ECLI:NL:RBNHO:2024:10156

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
10384225 \ CV EXPL 23-1441 en 10515770 CV EXPL 23-3111
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij onderhuur en schade door brand in bedrijfsruimte

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 2 oktober 2024, gaat het om een huurgeschil tussen een verhuurder en een huurder, waarbij de huurder zonder toestemming een deel van het gehuurde heeft onderverhuurd. Tijdens deze onderhuur is er een brand ontstaan, waarbij een hennepkwekerij is aangetroffen. De verhuurder, [eiser], heeft de huurder, Studio 73, en de onderhuurder, [gedaagde 2], aansprakelijk gesteld voor de schade die door de brand is ontstaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Studio 73 tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst door het gehuurde onder te verhuren zonder toestemming van de verhuurder. De rechter oordeelt dat Studio 73 aansprakelijk is voor de schade, ondanks dat de exacte oorzaak van de brand niet kon worden vastgesteld. De vordering van Guardian, die ook schadevergoeding eiste, werd afgewezen omdat er geen rechtsgrond voor haar vordering bestond. De kantonrechter heeft de schadevergoeding op te maken bij staat gelaten, wat betekent dat de exacte schade later moet worden vastgesteld. In de vrijwaringszaak is [gedaagde 2] aansprakelijk gesteld voor de schade die Studio 73 heeft geleden als gevolg van de brand, en ook deze vordering werd toegewezen. De rechter heeft de proceskosten aan de zijde van Studio 73 c.s. toegewezen en de vordering van [gedaagde 2] afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10384225 \ CV EXPL 23-1441
Uitspraakdatum: 2 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak met zaaknr/rolnr: 10384225 / CV EXPL 23-1441 van:

1.[eiser]

(voorheen) wonende te [plaats 1]
verder te noemen: [eiser]
2. De naamloze vennootschap
Fatum General Insurance N.V. h.o.d.n. Guardian Group Nederland
gevestigd te Rotterdam
verder te noemen: Guardian
eisers
gezamenlijk te noemen: [eisers]
gemachtigde: mr. P.C. Knijp
tegen

1.[gedaagde 1]

wonende te [plaats 2]
verder te noemen: [gedaagde 1]

2.De besloten vennootschap Studio 73 BV

gevestigd te Haarlem
verder te noemen: Studio 73
gedaagden
gezamenlijk te noemen: Studio 73 c.s.
gemachtigde: mr. A.D. van Koningsveld
en in de vrijwaringszaak met zaaknr/rolnr.: 10515770 / CV EXPL 23-3111 van:

1.[gedaagde 1]

wonende te [plaats 2]
verder te noemen: [gedaagde 1]

2.De besloten vennootschap Studio 73 BV

gevestigd te Haarlem
verder te noemen: Studio 73
eisers
gezamenlijk te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: mr. A.D. van Koningsveld
tegen
[gedaagde 2]
wonende te [plaats 2]
verder te noemen: [gedaagde 2]
gedaagde
gemachtigde: mr. B. Wernik

1.Het procesverloop

In de hoofdzaak:
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 maart 2023 met 11 producties;
- de (incidentele) conclusie van antwoord van 25 januari 2023 met producties 1 t/m 19;
- akte wijziging van eis van [eisers] van 1 februari 2023 en productie 12;
- vonnis in het incident van 8 maart 2023, verwijzing naar kanton;
- vonnis in het incident van 26 april 2023 inzake oproeping in vrijwaring;
- conclusie van antwoord Studio 73 c.s. van 18 juli 2023 met producties 1 t/m 14;
- aanvullende productie 15 van 19 juli 2023 van Studio 73 c.s.;
- aanvullende productie 16 van 22 februari 2024 van Studio 73 c.s.;
- aanvullende productie 17 van 28 februari 2024 van Studio 73 c.s.;
- aanvullende productie 18 van 29 februari 2024 van Studio 73 c.s.;
- de mondelinge behandeling van 7 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de akte van 19 maart 2024 van Studio 73 c.s. met productie 19;
- de akte van 20 maart 2023 van [eisers] met producties 1 t/m 7 tevens wijziging/vermindering eis;
- de akte overlegging van 17 april 2024 van de zijde van Studio 73 c.s. producties 19 t/m 25;
- akte uitlating van [eisers] van 13 mei 2024 met producties 26 t/m 29.
In de vrijwaringszaak:
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 mei 2023, productie 1 t/m 9;
- mondelinge conclusie van antwoord van 24 mei 2023;
- aanvullende conclusie van antwoord van 5 juli 2023
- aanvullende productie 10 van 17 oktober 2023 van [gedaagden];
- de mondelinge behandeling van 7 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de akte van 19 maart 2024 van [gedaagden] met producties 20 t/m 25;
- de akte van 17 april 2024 van [gedaagden] met producties 26 t/m 29;
- de akte van 15 mei 2024 van [gedaagde 2];
- de antwoordakte van 27 mei 2024 van [gedaagden]
1.3.
Ten slotte is vonnis (nader) bepaald op heden.

2.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak

2.1.
[eiser] is eigenaar van een bedrijfspand gelegen te [plaats 3] aan de [adres]. Per 1 mei 2022 heeft [eiser] dit bedrijfspand (verder: het gehuurde) verhuurd aan Studio 73 tegen een huurprijs van € 6.000,00 per maand.
2.2.
[gedaagde 1] is bestuurder van Studio 73. Via een holding genaamd Switch Beheer B.V. is [gedaagde 1] enig aandeelhouder van Studio 73.
2.3.
In de huurovereenkomst staat:
“(…)11.6 Het is huurder strikt verboden in het gehuurde hennep te kweken (…)”
2.4.
Op de huurovereenkomst zijn algemene bepaling van toepassing verklaard. Daarin staat:
(…)Onderhuur6.1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder is het Huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan (…)Aansprakelijkheid10.1 Huurder is jegens Verhuurder aansprakelijk voor alle schade aan het gehuurde, tenzij Huurder bewijst dat de schade hem en de personen waarvoor Huurder verantwoordelijk is, niet is toe te rekenen.(…)
2.5.
[eiser] heeft het gehuurde bij Guardian verzekerd tegen brandschade. Studio 73 heeft geen verzekering tegen brandschade afgesloten.
2.6.
Studio 73 heeft een deel van het gehuurde onderverhuurd per 1 juli 2022 tegen een huurprijs van € 1.500,00 per maand en € 300,00 aan kosten elektra. In de onderhuurovereenkomst wordt [gedaagde 2] genoemd als huurder. Eind mei zijn al zaken van de onderhuurder in het ondergehuurde geplaatst.
2.7.
In de onderhuurovereenkomst staat:
“1.2 Het gehuurde zal door of vanwege Huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt voor:Opslag, minen (het vastleggen van de transacties die in het bitcoin netwerk plaatsvinden op de Bitcoin blockchain) mbv geavanceerde hardware.”(…)
10.1
Het is huurder strikt verboden in het gehuurde hennep te kweken (…).
2.8.
Op de onderhuurovereenkomst zijn ook algemene bepalingen van toepassing verklaard, zoals hierboven geciteerd.
2.9.
Op 27 juli 2022 is brand geweest in het deel van het gehuurde dat onderverhuurd werd. Door de brand is schade aan het bedrijfspand ontstaan. Bij het blussen van de brand werd een hennepkwekerij met 1764 hennepplanten aangetroffen in de gedeelte van het gehuurde dat onderverhuurd werd. Er is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar [gedaagde 2].
2.10.
[eiser] heeft op 5 augustus 2022 en 17 augustus 2022 Studio 73 c.s. aansprakelijk gesteld voor de schade.
2.11.
Studio 73 c.s. heeft op 12 september 2022 [gedaagde 2] aansprakelijk gesteld voor de schade.
2.12.
Op 17 augustus 2022 is de hoofdhuurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
2.13.
Op 14 februari 2023 heeft CED Nederland B.V. (verder: CED) in een Rapport Technisch Onderzoek (verder: het rapport) een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de brand. Hierin staat onder meer:
“Binnen het ontstaansgebied zijn meerdere restanten van lampen aangetroffen en een groot aantal elektrakabels. Onderdeel van de ‘standaard’ inrichting van de tenten zijn onder meer ook ventilatoren. Daarvan werd door mij geen restant aangetroffen.- een gebrek in een van de (elektrische) componenten van de standaard inrichting van de laboratoriumtent, met als gevolg deze brand, kon niet worden uitgesloten.
Binnen de contouren van de door de brand aangetaste laboratoriumtenten werd door mij ook een spuitbus aangetroffen. Tevens heerst het gerucht (noch bevestigd, noch ontkracht) dat er mensen zijn aangehouden na het ontdekken van de brand.- Het al dan niet opzettelijk bijbrengen of achterlaten van open vuur, met als gevolg deze brand, kon door mij niet worden uitgesloten.Er werden door mij geen mogelijke andere brandinleiders aangetroffen.6 ConclusieDe brand is ontstaan en heeft gewoed in de onderdelen van de kwekerij. Mede gezien de verstoring van het ontstaansgebied van de brand kon de exacte oorzaak van de brand niet worden vastgesteld.”

3.De vordering en verweer in de hoofdzaak

3.1.
[eisers] vordert, na wijziging eis, een verklaring voor recht dat Studio 73 c.s. hoofdelijk aansprakelijk is voor alle door [eisers] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de brand. [eiser] vordert tevens een hoofdelijk veroordeling van Studio 73 c.s. tot betaling van € 614.580,00. Voor het geval dat Guardian tot uitkering is overgegaan aan [eiser], vordert Guardian een hoofdelijke veroordeling van Studio 73 c.s. tot betaling van
€ 614.580,00, althans aan Guradian te betalen dat deel van de vordering dat Guradian heeft uitgekeerd aan [eiser] en het overige te voldoen aan [eiser], te vermeerderen met wettelijke rente en (beslag)kosten.
3.2.
Guardian vordert verder Studio 73 c.s. hoofdelijk te veroordelen om tot betaling over te gaan van diverse gemaakte kosten voor het toedrachtsonderzoek, tezamen € 12.905,27, de salvagekosten van € 864,26, de expertisekosten van € 8.079,78 en de (buiten)gerechtelijke kosten van in totaal 11.475,56.
3.3.
[eisers] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Studio 73 c.s. aansprakelijk is omdat zij in strijd met de huurovereenkomst en de wet (artikel 6:162 BW) het gehuurde heeft onderverhuurd aan [gedaagde 2] en [gedaagde 2] toegang tot het gehuurde heeft verschaft en hem feitelijk in de gelegenheid heeft gesteld de hennepkwekerij te installeren. Daarnaast levert het handelen van [gedaagde 1] als bestuurder van Studio 73 een persoonlijk en ernstig verwijt op in de zin van artikel 2:9 BW. Zij wist c.q. behoorde te weten dat onderverhuur niet was toegestaan.
3.4.
Studio 73 c.s. voert verweer en betwist de vordering. Zij voert allereerst aan dat Guardian niet ontvankelijk verklaard moet worden als eiser. Daarnaast kan [gedaagde 1] niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Studio 73 c.s. voert verder aan dat niet zij, maar [gedaagde 2] in strijd heeft gehandeld met artikel 11.6 van de algemene bepalingen en dat uit artikel 6.1. van de algemene bepalingen niet volgt dat zij aansprakelijk is voor het handelen van de onderhuurder.
3.5.
Studio 73 c.s. meent verder dat de schade hen niet toe te rekenen is zodat de aansprakelijkheid die volgt uit artikel 10.1 van de algemene bepalingen, niet van toepassing is. Verder is geen proces-verbaal van oplevering overgelegd en heeft [eisers] Studio 73 c.s. niet in de gelegenheid gesteld de schade zelf te herstellen. [gedaagde 1] betwist dat zij in persoon aansprakelijk is voor de geleden schade.
3.6.
Tot slot betwist Studio 73 c.s. de hoogte van de gevorderde schade en wijst zij op de door haar betaalde borg van € 14.520,00 die in mindering kan worden gebracht op eventuele schade waarvoor zij aansprakelijk zou zijn, en op de kosten die zij zelf heeft gemaakt met betrekking tot afwikkeling van de huurrelatie, het leegruimen van het gehuurde, het reinigen en afvoeren van de restanten van de hennepkwekerij, het schoonmaken van de kantoorruimte en de na beëindiging van de huur nog betaalde huurpenningen, hetgeen Studio 73 c.s. raamt op in totaal € 46.240,64.

