Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 26 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- het tijdens de behandeling tegen [gedaagde 1] verleende verstek.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 27 september 2024 een vonnis uitgesproken in een kort geding. De eisende partijen, [eisers], vertegenwoordigd door mr. E.N. van Essen, hebben [gedaagde 1] aangeklaagd wegens het niet betalen van huur en het onrechtmatig gebruik van de woonruimte. De procedure begon met een dagvaarding op 11 september 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 26 september 2024, waarbij [gedaagde 1] niet verschenen was en verstek werd verleend.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eisers niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. [gedaagde 1] is veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de woonruimte te ontruimen en te verlaten, en om een bedrag van € 2.280,00 aan achterstallige huur te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is [gedaagde 1] veroordeeld tot betaling van € 620,00 voor iedere maand dat hij gebruik blijft maken van de gehuurde ruimte, alsook € 249,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn begroot op € 1.063,38, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisers direct uitvoering kunnen geven aan de veroordelingen, ook al kan [gedaagde 1] in hoger beroep gaan. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Flipse en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.