ECLI:NL:RBNHO:2024:11579

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
8 november 2024
Zaaknummer
11142523 / AO VERZ 24-47
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot doorbetaling van loon en vernietiging van opzegging arbeidsovereenkomst

In deze zaak vordert de werknemer, [verzoeker], doorbetaling van loon van Villa Kakelbont Heerhugowaard B.V. De werknemer stelt dat de arbeidsovereenkomst is verlengd en dat de werkgever deze ten onrechte heeft opgezegd. De kantonrechter heeft op 7 augustus 2024 uitspraak gedaan en de vordering van de werknemer toegewezen. De werknemer was in dienst bij Villa Kakelbont sinds 1 april 2022 en de arbeidsovereenkomst was verlengd tot 31 maart 2025. Villa Kakelbont heeft echter de loondoorbetaling stopgezet na 15 april 2024, wat leidde tot het verzoek van de werknemer om de opzegging te vernietigen en om loonbetaling te eisen. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat er geen instemming van de werknemer was en er geen toestemming van het UWV was verkregen. De kantonrechter heeft de opzegging vernietigd en Villa Kakelbont veroordeeld tot doorbetaling van loon vanaf 15 april 2024, evenals de proceskosten en buitengerechtelijke kosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 11142523 / AO VERZ 24-47 (SJ)
Uitspraakdatum: 7 augustus 2024
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. W.A. van Mourik, werkzaam bij FNV
tegen
de besloten vennootschap
Villa Kakelbont Heerhugowaard B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard
verwerende partij
verder te noemen: Villa Kakelbont
gemachtigde: [naam 1]
De zaak in het kort
In deze zaak vordert de werknemer doorbetaling van loon. De werknemer stelt dat de arbeidsovereenkomst is verlengd en dat de werkgever die overeenkomst ten onrechte heeft opgezegd. De kantonrechter geeft de werknemer gelijk en wijst de vordering toe.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om onder meer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Villa Kakelbont te vernietigen en om Villa Kakelbont te veroordelen tot betaling van loon. Villa Kakelbont heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 31 juli 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Villa Kakelbont is, met afbericht, niemand ter zitting verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen [verzoeker] ter toelichting van haar standpunten naar voren heeft gebracht.

2.Feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [datum] 1989, is op 1 april 2022 in dienst getreden bij Villa Kakelbont op basis van een arbeidsovereenkomst van 12 maanden in de functie van pedagogisch medewerker voor 15 uur per week, met een salaris van € 1.765,89 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Kinderopvang van toepassing.
2.2.
De arbeidsovereenkomst is met ingang van 1 april 2023 verlengd voor de duur van 12 maanden.
2.3.
In een brief van 26 februari 2024 met als aanhef ‘aanzegging tijdelijke arbeidsovereenkomst’ heeft [naam 2] , leidinggevende bij de [locatie 1] van Villa Kakelbont, aan [verzoeker] geschreven: ‘
Middels deze brief willen wij je eraan herinneren dat jouw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd binnenkort eindigt. Wij zijn voornemens om je een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te bieden. De arbeidsovereenkomst zal verlengd worden met een jaar. Hiervoor ontvang je bij het beoordelingsgesprek een nieuwe arbeidsovereenkomst in tweevoud. Wij verzoeken je deze aanzegging voor ontvangst te ondertekenen.
2.4.
In een e-mail van 29 februari 2024 heeft [naam 4] , medewerker P&O bij Villa Kakelbont, aan [verzoeker] de aanzeggingsbrief en de verlenging van de arbeidsovereenkomst als bijlage gestuurd en aan [verzoeker] verzocht de mail voor akkoord te beantwoorden omdat [verzoeker] niet kan langskomen om te tekenen.
2.5.
In een e-mail van 29 februari 2024 heeft [verzoeker] geantwoord: ‘
Ik geef mijn akkoord op de aanzegging. Graag zie ik een voorstel voor een afspraak voor het beoordelingsgesprek tegemoet.’
2.6.
Op 15 maart 2024 heeft [verzoeker] zich arbeidsongeschikt gemeld.
2.7.
In een brief van 29 februari 2024, die is verstuurd met een e-mail van 15 maart 2024, heeft Villa Kakelbont aan [verzoeker] geschreven: ‘
In een eerder schrijven hebben wij aangegeven voornemens te zijn om je een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te bieden. De duur van deze arbeidsovereenkomst zal 14 dagen betreffen, aangezien jij hebt aangegeven niet te willen werken op [locatie 2] , alsmede door de sterk verstoorde relaties binnen het team [naam 5] en binnen de organisatie. [….] met de mededeling dat wij niet voornemens zijn om je een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden. […] Ontvangen wij de getekende arbeidsovereenkomst niet binnen 7 dagen retour, zullen wij ervan uitgaan dat je deze niet wenst te accepteren en zullen je uit dienst melden per 1 april 2024.’
2.8.
Op 28 maart 2024 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan Villa Kakelbont geschreven dat er door middel van aanbod en aanvaarding een verlenging van de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen met twaalf maanden tot 31 maart 2025.
2.9.
Villa Kakelbont is gestopt met de loondoorbetaling na 15 april 2024.
2.10.
Op 16 mei 2024 heeft de gemachtigde van [verzoeker] Villa Kakelbont gesommeerd om [verzoeker] weer te werk te stellen, het jaarcontract na te leven en salaris te betalen.
2.11.
In een e-mail van 27 mei 2024 heeft Villa Kakelbont aan de gemachtigde van [verzoeker] geschreven dat [verzoeker] het aanbod op 21 maart 2024 niet heeft aanvaard, zodat de arbeidsovereenkomst is geëindigd.

3.3. De standpunten van partijen

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen, Villa Kakelbont te veroordelen haar toe te laten de overeengekomen werkzaamheden te verrichten na herstel, en Villa Kakelbont te veroordelen tot betaling van loon vanaf 15 april 2024.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat partijen op 29 februari 2024 overeenstemming hebben bereikt om de bestaande arbeidsovereenkomst te verlengen met één jaar tot en met 31 maart 2025. Daarna is een geschil tussen partijen ontstaan over de re-integratie van [verzoeker] en de locatie waar deze moet plaatsvinden, waarop Villa Kakelbont de arbeidsovereenkomst met ingang van 14 april 2024 heeft opgezegd. Volgens [verzoeker] is deze opzegging niet rechtsgeldig is.
3.3.
Villa Kakelbont verweert zich tegen het verzoek en voert – kort weergegeven – aan dat [verzoeker] alleen akkoord is gegaan met de aanzegging en niet met de verlenging van de arbeidsovereenkomst. Volgens Villa Kakelbont heeft [verzoeker] geweigerd om de verlenging van de arbeidsovereenkomst te tekenen omdat zij het niet mee eens was dat de werkzaamheden in en vanuit alle locaties van Villa Kakelbont worden verricht. Villa Kakelbont is van mening dat de arbeidsovereenkomst per 15 april 2024 is geëindigd.

4.De beoordeling

de arbeidsovereenkomst is verlengd
4.1.
In deze zaak moet eerst beoordeeld te worden of de arbeidsovereenkomst tussen partijen is verlengd met één jaar tot en met 31 maart 2025. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is en overweegt als volgt.
4.3.
In de brief van 26 februari 2024 heeft Villa Kakelbont met als onderwerp ‘aanzegging’ aan [verzoeker] geschreven dat zij voornemens is om de arbeidsovereenkomst met één jaar te verlengen. De kantonrechter is van oordeel dat deze e-mail van 26 februari 2024 niet anders is op te vatten dan als een aanbod om de arbeidsovereenkomst met één jaar tot 31 maart 2025 voort te zetten. Het ‘voornemen’ is immers niet aan enige voorwaarde verbonden.
4.4.
Vervolgens heeft de afdeling P&O van Villa Kakelbont in een e-mail van 29 februari 2024 aan [verzoeker] de aanzegging en de verlenging van de arbeidsovereenkomst als bijlage meegestuurd en [verzoeker] gevraagd de e-mail voor akkoord te beantwoorden omdat zij niet kon langskomen voor ondertekening van deze stukken. In een e-mail van 29 februari 2024 heeft [verzoeker] teruggeschreven ‘
Ik geef mijn akkoord op de aanzegging’.
4.5.
Villa Kakelbont voert in het verweerschrift aan dat [verzoeker] alleen heeft ingestemd met de aanzegging en niet met de verlenging. Hiertegenover heeft [verzoeker] ter zitting verklaard dat de medewerker van P&O haar heeft uitgelegd dat zij haar akkoord moet geven op de aanzegging omdat deze ook ziet op het aanbod om de arbeidsovereenkomst met één jaar te verlengen. Volgens [verzoeker] heeft zij met de e-mail van 29 februari 2024 dus ook ingestemd met de aangeboden verlenging van de arbeidsovereenkomst. Het addendum van de arbeidsovereenkomst waarin de verlenging is opgenomen, heeft zij op 13 maart 2024 ondertekend.
4.6.
Namens Villa Kakelbont is, met afbericht, niemand ter zitting verschenen. Villa Kakelbont heeft aldus niet gereageerd op hetgeen ter zitting door [verzoeker] naar voren is gebracht.
4.7.
Uit het niet verschijnen ter zitting kan de kantonrechter op grond van artikel 88, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de gevolgtrekkingen maken die hij geraden acht. In dit geval leidt de kantonrechter uit het niet verschijnen door Villa Kakelbont af dat Villa Kakelbont de stellingen van [verzoeker] niet (meer) betwist. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid hiervan.
4.8.
De kantonrechter concludeert dan ook dat [verzoeker] het aanbod van Villa Kakelbont om de arbeidsovereenkomst met één jaar te verlengen op 29 februari 2024 heeft aanvaard. De ondertekening van de arbeidsovereenkomst op 13 maart 2024 bevestigt deze aanvaarding.
er is een opzegging en die wordt vernietigd
4.9.
In een brief van 29 februari 2024, die is verstuurd met een e-mail van 15 maart 2024, heeft Villa Kakelbont aan [verzoeker] een arbeidsovereenkomst voor de duur van 14 dagen tot en met 14 april 2024 aangeboden. Verder staat in deze brief dat daarna geen nieuwe arbeidsovereenkomst wordt aangeboden en dat [verzoeker] per 1 april 2024 uit dienst wordt gemeld indien zij deze arbeidsovereenkomst niet ondertekent. [verzoeker] heeft deze arbeidsovereenkomst niet ondertekend en Villa Kakelbont is per 15 april 2024 gestopt met het betalen van het loon en heeft een eindafrekening opgemaakt.
4.10.
Naar het oordeel van de kantonrechter is deze brief, gelet op de inhoud en de strekking daarvan, als een opzegging van de arbeidsovereenkomst te beschouwen. Uit de handelwijze van Villa Kakelbont na 14 april 2024 leidt de kantonrechter af dat Villa Kakelbont dit ook zo heeft bedoeld. De kantonrechter is van oordeel dat deze opzegging in strijd is met de wettelijke regels en dus niet rechtsgeldig is. Er is namelijk geen sprake van een geldige instemming van [verzoeker] met de beëindiging. Verder is er geen toestemming voor de opzegging van het UVW verkregen en er is ook geen andere geldige reden voor de opzegging.
4.11.
Uit de wet volgt dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever kan vernietigen, indien de werkgever niet rechtsgeldig heeft opgezegd. Omdat hiervoor is geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is, zal het verzoek van [verzoeker] om vernietiging van die opzegging worden toegewezen.
4.12.
Omdat de opzegging wordt vernietigd, duurt de arbeidsovereenkomst voort. De vordering van [verzoeker] om Villa Kakelbont te veroordelen haar binnen twee dagen na betekening van deze beschikking toe te laten de overeengekomen werkzaamheden te verrichten na herstel en na overleg met de bedrijfsarts wijst de kantonrechter daarom toe.
4.13.
Ter zitting heeft [verzoeker] verklaard dat zij zich nog steeds te ziek voelt om haar werkzaamheden te kunnen verrichten en dat zij nog steeds niet bij de bedrijfsarts is geweest. De kantonrechter merkt hierover op dat het, gelet op de arbeidsongeschiktheid van [verzoeker] en de re-integratie, op de weg van Villa Kakelbont ligt om op zo kort mogelijke termijn haar arbodienst in te schakelen om de arbeidsongeschiktheid van [verzoeker] te beoordelen en om de re-integratie in gang te zetten.
de dwangsom wordt afgewezen
4.14.
De door [verzoeker] gevorderde dwangsom wijst de kantonrechter af. Het verbeuren van de dwangsom is namelijk afhankelijk van de vraag of [verzoeker] hersteld is en van de re-integratie van [verzoeker] . En dat is nog niet duidelijk.
er is recht op loon
4.15.
De vernietiging van de opzegging leidt er ook toe dat [verzoeker] recht heeft op loon vanaf 15 april 2024. De vordering van [verzoeker] tot loonbetaling, te vermeerderen met vakantiebijslag en emolumenten vanaf 15 april 2024 zal daarom eveneens worden toegewezen. De gevorderde wettelijke verhoging en de wettelijke rente zullen ook worden toegewezen, omdat Villa Kakelbont te laat heeft betaald, waarbij de wettelijke verhoging zal worden beperkt tot 25%.
4.16.
De door [verzoeker] verzochte vermeerdering met de verhogingen waarop op grond van de wet en/of de (collectieve) arbeidsovereenkomst aanspraak bestaat, wijst de kantonrechter af omdat dit verzoek onvoldoende concreet is.
het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen
4.17.
Aangezien in deze beschikking al een beslissing wordt gegeven over het verzoek van [verzoeker] , is er geen reden meer om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding.
de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten worden toegewezen
4.18.
De door [verzoeker] gevorderde buitengerechtelijke kosten van € 1.110,21 heeft Villa Kakelbont niet betwist. Deze wijst de kantonrechter dan ook toe. Bovendien heeft [verzoeker] voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De door [verzoeker] gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wijst de kantonrechter ook toe, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van het verzoekschrift, omdat [verzoeker] in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
4.19.
De proceskosten komen voor rekening van Villa Kakelbont, omdat zij ongelijk krijgt. Tot aan deze beschikking worden de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] vastgesteld op
€ 248,00 aan griffierecht en € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verzoeker] , totaal een bedrag van € 1.062,00.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst;
5.2.
veroordeelt Villa Kakelbont om [verzoeker] binnen twee dagen na betekening van deze beschikking toe te laten om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten na herstel en na overleg met de bedrijfsarts, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
5.3.
veroordeelt Villa Kakelbont tot betaling aan [verzoeker] van € 1.765,89 bruto per maand aan loon vanaf 15 april 2024 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 25% voor zover het loon te laat is betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van de gehele betaling;
5.4.
veroordeelt Villa Kakelbont tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] en met vandaag vaststelt op € 1.062,00;
5.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het verzoek voor het overige af.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 7 augustus 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter