In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH compensatie gevorderd van Finnair OYj voor een geannuleerde vlucht van Helsinki naar Amsterdam op 8 juni 2022. De vervoerder, Finnair, heeft aangevoerd dat zij slechts de helft van de compensatie verschuldigd is, omdat de passagier is omgeboekt naar een alternatieve vlucht die minder dan drie uur later aankwam dan de oorspronkelijke vlucht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat AirHelp recht heeft op compensatie, maar dat het verweer van de vervoerder slaagt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde hoofdsom van € 400,00 slechts tot € 200,00 wordt toegewezen, omdat de voorwaarden van artikel 7 lid 2 sub b van de Verordening (EG) nr. 261/2004 van toepassing zijn. De wettelijke rente over de hoofdsom is eveneens toewijsbaar, maar de proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 25 september 2024.