ECLI:NL:RBNHO:2024:10727

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
10706925 \ CV EXPL 23-6062
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens vertraging van vlucht en de beoordeling van buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen AirHelp Germany GmbH, eiseres, en Turk Havayollari A.O., gedaagde. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding wegens vertraging van een vlucht van Amsterdam naar Istanbul op 11 mei 2023. De passagiers, vertegenwoordigd door AirHelp, claimen compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De passagiers arriveerden met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming, wat hen het recht geeft op compensatie van € 400,- per passagier. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging te wijten was aan slotrestricties van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn verweer en dat de wijziging van de Estimated Off Block Time (EOBT) door de vervoerder niet als een buitengewone omstandigheid kon worden gekwalificeerd. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10706925 \ CV EXPL 23-6062
Uitspraakdatum: 18 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] (hierna: de passagiers) hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 11 mei 2023 vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport naar Istanbul Sabiha Gokcen (Turkije), met vlucht TK7769 (hierna: de vlucht).
2.2.
De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben hun eventuele vorderingsrecht aan Airhelp overgedragen.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vluchtdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,- per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft aangevoerd dat de vertrekvertraging van de vlucht voor de duur van 2 uur en 48 minuten te wijten is aan omstandigheden die aan hemzelf toe te rekenen zijn. De resterende vertrekvertraging van de vlucht (12 minuten) is volgens de vervoerder te wijten aan slotrestricties van de luchtverkeersleiding. Airhelp heeft het verweer van de vervoerder gemotiveerd weersproken. Airhelp stelt daartoe onder meer dat de slotrestricties zijn opgelegd ómdat het toestel niet tijdig gereed stond voor de uitvoering van de vlucht.
4.3.
De kantonrechter overweegt dat het op de weg van de vervoerder ligt om de door hem gestelde buitengewone omstandigheid te onderbouwen. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Airhelp had het op de weg van de vervoerder gelegen om de slothistorie van de vlucht te overleggen, zodat hieruit kan worden afgeleid wanneer vertrektijd van de vlucht voor het eerst is gewijzigd, en of daar een EOBT-wijziging aan vooraf is gegaan. De vervoerder heeft dit nagelaten. De kantonrechter vindt het daarom aannemelijk dat de vervoerder zijn EOBT heeft gewijzigd vanwege de reeds ontstane vertraging, en dat de daarop volgende slotvertraging het gevolg is geweest van de door de vervoerder doorgegeven latere EOBT tijd. Het schuiven met de EOBT als gevolg waarvan een slot wordt opgelegd kan niet kwalificeren als buitengewone omstandigheid. De vervoerder kan immers niet verwachten dat hij op precies het door hem gewenste moment kan vertrekken. Dat vertragingscode 89 als reden voor de vertraging wordt genoemd in de overgelegde slotberichten is in dit kader van ondergeschikt belang.
4.4.
Nu de vervoerder voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan Airhelp van € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 129,14;
griffierecht € 322,00;
salaris gemachtigde € 270,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter