ECLI:NL:RBNHO:2024:10126

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
11055627 \ CV EXPL 24-1057
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van facturen uit overeenkomst voor internetdiensten met opschorting door gedaagde

In deze zaak heeft Proximedia Nederland B.V., h.o.d.n. BeUp en MKB ClickService, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een overeenkomst voor internetdiensten had afgesloten. De overeenkomst, die op 31 augustus 2021 tot stand kwam, betrof een duurovereenkomst van 24 maanden voor het bouwen en onderhouden van websites, inclusief marketingdiensten. De gedaagde was ontevreden over de geleverde diensten en heeft in november 2021 de betaling van de facturen opgeschort, omdat hij vond dat Proximedia niet deugdelijke prestaties had geleverd. Proximedia heeft vervolgens facturen gestuurd, maar de gedaagde heeft deze niet betaald, wat leidde tot de rechtszaak.

Tijdens de zitting op 23 augustus 2024 heeft Proximedia haar vordering verminderd door de kosten voor een niet uitgevoerde campagne in te trekken. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en geconcludeerd dat de gedaagde niet alle termijnen hoeft te betalen, omdat Proximedia niet voldoende heeft aangetoond dat zij de overeenkomst naar behoren heeft nageleefd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet was bevrijd van zijn betalingsverplichtingen, maar dat de opschorting van de betaling gerechtvaardigd was gezien de ondeugdelijke prestaties van Proximedia.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter Proximedia veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.203,95 voor de facturen die betrekking hebben op de periode waarin Proximedia daadwerkelijk diensten heeft geleverd, plus wettelijke rente. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, omdat hij ongelijk kreeg in de meeste onderdelen van de vordering. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 11055627 \ CV EXPL 24-1057 CK
Uitspraakdatum: 2 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Proximedia Nederland B.V., h.o.d.n. BeUp en MKB ClickService
gevestigd te Utrecht
eiseres
verder te noemen: Proximedia
gemachtigde: Nouta Westland Gerechtsdeurwaarderskantoor B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende en zaakdoende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Proximedia heeft bij dagvaarding van 21 maart 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 23 augustus 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Proximedia is S. Laoukili verschenen, bijgestaan door mr. Erkelens. [gedaagde] is verschenen, vergezeld van zijn partner [naam] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
1.3.
Voorafgaand aan de zitting heeft Proximedia nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Proximedia is een besloten vennootschap die zich toelegt op het bouwen en onderhouden van websites voor bedrijven. Daarnaast verricht Proximedia marketingwerkzaamheden. [gedaagde] maakt walbeschoeiingen en veranda’s.
2.2.
Op 31 augustus 2021 is tussen partijen een overeenkomst van dienstverlening tot stand gekomen. [gedaagde] heeft gekozen voor de producten ‘Landingspagina’ (een miniwebsite), ‘Call Tracking’ (oproepen via website) en SEA (campagne via Google Ads). Het abonnement voor de Landingspagina en Call Tracking kost € 240,79 per maand, de kosten SEA bedragen € 36,30 per maand, totaal € 277,09 per maand (inclusief btw). De eenmalige instapkosten bedragen € 90,00.
2.3.
Het abonnement is aangegaan voor de duur van 24 maanden. In artikel 8 van de overeenkomst is daarover onder meer het volgende vermeld:
8.2.
De onderhavige overeenkomst is een duurovereenkomst van bepaalde tijd en is gesloten voor een niet reduceerbare en onherroepelijke termijn van 24 MAANDEN.
8.3.
In alle gevallen van contractbreuk door de Abonnee, anders dan op grond van een toerekenbaar tekortschieten van MKB ClickService in de nakoming van haar verbintenis, zijn alle vorderingen uit hoofde van de overeenkomst, zowel de op dat moment als in de toekomst opeisbare maandelijkse bijdragen, onmiddellijk en in zijn geheel opeisbaar.
2.4.
Proximedia heeft ter uitvoering van de overeenkomst een domeinnaam geregistreerd voor [gedaagde] , een emailadres aangemaakt en op 22 oktober 2021 is [gedaagde] geïnformeerd over de door Proximedia voor hem ontwikkelde Landingspagina’s’ en de Call Tracking. Naar aanleiding van een telefonisch contact met Proximedia zijn er aan de Landingspagina’s aanpassingen verricht, waarvan Proximedia [gedaagde] op 5 november 2021 op de hoogte heeft gesteld.
2.5.
[gedaagde] heeft onder meer per e-mail van 5 november 2021 bij Proximedia geklaagd over de inhoud en uitvoering van de ontworpen Landingspagina’s. In een e-mailbericht van 17 november 2021 heeft [gedaagde] aan Proximedia laten weten niets te betalen totdat “waar gemaakt wordt waar ik voor betaal”.
2.6.
Op 17 februari 2022 heeft Proximedia de dienstverlening aan [gedaagde] opgeschort omdat [gedaagde] de aan hem gezonden facturen niet betaalde. Proximedia heeft tot en met 30 september 2023 facturen aan [gedaagde] gestuurd, die hij niet heeft betaald. In de periode september 2022 tot en met juli 2023 zijn geen facturen gestuurd, omdat partijen in overleg waren over een oplossing.

3.De vordering

3.1.
Proximedia heeft tijdens de zitting de vordering die ziet op de kosten SEA (campagne Google Ads) van veertien keer € 36,30 ingetrokken, omdat er niet is geadverteerd. Proximedia vordert, na deze vermindering van eis, dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van veertien gefactureerde termijnen van € 240,79 en negen resterende termijnen van € 240,79, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en de contractuele buitengerechtelijke incassokosten. Dit met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Proximedia legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] deze bedragen op grond van de overeenkomst aan haar is verschuldigd. [gedaagde] heeft niet aan zijn betalingsverplichtingen voldaan, zodat hij alle nog openstaande en toekomstige termijnbetalingen - die door de niet-betaling onmiddellijk opeisbaar zijn geworden - moet betalen, vermeerderd met de gevorderde rente en incassokosten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert – kort samengevat - aan dat Proximedia de overeenkomst niet goed is nagekomen, omdat zij een ondeugdelijke site heeft geleverd die veel onjuistheden bevatte en gewenste aanpassingen niet werden doorgevoerd en daarnaast slecht contact heeft onderhouden. Om die reden heeft [gedaagde] in november 2021 de betaling van de facturen opgeschort. Proximedia heeft daarna de klachten van [gedaagde] niet opgelost. Het contact daarover was volgens [gedaagde] moeizaam, hij is ook niet akkoord gegaan met het aanbod van Proximedia om zijn bezwaren tegen de tekst op de site met een copywriter te bespreken. [gedaagde] vindt dat hij niet gehouden is iets te betalen.

5.De beoordeling

5.1.
De overeenkomst is door twee zakelijke partijen aangegaan voor de duur van 24 maanden. De vraag die beantwoord moet worden is of [gedaagde] op grond van die overeenkomst gehouden is alle (openstaande en resterende) termijnen van € 240,79 te betalen. Die vraag beantwoordt de kantonrechter ontkennend. [gedaagde] hoeft niet alle termijnen te betalen. Dat legt zij hieronder uit.
5.2.
[gedaagde] heeft op 17 november 2021 de betaling van de maandtermijnen opgeschort, omdat naar zijn mening Proximedia geen deugdelijk werk leverde. Die opschorting ontslaat [gedaagde] echter niet van zijn betalingsverplichting. Die verplichting komt namelijk niet te vervallen alleen op grond van een gestelde ondeugdelijk geleverde prestatie (ondeugdelijke site met onjuiste informatie en slechte communicatie). Daarvoor is meer nodig. [gedaagde] had Proximedia in de gelegenheid moeten stellen alsnog deugdelijk te leveren. Dat heeft hij niet (voldoende) gedaan. Hij is niet ingegaan op het aanbod van Proximedia om, nadat voor de eerste maal op verzoek van [gedaagde] aanpassingen waren doorgevoerd, de tekst op de site met een copywriter te bespreken teneinde deze (verder) te kunnen aanpassen. Dat had hij wel moeten doen. Het is in de eerste plaats aan Proximedia om te bepalen hoe zij een gestelde ondeugdelijke prestatie herstelt. Als dat niet tot het gewenste resultaat had geleid, had [gedaagde] de overeenkomst kunnen ontbinden. Dat is niet gebeurd. Dat betekent dat [gedaagde] niet is bevrijd van zijn verplichtingen op grond van de overeenkomst. Daar komt bij dat de eerste factuur die [gedaagde] onbetaald heeft gelaten de factuur van 31 oktober 2021 betreft die ziet op de dienstverlening van Proximedia over de periode van 30 september 2021 tot 29 oktober 2021, toen van een eventuele tekortkoming (nog) geen sprake was. Het is dus niet zo dat [gedaagde] helemaal niets meer hoeft te betalen.
5.3.
[gedaagde] stelt verder dat Proximedia nauwelijks iets voor hem heeft gedaan, omdat er alleen een ondeugdelijke website is gemaakt die nooit online is gegaan. Dit verweer van [gedaagde] merkt de kantonrechter aan als een beroep op de beperkende werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW. Dat beroep slaagt.
5.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter zou onverkorte toepassing van artikel 8.3 van de overeenkomst in dit geval tot een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar resultaat leiden. Daarbij weegt in de eerste plaats mee dat Proximedia een relatief grote onderneming is die uit eigen beweging [gedaagde] met zijn eenmanszaak heeft benaderd en hem binnen kort tijdsbestek een (grotendeels) standaardcontract zonder bedenkmogelijkheid heeft voorgelegd. Weliswaar heeft [gedaagde] gehandeld in de hoedanigheid van een zakelijke partij, maar dat neemt niet weg dat hij niet juridisch onderlegd is en weinig verstand van zaken heeft. De kantonrechter vindt verder van belang dat, zoals ter zitting aan de orde is gekomen, Proximedia haar werkzaamheden voor [gedaagde] al in een vroeg stadium heeft gestaakt. Formeel heeft Proximedia haar werkzaamheden op 22 februari 2022 opgeschort, maar feitelijk heeft zij na het bericht van [gedaagde] van 5 november 2021 waarin hij liet blijken nog niet tevreden te zijn over de Landingspagina’s, geen of nauwelijks meer (inhoudelijke) werkzaamheden verricht, maar wel facturen gestuurd. De door Proximedia voor [gedaagde] verrichte werkzaamheden zijn in dit geval dus beperkt gebleven tot het registreren van de domeinnaam, het aanmaken van het emailadres en het ontwikkelen en aanpassen van de Landingspagina’s. De ontworpen website is echter nooit online gegaan en [gedaagde] heeft dan ook nooit profijt gehad van de werkzaamheden van Proximedia. Het komt er in dit geval op neer dat Proximedia van [gedaagde] een fors bedrag vordert, gebaseerd op een dienstverlening gedurende twee jaar, terwijl zij maar gedurende een korte periode van slechts ruim twee maanden daadwerkelijk diensten voor [gedaagde] heeft verricht. Dat Proximedia kosten heeft gemaakt ter hoogte van het door haar gevorderde forse bedrag, of voor een bedrag dat daarbij enigszins in de buurt komt, is niet concreet gesteld en ook niet gebleken. Gelet op de korte periode van dienstverlening en de verrichte werkzaamheden houdt de kantonrechter het ervoor dat dit niet het geval kan zijn geweest. Voor zover Proximedia nog stelt dat aan het begin van de looptijd de meeste kosten worden gemaakt, is dat niet onderbouwd of inzichtelijk gemaakt.
5.5.
Gelet daarop hoeft [gedaagde] niet alle resterende termijnen te betalen. De kantonrechter knoopt voor de vraag wat [gedaagde] in redelijkheid nog wel aan Proximedia moet betalen aan bij het moment van de formele opschorting van de dienstverlening door Proximedia in februari 2022. Vast staat dat Proximedia vanaf toen in ieder geval helemaal niets meer voor [gedaagde] heeft gedaan. De vordering van Proximedia in hoofdsom is dan ook toewijsbaar voor zover deze ziet op de facturen van 31 oktober 2021 tot en met 28 februari 2022. Dat is vijfmaal € 240,79, dus in totaal € 1.203,95, inclusief btw. De wettelijke handelsrente over dat bedrag wordt toegewezen vanaf 19 maart 2024. De in de dagvaarding tot die datum berekende rente wordt afgewezen, omdat die over een ander bedrag en daardoor te hoog berekend is.
5.6.
Op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst komt Proximedia een vergoeding van buitengerechtelijke (incasso)kosten toe. De kantonrechter zal de gevorderde vergoeding op grond van het bepaalde in artikel 242 Rv matigen, nu niet gesteld of gebleken is dat de werkelijke kosten van Proximedia hoger zijn dan het toepasselijke tarief van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, welke tarieven geacht worden redelijk te zijn. Dat incassowerkzaamheden zijn verricht is voldoende gesteld en toegelicht. De buitengerechtelijke incassokosten worden daarom toegewezen tot een bedrag van
€ 218,52 (inclusief btw). Dat is het in genoemd Besluit bepaalde tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. De in de dagvaarding begrepen kosten informatiekosten en KvK worden (gedeeltelijk) afgewezen, omdat de vordering op dit punt niet in overeenstemming is met de landelijk gehanteerde kosten op basis van het besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Omdat een gedeelte van het gevorderde bedrag niet toewijsbaar is, wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het griffierecht dat verschuldigd is voor het toe te wijzen bedrag, te weten € 372,00. Het meerdere dient voor rekening van Proximedia te blijven.
5.8.
De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- dagvaarding € 116,39
- griffierecht € 372,00
- salaris gemachtigde € 408,00 (2 punten x tarief € 204,00)
- nakosten
€ 102,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 998,39

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Proximedia van € 1.422,47, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.203,95 vanaf 19 maart 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van € 998,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter