In deze zaak hebben de passagiers van Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, na vermindering van eis, gevorderd dat de vervoerder wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten en nakosten. De passagiers stellen dat de vervoerder de reden is geweest voor het starten van de gerechtelijke procedure, omdat zij niet tijdig informatie hebben ontvangen over de oorzaak van de vertraging van hun vlucht. De vervoerder betwist dit en voert aan dat de passagiers niet voldeden aan de Duitse wetgeving, waardoor zij geen inhoudelijke reactie konden geven.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers niet aan de verzoeken van de vervoerder hebben voldaan om een incassoregistratie over te leggen, wat volgens de Duitse wet verplicht is. Hierdoor kon de vervoerder niet eerder inhoudelijk reageren. De kantonrechter oordeelt dat het verzoek van de vervoerder niet onredelijk was en dat de passagiers verantwoordelijk waren voor het voldoen aan deze verzoeken. Aangezien de passagiers dit hebben nagelaten, kunnen zij de vervoerder niet verwijten dat hij niet eerder heeft gereageerd.
De vordering van de passagiers wordt afgewezen en zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kantonrechter wijst de vordering af en legt de passagiers de proceskosten op, die zijn vastgesteld op € 270,00, plus € 135,00 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 18 september 2024.