In deze zaak heeft Cash2Collect B.V. een vordering ingesteld tegen een kinderdagverblijf, hierna aangeduid als gedaagde, met het verzoek om betaling van een intrekkingsprovisie van € 4.705,84. Deze vordering is gebaseerd op een incasso-overeenkomst die in januari 2023 is gesloten. Gedaagde heeft de incasso-opdrachten ingetrokken en Cash2Collect heeft daarop de intrekkingsprovisie in rekening gebracht. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen bepaalbare overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de hoofdprestaties niet in de overeenkomst zijn neergelegd. Tevens stelt gedaagde dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn, omdat deze niet tijdig ter hand zijn gesteld.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er wel degelijk een bepaalbare overeenkomst tot stand is gekomen, maar dat de algemene voorwaarden van Cash2Collect niet rechtsgeldig zijn overeengekomen. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet voldoende gelegenheid heeft gehad om kennis te nemen van de algemene voorwaarden, waardoor het beding betreffende de intrekkingsprovisie buiten toepassing moet worden gelaten. Aangezien dit de enige grondslag van de vordering was, heeft de kantonrechter de vordering van Cash2Collect afgewezen en de proceskosten voor rekening van Cash2Collect gesteld.
De uitspraak is gedaan op 31 oktober 2024 door de kantonrechter S. Slijkhuis in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad. De proceskosten zijn vastgesteld op € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.