Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot inzake ex artikel 843a Rv
- de akte overlegging producties van de zijde van Brand Masters
- de akte houdende wijziging eis tevens houdende overlegging aanvullende productie
- de conclusie van antwoord incidentele vordering ex 843a Rv en 223 Rv met producties
- de akte uitlating producties van de zijde van Brand Masters met producties
- de akte uitlating producties 27, 28 en 29 anderzijds en wijziging eis van de zijde van PK Trading.
2.De feiten voor zover van belang voor het incident
3.De vorderingen in de hoofdzaak
4.De vorderingen in de incidenten ex artikel 843a en 223 Rv
5.De beoordeling in de incidenten ex artikel 843a en 223 Rv
rechtmatig belanghebben bij de afgifte of inzage, en moet zij inzage, afschrift of uittreksel vorderen van
bepaalde bescheidenaangaande een
rechtsbetrekkingwaarin zij of haar rechtsvoorganger partij is of was. Artikel 843a Rv biedt niet de mogelijkheid voor het opvragen van documenten waarvan Brand Masters alleen maar vermoedt dat zij wel eens steun zouden kunnen geven aan haar stellingen in de hoofdzaak. De wettelijke vereisten stellen de rechter in staat een evenwicht te vinden tussen het belang van eiser om de waarheid te kunnen achterhalen en zijn bewijspositie te versterken, en het belang van gedaagde om geen vertrouwelijke informatie prijs te hoeven geven en om verschoond te blijven van de ingrijpende maatregel die exhibitie vaak is. De maatstaf biedt de rechter verder ruimte om rekening te houden met de aard van het onderliggende geschil en de overige omstandigheden van het geval, waaronder de omvang van de gevorderde exhibitie en de mogelijkheid om het bestaan van de gestelde vordering met andere bewijsmiddelen te onderbouwen.
6.De beslissing
20 november 2024voor conclusie van antwoord.