In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 oktober 2024 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren op een onbekende datum in een onbekende plaats. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) gemachtigd om de minderjarige op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Dit besluit is genomen in het belang van een zorgvuldige overplaatsing naar een nieuwe woonvoorziening, waarbij de minderjarige momenteel verblijft in een gesloten accommodatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren, en dat gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de benodigde hulp onttrekt.
De procedure begon met een verzoek van de GI, die op 4 oktober 2024 een verzoekschrift indiende. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 oktober 2024, waarbij de advocaat van de minderjarige, mr. M. Berbee, aanwezig was. De pleegouders en de GI waren niet aanwezig vanwege een misverstand over het tijdstip van de zitting, maar de zitting kon met goedvinden van de advocaat doorgaan. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkeling van de minderjarige tijdens zijn verblijf in de gesloten accommodatie erkend en benadrukt dat de minderjarige klaar is voor een vervolgplek bij de Prinsenstichting.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van drie maanden, van 17 oktober 2024 tot 17 januari 2025, om de overgang naar de nieuwe woonvoorziening zorgvuldig te begeleiden. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 27 oktober 2024. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.