ECLI:NL:RBNHO:2024:10503
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis van een vonnis in incident met kennelijke schrijffout
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 oktober 2024 een herstelvonnis uitgesproken met betrekking tot een eerder vonnis van 24 juli 2024. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. de Lange, had de rechtbank verzocht om verbetering van de proceskostenveroordeling die in het eerdere vonnis was opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke schrijffout in het dictum van het vonnis van 24 juli 2024. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.M. van Schuylenburch, heeft ervoor gekozen om niet inhoudelijk op het verzoek tot verbetering te reageren.
De rechtbank heeft het verzoek tot verbetering toegewezen en het bedrag van de proceskostenveroordeling aangepast van € 3.846,00 naar € 1.735,00. Dit bedrag moet door de eiser binnen veertien dagen na aanschrijving worden betaald, met een toevoeging van € 92,00 plus de kosten van betekening indien de eiser niet tijdig aan de veroordeling voldoet. De rechtbank heeft ook bepaald dat deze verbetering op de minuut van het oorspronkelijke vonnis moet worden vermeld, met de datum van het herstelvonnis. Tot slot is gelast dat partijen de ontvangen grosse of afschrift van het oorspronkelijke vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren.
Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.H. Schotman, en het betreft een civiele procedure in het kader van burgerlijk procesrecht.