ECLI:NL:RBNHO:2024:10722

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
8644793 \ CV EXPL 20-5831
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door passagiers wegens vluchtvertraging en buitengewone omstandigheden

In deze zaak vorderen de passagiers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. R.A.C. Telkamp, compensatie van de vervoerder United Airlines Inc. wegens een vertraagde vlucht op 10 augustus 2018. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Nashville, met een tussenstop in Washington. Door slechte weersomstandigheden, waaronder zware onweersbuien, was er een 'ground stop' op de luchthaven van Chicago, waardoor de oorspronkelijke vlucht vertraging opliep en de passagiers hun aansluitende vlucht naar Nashville misten. De passagiers zijn uiteindelijk met een vertraging van 5 uur en 32 minuten in Nashville aangekomen en hebben compensatie van € 600,00 per passagier gevorderd op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de slechte weersomstandigheden een buitengewone omstandigheid vormden die de vertraging rechtvaardigde. De rechter oordeelde dat de vervoerder niet in gebreke was gebleven, omdat deze alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. De passagiers zijn met minder dan 24 uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen, wat volgens de rechter niet voldoende was om de vordering te honoreren. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. S.N. Schipper op 4 september 2024, waarbij de proceskosten zijn vastgesteld op € 476,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en € 119,00 aan nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8644793 \ CV EXPL 20-5831
Uitspraakdatum: 4 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2]pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kinderen
[minderjarige 1], [minderjarige 2]en
[minderjarige 3],
allen wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A.C. Telkamp (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
United Airlines Inc.
gevestigd te Wilmington (Verenigde Staten)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. J.I.J. van Pelt

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 10 augustus 2018 vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport via Dulles International Airport Washington (Verenigde Staten) naar Nashville Metropolitan Airport (Verenigde Staten), met de vluchtcombinatie UA947 en UA6176.
2.2.
De oorspronkelijke vlucht vanuit Nederland (UA947, hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd. De passagiers hebben hun aansluitende vlucht naar Nashville gemist. Zij zijn omgeboekt op vlucht UA6285, waarmee zij met een vertraging van 5 uur en 32 minuten in Nashville zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.
2.5.
De passagier sub 2 is door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens haar minderjarige kind te voeren.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 3.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 544,50 dan wel € 514,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,00 per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat er rond de geplande vertrektijd van de vlucht sprake was van slechte weersomstandigheden (te weten zware onweersbuien) op en rondom de luchthaven van Chicago. Ook heeft de vervoerder voldoende toegelicht en onderbouwd dat vanwege de slechte weersomstandigheden er verschillende veiligheidsmaatregelen in werking zijn getreden waardoor de direct voorafgaande vlucht (UA909 van Chicago naar Amsterdam) niet tijdig kon vertrekken. De onweersbuien waren zo hevig dat de luchthaven heeft besloten om het platform te sluiten. Derhalve heeft de luchthaven een ‘
ground stop’ afgekondigd, zo blijkt uit de overgelegde Flight Information, het Delay Report en de verklaring van de Senior Manager ATC van de vervoerder. Door de ‘
ground stop’ was er tijdelijk slechts beperkt vliegverkeer mogelijk. Dit levert naar het oordeel van de kantonrechter een buitengewone omstandigheid op. Dat andere vluchten mogelijk wél rond de geplande vertrektijd van de vlucht zijn vertrokken, doet hier niets aan af. De luchthaven van Chicago was immers niet gesloten, maar de operatie was wel ernstig verstoord. De hiervoor genoemde buitengewone omstandigheid werkt door naar de vlucht in kwestie.
4.3.
De vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen dan wel te beperken moet bevestigend worden beantwoord. Het kan in beginsel niet van de vervoerder gevergd worden dat hij voor het aanbieden van een alternatieve vlucht de passagiers de mogelijkheid geeft om te kiezen uit alle vluchten van die dag bij alle luchtvaartmaatschappijen. In het onderhavige geval zijn de passagiers met minder dan 24 uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen. Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de alternatief aangeboden vlucht geen redelijke maatregel vormt. Bovendien hebben de passagiers nagelaten om te bewijzen dat er nog plaats beschikbaar was op de genoemde vluchten BA431 en BA223. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen om de vertraging te voorkomen. Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen.
4.4.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 476‬,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 119,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter