In deze zaak heeft de passagier compensatie gevraagd van de vervoerder voor een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De vervoerder, Pegasus Hava Tasimaciligi Anonim Sirketi, voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat 1,5 uur van de vertraging inderdaad veroorzaakt is door deze buitengewone omstandigheden, waardoor de totale vertraging van 3 uur en 12 minuten werd teruggebracht tot minder dan drie uur. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vertraging niet te voorkomen was, en dat alle redelijke maatregelen waren genomen. De vordering van de passagier werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 2 oktober 2024 in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem.