Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
2.De feiten
‘Subject I (toevoeging kantonrechter: [gedaagde 1] ) werkt sinds 2021 als schoonheidsspecialiste bij [bedrijf] in [plaats 3] .
- Hiervan zijn diverse foto’s aangetroffen, en ook een krantenknipsel, die dit bevestigen.
- Subject I verplaatste zich tijdens het onderzoek in een grijze sportauto, merk [naam 2] met kenteken [nummer] , welke op naam staat van subject II (toevoeging kantonrechter: de vriend van [gedaagde 1] ). Alleen zij maakte gebruik van deze auto tijdens een aantal observaties in dit onderzoek.
- Subject I werd tijdens de observaties regelmatig gezien bij Object II (toevoeging kantonrechter: de woning van de vriend van [gedaagde 1] in [plaats 3] ) en bij de sportschool [naam 1] [plaats 3] .
- Subject I deed boodschappen in [plaats 3] en ging uit eten met subject II in [plaats 3] .
- Vier verschillende buren in [plaats 1] verklaarden dat in object I (toevoeging kantonrechter: het gehuurde) jonge mensen wonen. Twee verklaarden ‘twee dochters’en twee anderen verklaarden ‘dochter met vriendje’.
- Twee verschillende buren in [plaats 3] verklaarden dat subject I en II samen in de tuinwoning wonen, al meer dan twee jaar.
- Een medewerkster van het [naam 1] verklaarde: [gedaagde 1] werkt in het [bedrijf] en doet daar alle behandelingen. Subject I was een weekje op vakantie, en daarom was het [bedrijf] een weekje dicht.
- Gedurende het onderzoek in [plaats 3] had subject I haar hoofdverblijf in [plaats 3] . Ook andere historische feiten en omstandigheden geven hetzelfde beeld: subject I woont al langer bij haar vriend (subject II) in [plaats 3] en is daar werkzaam in het [bedrijf] , een onderdeel van het [naam 1] , eigendom van subject II.’