4.De vordering en verweer in de vrijwaringszaak

4.1.
[gedaagden] vordert in de vrijwaringszaak een verklaring voor recht dat [gedaagde 2] aansprakelijk is voor de door [gedaagden] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de brand en veroordeling van [gedaagde 2] om aan [gedaagden] te betalen datgeen waartoe [gedaagden] in de hoofdzaak jegens [eisers] mocht worden veroordeeld, inclusief proceskostenveroordeling, te vermeerderen met proceskosten.
4.2.
[gedaagden] legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde 2] aansprakelijk is voor alle schade aan het gehuurde op grond van de onderhuurovereenkomst, de algemene bepalingen en artikel 6:162 BW.
4.3.
[gedaagde 2] betwist de vordering. Hij ontkent dat hij als onderhuurder een huurovereenkomst heeft gesloten met Studio 73 en bestrijdt dat hij aansprakelijk is voor de schade ontstaan door de brand.
4.4.
Op de stellingen van partijen, zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaringszaak, wordt hierna nader ingegaan.

5.De beoordeling in de hoofdzaak

Guardian als eisende partij?
5.1.
[eisers] heeft aangevoerd dat zij beiden schade hebben geleden als gevolg van de brand en zij om die reden de krachten hebben gebundeld. Een rechtsgrond voor de vorderingen van Guardian is er echter niet. Tussen Guardian en Studio 73 of [gedaagde 1] bestaat immers geen overeenkomst en zolang geen sprake is van subrogatie, is Guardian niet in de rechten van [eiser] getreden en heeft zij geen aanspraken jegens Studio 73 en/of [gedaagde 1]. Overigens staan de in het geding gebrachte facturen niet op naam van Guardian maar op naam van SAA.
5.2.
Nu geen rechtsgrond bestaat voor de vorderingen van Guardian, wordt Guardian niet ontvankelijk verklaard als eiser.
Tekortkoming Studio 73?
5.3.
Het staat vast dat Studio 73 een deel van het gehuurde heeft onderverhuurd. Zij is hiermee tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen die voortvloeien uit artikel 6.1. van de algemene bepalingen. Ook al kan de exacte oorzaak van de brand niet worden achterhaald, uit het rapport blijkt genoegzaam dat de brand is ontstaan in het gedeelte van het gehuurde dat werd onderverhuurd en gebruikt voor grootschalige hennepteelt. Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter het verband tussen het onderhuren en de brand voldoende aannemelijk geworden. Studio 73 is aansprakelijk voor de gevolgen hiervan.
5.4.
Studio 73 stelt dat de schade haar niet toe te rekenen is en zij daarom niet aansprakelijk is voor de schade. Studio 73 heeft hiertoe aangevoerd dat zij heeft onderverhuurd om de huur te kunnen blijven voldoen en dat zij alles in het werk heeft gesteld om een betrouwbare huurder te vinden en bewust een opium-beding heeft opgenomen in de onderhuurovereenkomst. Dit verweer faalt. Studio 73 blijft verantwoordelijk voor personen die zij heeft toegelaten tot het gehuurde.
5.5.
De conclusie is dan ook dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de kant van Studio 73 en zij verantwoordelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. De verklaring voor recht dat Studio 73 aansprakelijk is voor de geleden schade van [eiser] als gevolg van de brand wordt daarom toegewezen.
Tekortkoming [gedaagde 1]?
5.6.
Het standpunt van [eiser] dat [gedaagde 1] bij het sluiten van de onderhuurovereenkomst niet (alleen) handelde in hoedanigheid van bestuurder maar (ook) als privé persoon, kan niet slagen. Weliswaar heeft [gedaagde 1] bij het zoeken naar een onderhuurder via Marktplaats niet gehandeld onder de naam Studio 73, maar heeft zij naar eigen zeggen gebruik gemaakt van het Marktplaats-account van haar dochter, maar dit is onvoldoende om te kunnen concluderen dat zij de onderhuurovereenkomst (mede) in persoon heeft gesloten. Immers, [gedaagde 1] kan, als enig bestuurder van Studio 73, alleen in persoon handelingen verrichten. Daarnaast is de onderhuurovereenkomst op naam gesteld van Studio 73 als onderverhuurder.
5.7.
Het standpunt van [eiser] dat [gedaagde 1] op grond van artikel 2:9 BW of 6:162 BW aansprakelijk is, slaagt evenmin. Er is weliswaar in strijd gehandeld met de huurovereenkomst, maar voor aansprakelijkheid op grond van voornoemde artikelen is een persoonlijk en ernstig verwijt nodig. [gedaagde 1] had dan als bestuurder bij het aangaan van de onderhuurovereenkomst moeten weten of redelijkerwijs moeten begrijpen dat [eiser] als gevolg van de onderhuur schade zou lijden, het zogeheten Beklamelcriterium. Dit is echter niet vast komen te staan. Verder is het ook niet gebleken dat [gedaagde 1] op enigerlei wijze persoonlijk betrokken was bij de hennepkwekerij, zoals door [eisers] is gesuggereerd. [eisers] voert aan dat [gedaagde 1] op de hoogte had kunnen en moeten zijn van de kwekerij omdat er veel doorgangen waren tussen de hal waar de hennepkwekerij was en het kantoor dat bij Studio 73 in gebruik was gebleven. [eiser] miskent hiermee echter dat een verhuurder niet zomaar het gehuurde mag betreden. Dit geldt ook in geval van onder(ver)huur. Daarnaast heeft [gedaagde 1] onweersproken verklaard dat de genoemde doorgangen door de onderhuurder afgesloten waren. Naar het oordeel van de kantonrechter is [gedaagde 1] in privé niet aansprakelijk voor de door [eiser] geleden schade. De verklaring voor recht hieromtrent wordt afgewezen.
Hoogte schade?
5.8.
[eiser] heeft de vordering tot vergoeding van schade verminderd tot een bedrag van
€ 614.580,00 zoals in het rapport van expertise van 23 januari 2023 is genoemd. Studio 73 heeft de posten “opstal € 1.395.000,00”, “opruimingskosten € 19.500,00” bij conclusie van antwoord al gemotiveerd betwist. Tevens heeft zij aangevoerd dat de posten “beredderingskosten € 1.080,00” en “huurderving € 48.000,00” niet nader zijn onderbouwd of gespecificeerd. [eiser] heeft in latere aktes geen nadere onderbouwing gegeven van deze posten. Ook de post huurderving betwist Studio 73 omdat op [eiser] een schadebeperkingsplicht rust. Ook al is [eiser] nog niet in de gelegenheid gesteld om op die laatste betwistingen te mogen reageren, van [eiser] mocht verwacht worden dat zij al haar posten nader onderbouwt en specificeert, juist gezien het feit dat Studio 73 de eerdere posten ook gemotiveerd betwist heeft. Het gevolg is dat [eiser] zijn schade niet voldoende heeft onderbouwd of gespecificeerd. Zoals hiervoor (in 5.5.) is vastgesteld, is Studio 73 aansprakelijk voor de door [eiser] als gevolg van de brand geleden schade. Gezien het voorgaande is het voor de kantonrechter evenwel niet mogelijk de hoogte van de schade te begroten. Studio 73 zal daarom worden veroordeeld tot schadevergoeding op te maken bij staat.
5.9.
In januari 2023 is de schade getaxeerd op € 614.580,00 maar [eiser] heeft eerst een bedrag van € 905.000,00 gevorderd. Ten tijde van de mondelinge behandeling van 7 maart 2024 was het rapport van de taxatie van de schade en het rapport over de oorzaak van de brand wel al beschikbaar. [eiser] heeft deze echter niet in het geding gebracht en gepersisteerd in zijn hogere vordering bij dagvaarding. Dit terwijl Studio 73 al de bevindingen van het rapport had betwist, mede omdat deze voorlopig waren. Pas bij akte van 20 maart 2024 heeft [eiser] – na uitdrukkelijke opdracht daartoe – de rapporten in het geding gebracht en heeft zij haar eis navenant verminderd. Ook het rapport technisch onderzoek van 14 februari 2023 is pas bij voornoemde akte in het geding gebracht, terwijl dit rapport al ruimschoots eerder beschikbaar was. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit alles in strijd met een goede procesorde en heeft het niet alleen voor vertraging van de procedure gezorgd, maar heeft dit Studio 73 c.s. aanvankelijk ook in haar verweer belemmerd. [eisers] wordt daarom veroordeeld in de proceskosten in de hoofdzaak die tot en met vandaag aan de zijde van Studio 73 c.s. worden vastgesteld op € 8.140,00 aan salaris gemachtigde (5 x € 1.628,00) en € 135,00 aan nakosten.

6.Beoordeling in de vrijwaringszaak

6.1.
[gedaagden] stelt dat [gedaagde 2] de persoon is geweest met wie zij contact heeft gehad over de onderhuur, met wie de onderhuurovereenkomst is gesloten en die degene is die de onderhuurovereenkomst heeft ondertekend. [gedaagde 2] ontkent contact met Studio 73 c.s. te hebben gehad en ontkent de onderhuurovereenkomst te hebben gesloten. Ook ontkent [gedaagde 2] dat hij degene is die de overeenkomst heeft ondertekend. [gedaagde 2] stelt door onbekenden te zijn gedwongen om in de hennepkwekerij te werken. Wel erkent hij te zijn aangehouden door de politie voor verhoor. Er loopt nog een strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid van [gedaagde 2] bij de hennepkwekerij en/of bij brandstichting.
6.2.
[gedaagde 2] heeft, ondanks dat de kantonrechter hier uitdrukkelijk om gevraagd heeft, het strafdossier niet in het geding gebracht. Ook heeft hij geen nadere details gegeven over hoe de hennepkwekerij precies werd opgezet, wat zijn precieze betrokkenheid was en welke andere personen erbij betrokken waren, terwijl ook hier specifiek om gevraagd is. Hierdoor heeft hij zijn betwisting van betrokkenheid bij de onderhuurovereenkomst en de hennepkwekerij in het geheel niet, althans volstrekt onvoldoende (geloofwaardig) onderbouwd. Zijn beroep op dwang, misbruik van omstandigheden of wilsgebrek wordt gepasseerd. De kantonrechter neemt aan dat [gedaagde 2], zoals door [gedaagden] is gesteld, wel degelijk de contractspartij is geweest van Studio 73, de overeenkomst heeft ondertekend en werkzaam is geweest in de hennepkwekerij.
6.3.
[gedaagde 2] heeft een hennepkwekerij in het gehuurde ondergebracht en is hiermee tekortgeschoten in de nakoming van de onderhuurovereenkomst. [gedaagde 2] is op grond van artikel 10.1 van de algemene bepalingen aansprakelijk voor alle schade aan het gehuurde, tenzij de schade hem niet toe te rekenen is. In het voorgaande is al overwogen dat [gedaagde 2] dit niet heeft onderbouwd, laat staan aannemelijk heeft gemaakt. Het kweken van hennep in het gehuurde heeft ook te gelden als een onrechtmatige daad.
6.4.
De door [gedaagden] gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde 2] aansprakelijk is voor de door Studio 73 c.s. geleden en nog te lijden schade als gevolg van de brand zal worden toegewezen.
6.5.
Omdat [gedaagde 2] ongelijk heeft gekregen, wordt hij veroordeeld in de proceskosten die tot en met vandaag aan de zijde van [gedaagden] worden vastgesteld op:
dagvaarding € 107,32
salaris gemachtigde € 4.884,00 (3 punten x € 1.628,00)
nakosten
€ 135,00€ 5.126,32

7.De beslissing

De kantonrechter:
In de hoofdzaak
7.1.
verklaart Guardian niet ontvankelijk als eiser;
7.2.
verklaart voor recht dat Studio 73 aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade als gevolg van de brand;
7.3.
veroordeelt Studio 73 tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade als gevolg van de brand, op te maken bij staat;
7.4.
veroordeelt [eisers] tot betaling van de proceskosten die aan de zijde van Studio 73 c.s. tot op heden worden begroot op € 8.275,00;
7.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.6.
wijst de vordering voor het overige af.
In de vrijwaringszaak
7.7.
verklaart voor recht dat [gedaagde 2] aansprakelijk is voor de door Studio 73 c.s. geleden en nog te lijden schade als gevolg van de brand;
7.8.
veroordeelt [gedaagde 2] om aan Studio 73 c.s. binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te betalen, datgene, waartoe Studio 73 c.s. als gedaagde in de hoofdzaak wordt veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling;
7.9.
veroordeelt [gedaagde 2] tot betaling van de proceskosten van [gedaagden] van
€ 5.126,32;
7.10.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.11.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter