ECLI:NL:RBNHO:2023:9959

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
6 oktober 2023
Zaaknummer
10630888 \ VV EXPL 23-94
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot tijdelijke ontruiming en uitvoering van dringende werkzaamheden in huurwoning

In deze zaak heeft de stichting Ymere, eiseres, de bewindvoerder van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] gedagvaard in een kort geding. De eiseres vordert dat de bewindvoerder medewerking verleent aan dringende werkzaamheden aan de huurwoning van [betrokkene 1] en [betrokkene 2], die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 september 2023, waarbij de heer [betrokkene 3] namens Ymere aanwezig was. De bewindvoerder heeft erkend dat er dringende werkzaamheden zijn, maar heeft aangevoerd dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] proberen mee te werken, maar dat dit hen niet lukt vanwege de staat van de woning en de aanwezigheid van een hoekbank.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Ymere terecht is ingesteld en dat er sprake is van een spoedeisend belang. De rechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder verplicht is om medewerking te verlenen aan de uitvoering van de werkzaamheden, en dat de vordering tot tijdelijke ontruiming kan worden toegewezen als stok achter de deur. De kantonrechter heeft de bewindvoerder veroordeeld om de noodzakelijke werkzaamheden te gedogen en medewerking te verlenen, en heeft de kosten van het geding voor rekening van de bewindvoerder gesteld. De vordering tot betaling van de kosten van tijdelijke ontruiming is afgewezen, omdat deze kosten onder de proceskosten vallen.

Het vonnis is uitgesproken door mr. M.P.E. Oomens op 10 oktober 2023, en is uitvoerbaar bij voorraad. De bewindvoerder is veroordeeld in de kosten van het geding, inclusief het salaris van de gemachtigde van Ymere.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10630888 \ VV EXPL 23-94
Uitspraakdatum: 10 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
De stichting
Stichting Ymere
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. M. Stokvis
tegen
[bewindvoerder]in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[betrokkene 1] en [betrokkene 2]
gevestigd te [plaats 1]
gedaagde
verder te noemen: de bewindvoerder
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Ymere heeft de bewindvoerder op 11 augustus 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 september 2023. Namens Ymere is verschenen de heer [betrokkene 3] (projectleider brandveiligheid). De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben Ymere en de bewindvoerder bij brieven van respectievelijk 21 september 2023 en 22 september 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] (hierna te noemen: [betrokkene 1] ) en [betrokkene 2] (hierna te noemen: [betrokkene 2] ) zijn op 19 februari 2015 onder bewind gesteld. Per 11 oktober 2022 is mr. [bewindvoerder] benoemd tot bewindvoerder van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] .
2.2.
Ymere verhuurt met ingang van 2 maart 2009 de woning aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats 2] (hierna: de woning) voor onbepaalde tijd aan [betrokkene 1] en [betrokkene 2] tegen een laatstelijk geldende huurprijs van € 333,97 per maand.
2.3.
De woning maakt deel uit van een complex van woningen verdeeld over vijf woonblokken. Vier woonblokken bestaan uit twee woonlagen met op iedere woonlaag drie tweekamer appartementen. De woning bevindt zich in het deel van het woonblok met twee woonlagen.
2.4.
Omdat de woningen van het complex waarvan het gehuurde onderdeel uitmaakt niet (meer) aan het Bouwbesluit voldoen, is Ymere een project gestart om de brandveiligheid van de woningen te verbeteren. De volgende maatregelen moeten worden uitgevoerd:
- de bouwkundige plafonds worden gecontroleerd en waar nodig hersteld;
- de voordeur wordt vervangen door een nieuwe deur met een betere weerstand tegen brand en rook;
- de deurpost wordt voorzien van een houten profiel voor een betere brand- en rookveiligheid;
- de voordeur wordt voorzien van een vrijloopdranger die in werking komt bij brand;
- de woningen en de algemene hal worden voorzien van rookmelders.
2.5.
Ymere heeft [betrokkene 1] en [betrokkene 2] bij brief van 9 februari 2023 op de hoogte gesteld van de voorgenomen werkzaamheden. In deze brief is medegedeeld:
- dat de werkzaamheden in de woning van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] worden uitgevoerd op 20 maart 2023 tussen 07:00 uur en 16:00 uur;
- dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] verplicht zijn mee te werken aan het uitvoeren van de werkzaamheden en Ymere en haar partners toegang te geven tot de woning voor het uitvoeren van de werkzaamheden;
- dat de werkzaamheden worden uitgevoerd in bewoonde staat en dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] verzocht wordt om ruimte vrij te maken bij de cv-kast en de meterkast en de douche in de ochtend van de werkzaamheden niet te gebruiken;
- dat de afspraak in verband met de planning niet kan worden verzet.
2.6.
Op 24 februari 2023 is de brief van 9 februari 2023 naar de bewindvoerder verzonden met het verzoek ervoor zorg te dragen dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aanwezig zullen zijn. De bewindvoerder heeft de ontvangst van de brief op 24 februari 2023 bevestigd.
2.7.
Op 2 maart 2023 heeft Ymere [betrokkene 1] en [betrokkene 2] er opnieuw op gewezen dat zij verplicht zijn medewerking te verlenen aan het uitvoeren van de werkzaamheden en is hen nogmaals gevraagd de afspraak van 20 maart 2023 te bevestigen.
2.8.
Op 24 april 2023 heeft Ymere [betrokkene 1] en [betrokkene 2] te kennen gegeven op 4 mei 2023 een huisbezoek te brengen om afspraken te kunnen maken voor de nog resterende werkzaamheden.
2.9.
Op 4 mei 2023 hebben medewerkers van Ymere gesproken met [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en is een deel van de werkzaamheden uitgevoerd. De voordeur werd vervangen, op de voordeur werd een vrijloopdranger geplaatst, de deurpost is voorzien van een houten profiel en er is een rookmelder in de slaapkamer geplaatst.
2.10.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben aangegeven bereid te zijn mee te werken aan het uitvoeren van de overige werkzaamheden onder de voorwaarde dat eerst aandacht wordt gegeven aan het plafond van de woning, dat in een slechte en gevaar opleverende staat zou zijn. Ymere is met de gestelde voorwaarde akkoord gegaan.
2.11.
Op 11 mei 2023 hebben medewerkers van Ymere het plafond nader onderzocht. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat het plafond geen gebreken vertoont en geen gevaar oplevert. [betrokkene 1] en [betrokkene 2] dienden uiterlijk binnen drie weken te laten weten of zij alsnog medewerking verlenen aan het uitvoeren van de overige werkzaamheden.
2.12.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben hun medewerking toegezegd onder de voorwaarde dat de hoekbank kon blijven staan. Nu de werkzaamheden zich juist bevinden op de plek waar de hoekbank staat, was dit niet mogelijk. Ymere heeft per brief van 27 juni 2023 voorgesteld zelf zorg te dragen voor verplaatsing van de hoekbank maar daarbij aangegeven dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] zelf het risico van schade aan de bank zouden dragen.
2.13.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben niet gereageerd of anderszins medewerking aan de werkzaamheden verleend.
2.14.
Op 18 september 2023 heeft Ymere weer geprobeerd de werkzaamheden uit te (laten) voeren. Opnieuw was de woning niet voldoende opgeruimd om de werkzaamheden uit te kunnen voeren.

3.De vordering

3.1.
Ymere vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- de bewindvoerder te veroordelen om dadelijk na betekening van het in deze te wijzen vonnis te gedogen dat de volgende werkzaamheden in, aan en om de woning aan de [adres] te [plaats 2] worden uitgevoerd:
- het controleren en zo nodig herstellen van de bouwkundige plafonds,
- de algemene hal en, voor zover dat nog niet is gedaan, de woning laten voorzien van rookmelders,
- en de bewindvoerder te gebieden daaraan alle noodzakelijke medewerking te verlenen, onder meer door Ymere en/of door haar met de uitvoering van de werkzaamheden belaste persoon/personen, alsmede de door die persoon/personen en/of Ymere ingeschakelde hulppersonen, tot de woning aan de [adres] te [plaats 2] toe te laten voor de uitvoering van de werkzaamheden en onbelemmerde toegang te verschaffen tot de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en door de hoekbank die zich in de woonkamer bevindt daaruit te verwijderen en de woonkamer, de cv-kast en de meterkast en de overige ruimten in de woning waarin of waaraan werkzaamheden moeten worden uitgevoerd voor aanvang van de werkzaamheden te ontruimen voor zover dat noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de plaatsen waar die werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en ontruimd te houden totdat de werkzaamheden zijn afgerond, met dien verstande dat de datum en het tijdstip waarop de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd minimaal 48 uur van tevoren aan gedaagde moeten worden meegedeeld;
- de bewindvoerder te veroordelen om, wanneer zij niet vrijwillig aan de hiervoor onder 1 vermelde veroordeling voldoet, het gehuurde aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats 2] tijdelijk, voor de duur van de werkzaamheden, te verlaten met alle personen die daar van haar kant aanwezig zijn en met medeneming van de daarin aanwezige spullen voor zover dat
noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de plaatsen waar de werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd, en ter beschikking van Ymere te stellen en de sleutels die toegang
geven tot de woning aan Ymere af te geven, welk verlaten zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
- de bewindvoerder te veroordelen om op eerste schriftelijk verzoek van Ymere de kosten van tijdelijke ontruiming door de deurwaarder, indien gedaagde daar niet vrijwillig toe overgaat, op vertoon van de factuur van de deurwaarder aan Ymere te voldoen, met de bepaling dat als de bewindvoerder deze kosten niet binnen zeven dagen na het daartoe strekkende verzoek van Ymere heeft voldaan, zij daarover de wettelijke rente verschuldigd is vanaf de achtste dag tot aan de dag van betaling;
- de bewindvoerder te veroordelen in de kosten van dit geding, het salaris van de gemachtigde van eiseres daaronder begrepen, te vermeerderen met rente en nakosten.
3.2.
Ymere legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de werkzaamheden gekwalificeerd moeten worden als dringende werkzaamheden en de bewindvoerder mee moet werken aan uitvoering van de werkzaamheden op grond van artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 9.1 van de algemene huurvoorwaarden als ook op grond van goed huurderschap.

4.Het verweer

4.1.
De bewindvoerder voert – samengevat – aan dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] proberen mee te werken maar dit hen niet lukt. Los van de hoekbank lukt het hen niet op de woning zo op orde te hebben en de ruimtes vrij te maken dat de werkzaamheden uitgevoerd kunnen gaan worden.
4.2.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben ter zitting verklaard dat zij geprobeerd hebben de woning dusdanig schoon te maken en op te ruimen dat de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden, maar dat het voor hen onduidelijk is wat precies van ze verwacht wordt. Daarnaast bestaat de vrees dat de hoekbank bij verplaatsing stuk zal gaan of schade zal oplopen. Zij hebben geen financiële ruimte om dan een andere bank aan te schaffen.

5.De beoordeling

5.1.
Ymere heeft de vordering, gelet op het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2014:525) terecht ingesteld tegen de bewindvoerder.
5.2.
Een vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Ymere daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om werkzaamheden om het pand aan de brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit te kunnen laten voldoen.
5.3.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.4.
Artikel 7:220 lid 1 BW bepaalt dat indien sprake is van dringende werkzaamheden, een huurder de verhuurder gelegenheid moet geven om die werkzaamheden uit te voeren. De eisen van goed huurderschap brengen dit ook met zich mee.
5.5.
De bewindvoerder heeft niet betwist dat sprake is van dringende werkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 1 BW. De bewindvoerder heeft erkend dat niet meegewerkt is aan het uitvoeren van alle werkzaamheden. Hiermee is vast komen te staan dat het controleren en zo nodig herstellen van de bouwkundige plafonds en de werkzaamheden in de algemene hal en het plaatsen van rookmelders in de woning nog uitgevoerd moeten worden.
5.6.
De bewindvoerder is verplicht medewerking te verlenen aan de nog uit te voeren werkzaamheden. Gelet hierop heeft de vordering van Ymere in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen da het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen.
5.7.
De vordering om de bewindvoerder te veroordelen de werkzaamheden uit te laten voeren en onbelemmerde toegang te verschaffen zal dan ook worden toegewezen.
5.8.
Als vrijwillig wordt meegewerkt aan het uitvoeren van de werkzaamheden, hoeft de woning niet tijdelijk ontruimd te worden. Omdat gebleken is dat eerder niet is meegewerkt aan de uit te voeren werkzaamheden, wordt de vordering tot tijdelijke ontruiming wel toegewezen, als stok achter de deur.
5.9.
De kantonrechter wijst er op dat indien opnieuw niet wordt meegewerkt en toch tot tijdelijke ontruiming moet worden overgegaan, de kosten van de ontruiming voor rekening van de bewindvoerder en daarmee voor rekening van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] zullen komen.
5.10.
De vordering van Ymere om de bewindvoerder te veroordelen in de kosten van de tijdelijke ontruiming zal echter worden afgewezen. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat immers ook een veroordeling tot betaling van de nakosten (art. 237 lid 4 Rv). Onder die nakosten vallen ook de kosten die gepaard gaan met een gedwongen (al dan niet tijdelijke) ontruiming (geregeld in onder meer de art. 555 e.v. Rv jo. art. 3:297 BW). De kostenveroordeling als bedoeld in art. 237 lid 1 Rv levert dus voor alle kosten een executoriale titel op en vloeit voort uit de wet. Omdat de ontruimingskosten niet op voorhand zijn te begroten, vallen zij onder art. 237 lid 4 Rv (ECLI:NL:GHARL:2023:1544).
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van de bewindvoerder, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de bewindvoerder om dadelijk na betekening van het in deze te wijzen vonnis te gedogen dat de volgende werkzaamheden in, aan en om de woning aan de [adres] te [plaats 2] worden uitgevoerd:
- het controleren en zo nodig herstellen van de bouwkundige plafonds,
- de algemene hal en, voor zover dat nog niet is gedaan, de woning laten voorzien van rookmelders,
6.2.
gebiedt de bewindvoerder daaraan alle noodzakelijke medewerking te verlenen, onder meer:
- door Ymere en/of door haar met de uitvoering van de werkzaamheden belaste persoon/personen, alsmede de door die persoon/personen en/of Ymere ingeschakelde hulppersonen, tot de woning aan de [adres] te [plaats 2] toe te laten voor de uitvoering van de werkzaamheden en onbelemmerde toegang te verschaffen tot de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en
- door de hoekbank die zich in de woonkamer bevindt daaruit te verwijderen en de woonkamer, de cv-kast en de meterkast en de overige ruimten in de woning waarin of waaraan werkzaamheden moeten worden uitgevoerd voor de aanvang van de werkzaamheden te ontruimen voor zover dat noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de plaatsen waar die werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en ontruimd te houden totdat de werkzaamheden zijn afgerond,
met dien verstande dat de datum en het tijdstip waarop de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd minimaal 48 uur van tevoren aan gedaagde moeten worden meegedeeld;
6.3.
veroordeelt de bewindvoerder om, wanneer zij niet vrijwillig aan de hiervoor onder 6.1 en 6.2 vermelde veroordeling voldoet, het gehuurde aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats 2] tijdelijk, voor de duur van de werkzaamheden, te verlaten met alle personen die daar van haar kant aanwezig zijn en met medeneming van de daarin aanwezige spullen voor zover dat noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, en ter beschikking van Ymere te stellen en de sleutels die toegang geven tot de woning aan Ymere af te geven, welk verlaten zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;
6.4.
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van dit geding, het salaris van de gemachtigde van eiseres daaronder begrepen, met de bepaling dat als deze kosten niet uiterlijk binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis zijn voldaan, zij daarover de wettelijke rente verschuldigd is vanaf de 8ste dag tot aan de dag van betaling, die de kantonrechter aan de kant van Ymere vaststelt op
dagvaarding € 129,14
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 529,00;
6.5.
veroordeelt de bewindvoerder in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en de betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris gemachtigde en de explootkosten voor betekening van het vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van 14 dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter