ECLI:NL:RBNHO:2024:10627

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
11121107 \ VV EXPL 24-102
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht in kort geding: toewijzing huurachterstand tegen B.V. en afwijzing bestuurdersaansprakelijkheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [eiser], en twee gedaagden, [gedaagde 1] B.V. en [gedaagde 2]. De eiser vorderde betaling van een huurachterstand van € 1.494,21, die betrekking had op de huurtermijn van juli 2024. De gedaagden zijn niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen, en er is verstek verleend. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 juli 2024, waarbij de eiser zijn standpunten heeft toegelicht. Gedaagde 2 heeft voorafgaand aan de zitting nog stukken toegestuurd via e-mail.

De kantonrechter heeft de vordering tegen [gedaagde 1] toegewezen, omdat deze spoedeisend was en niet onrechtmatig of ongegrond leek. Echter, de vordering tegen [gedaagde 2] werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor bestuurdersaansprakelijkheid, aangezien de eiser niet had aangetoond dat [gedaagde 2] persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt voor de tekortkomingen van [gedaagde 1]. De kantonrechter benadrukte dat in principe alleen de vennootschap aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit een tekortkoming, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder rechtvaardigen.

De proceskosten werden toegewezen aan [gedaagde 1], omdat deze in het ongelijk werd gesteld. De kantonrechter heeft de kosten van de dagvaarding en de gemachtigde in mindering gebracht op de te betalen proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige gevorderde voorzieningen zijn afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11121107 \ VV EXPL 24-102
Uitspraakdatum: 24 juli 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser] BV,
gevestigd te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. O.J. Boeder,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[gedaagde 1] B.V., handelend onder de naam [bedrijf]

gevestigd te [plaats],
2. [gedaagde 2],
wonende te [plaats],
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2],
beiden niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op 6 juni 2024 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 juli 2024. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [eiser] ter toelichting van haar standpunten naar voren heeft gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde 2] bij e-mailbericht van 10 juli 2024 stukken toegezonden.

2.De beoordeling

2.1.
[eiser] vordert – na vermindering van eis en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van € 1.494,21 en de proceskosten.
2.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde 1] de huurtermijn over de maand juli 2024 niet heeft voldaan. [gedaagde 2] is via zijn holding [gedaagde 1] Holding B.V. enig en indirect bestuurder, aandeelhouder en Ultimate Beneficial Owner (UBO) van [gedaagde 1], zodat het in zijn macht ligt om [gedaagde 1] haar verplichtingen jegens [eiser] te laten nakomen.
2.3.
De kantonrechter zal de vordering ten aanzien van [gedaagde 1] toewijzen, nu deze naar haar aard spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
2.4.
De vordering tot veroordeling van [gedaagde 2] tot betaling van de huurtermijn over de maand juli 2024 worden afgewezen, omdat dit deel van de vordering de kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De kantonrechter begrijpt dat [eiser] een beroep doet op de aansprakelijkheid van [gedaagde 2] in zijn hoedanigheid van – indirect – bestuurder van [gedaagde 1]. Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. [eiser] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hier in dit geval sprake van is.
2.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde 1], omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij merkt de kantonrechter op dat ([gedaagde 2] namens) [gedaagde 1] op 9 juli 2024 een bedrag van € 9.669,00 heeft overgemaakt op de derdengeldenrekening van Boeder Incasso en Gerechtsdeurwaarders, waarmee onder meer € 116,39 aan ‘kosten dagvaarding’ en een bedrag van € 339,00 aan ‘salaris dagvaarding’ zijn voldaan. Deze kosten worden op de toewijsbare proceskosten in mindering gebracht.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde 1] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.494,21;
3.2.
veroordeelt [gedaagde 1] tot betaling van de proceskosten, zoals opgenomen in overweging 2.5., die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 0,00; (€ 116,39 - € 116,39)
griffierecht € 533,00;
salaris gemachtigde € 204,00; (€ 543,00 - € 339,00)
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter