaakt of dat andere bewoners zijn gedrag niet als onveilig ervaren. Overigens volgt ook uit de verklaring van [betrokkene 18] dat [gedaagde] ’s avonds en ’s nachts geluidsoverlast veroorzaakt (zie 3.27).
5.16.
Hoewel van een verhuurder doorgaans verwacht mag worden dat hij zich voldoende inspant om het gedrag van een huurder die overlast veroorzaakt te veranderen en hij niet kan volstaan met een eerste en enige waarschuwing, acht de kantonrechter het op voorhand aannemelijk dat meerdere waarschuwingen in dit geval niet zouden hebben geleid tot een gedragsverandering bij [gedaagde] . Uit het verslag van de huismeester volgt immers dat [gedaagde] doorgaans zijn deur niet opendeed. Meldingen van incidenten zette VPS (en [betrokkene 3] namens de gemeente [gemeente 1] ) blijkens de in 3.5, 3.10 en 3.17 geciteerde e-mails door aan [zorgverlener 1] of andere instanties. Echter, via [zorgverlener 1] was [gedaagde] evenmin aanspreekbaar. [gedaagde] heeft immers verklaard dat hij vanaf het begin geen vertrouwen in [zorgverlener 1] had, omdat het te lang duurde voordat de contracten tussen [zorgverlener 1] en de gemeente rond waren en hij – nadat hij ernstig ziek was geworden en zijn zicht nog verder achteruit was gegaan – vervolgens onverwacht in [het complex] werd geplaatst. Zijn zorgvraag was inmiddels veranderd en [zorgverlener 1] kon hem die op afstand niet bieden. Ook sprak [zorgverlener 1] volgens [gedaagde] vanaf april/mei 2023 achter zijn rug om over doorstromen, wat hem boos heeft gemaakt. Uit deze verklaring en de e-mail van [zorgverlener 1] van 2 augustus 2023 (zie citaat in 3.28) volgt dat mede door een gebrek aan vertrouwen tussen [gedaagde] en [zorgverlener 1] de juiste zorg en begeleiding ontbrak en [gedaagde] daardoor niet aanspreekbaar was op zijn gedrag. Hoe betreurenswaardig ook, niet valt in te zien wat VPS als verhuurder nog meer had kunnen doen anders dan [zorgverlener 1] informeren en te vragen iemand langs te laten komen in geval van een incident met [gedaagde] . Gelet hierop kan het VPS niet verweten worden dat zij onvoldoende heeft gedaan, nog daargelaten dat VPS heeft aangevoerd ook mondeling [gedaagde] te hebben gewaarschuwd.
Schade
5.17.
VPS heeft de gestelde overlast ook onderbouwd door, onder overlegging van foto's, te verwijzen naar schade die [gedaagde] in het gehuurde heeft veroorzaakt. [gedaagde] heeft de schade deels betwist. Hoewel bij deze stand van zaken niet kan worden vastgesteld dat alle door VPS gestelde schade (zoals de waterkraan) door [gedaagde] is veroorzaakt en evenmin kan worden vastgesteld in hoeverre de omwonenden als gevolg van bijvoorbeeld het verwijderen van de afzuigkap en het gasfornuis overlast hebben ondervonden, draagt die schade wel bij aan het oordeel dat het gehuurde zonder adequate zorg geen geschikte woonplaats voor [gedaagde] is. Dat volgt ook uit het gegeven dat [gedaagde] tot twee keer toe de gemeenschappelijke wasdroger naar zijn kamer heeft verplaatst.
5.18.
Het verweer dat de voor en na foto’s niet van de kamer van [gedaagde] zijn, is niet geloofwaardig. [gedaagde] voert immers naar aanleiding van de foto’s aan dat de douchedeur en kastdeuren inderdaad verwijderd zijn omdat hij er tegen aan loopt, de kamer rommelig oogt maar niet beschadigd en dat een lade gewoon terug geplaatst kan worden. Ook verklaart hij over de foto van de gebroken ruit en de beschadigde kraan. Hiermee erkent [gedaagde] dat in elk geval een deel van de foto’s zijn kamer betreft. Bovendien staat in het verslag van de huismeester over hoe hij begin april 2023 de kamer aantrof:
Ik constateerde ook dat hij de kranen, wastafel en douche had vernield, wat resulteerde in de lekkage. Ook zag ik dat hij schade had toegebracht aan de kookplaat en afzuigkap.”.
5.19.
De conclusie is dan ook dat de door VPS gestelde overlast voldoende is komen vast te staan en dat deze zodanig ernstig is dat VPS en de omwonenden deze niet langer hoeven te dulden. Het betoog van [gedaagde] dat hij niet de zorg heeft gehad waarop hij recht had, leidt niet tot een ander oordeel.
Nog daargelaten dat [gedaagde] ook zelf niet actief lijkt te hebben meegewerkt aan het verkrijgen van de juiste zorg (zie de e-mail van [zorgverlener 1] van 2 augustus 2023, r.o. 3.28), komt dat gebrek aan zorg niet voor risico van VPS en zeker niet voor risico van de (eveneens vaak kwetsbare) medebewoners, maar voor risico van [gedaagde] , althans degenen die die zorg voor hem moeten regelen. Daarbij is het nog maar de vraag of de juiste zorg in een woonomgeving als de onderhavige de overlast had kunnen voorkomen of had kunnen verminderen. Gelet daarop is er ook onvoldoende aanleiding om de bewoning van het gehuurde door [gedaagde] te laten voortduren in afwachting van de zorgverlening door [zorgverlener 2] aan wie de zorg is overgedragen. Daar komt bij dat op dit moment nog niet duidelijk is op welke wijze die zorg feitelijk vorm gegeven kan en zal worden. Dat betekent dat het evidente belang van [gedaagde] bij behoud van zijn woning zal moeten wijken voor het eveneens evidente belang van VPS om de omwonenden het ongestoord huurgenot te verschaffen.
5.20.
Gelet op al het voorgaande zal de kantonrechter de vordering van VPS toewijzen als hierna bepaald en met dien verstande dat de termijn voor ontruiming wordt gesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis.
Proceskosten
5.21.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van VPS als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,32
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
529,00
Totaal
764,32
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de vijftiende dag na het wijzen van dit vonnis

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de kamer in het voormalige woonzorgcentrum [het complex] gelegen aan de [adres 1] te [plaats] met het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de in bruikleen gegeven sleutels, aan VPS,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van VPS tot dit vonnis vastgesteld op € 764,32, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2023.
1621