3.1.De curator vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad conform artikel 6:162 BW met schade gelijk aan het boedeltekort
1. voor recht verklaart dat VPN onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de gezamenlijke schuldeisers van GON, althans GON, en [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van de schade die de gezamenlijke schuldeisers hebben geleden,
2. voor recht verklaart dat de overdracht van het duurzame bedrijfsdebiet van GON aan VPN kwalificeert als Paulianeus in de zin van artikel 42 Fw, en [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van de schade die de boedel van GON daardoor heeft geleden,
3. de schade begroot op het bedrag van de schulden van GON, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, één en ander nader op te maken bij staat, althans op een door de rechtbank te bepalen bedrag,
Subsidiair
Een deskundige benoemt om te bepalen wat de omvang van de schade is die de boedel, althans de gezamenlijke schuldeisers van GON, hebben geleden door het onrechtmatig handelen van [gedaagden] en [gedaagden] gebiedt om volledige medewerking te verlenen aan de te benoemen deskundige, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 250.000,00, en tot slot VPN veroordeelt tot betaling aan de curator van de door de rechtbank vast te stellen schade,
Meer subsidiair
VPN veroordeelt tot vergoeding van de door de curator geleden schade, op te maken bij staat,
Ten aanzien van VPN Holding en [gedaagde 2]
Primair: bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW
1. voor recht verklaart dat VPN Holding en [gedaagde 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden van de gefailleerde vennootschap GON, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan,
2. VPN Holding en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van de schulden van GON, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, één en ander nader op te maken bij staat,
Subsidiair: aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW
3. voor recht verklaart dat VPN Holding en [gedaagde 2] ieder afzonderlijk onrechtmatig hebben gehandeld tegenover de gezamenlijke schuldeisers van GON en VPN Holding en [gedaagde 2] veroordeelt tot betaling aan de curator van de schade die de gezamenlijke schuldeisers daardoor hebben geleden,
4. de schade begroot op het bedrag van de schulden van GON, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, één en ander nader op te maken bij staat, althans op een door de rechtbank te bepalen bedrag,
5. een deskundige benoemt om te bepalen wat de omvang is van de schade die de gezamenlijke schuldeisers van GON hebben geleden door het onrechtmatige handelen van VPN en VPN gebiedt om haar volledige medewerking te verlenen aan de te benoemen deskundige, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 150.000,00,
Meer subsidiair: aansprakelijkheid op grond van artikel 2:9 BW
6. voor recht verklaart dat VPN Holding en [gedaagde 2] hun bestuurstaak onbehoorlijk hebben vervuld en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de gezamenlijke schuldeisers van GON daardoor hebben geleden en VPN Holding en [gedaagde 2] veroordeelt tot betaling aan de curator van die schade,
7. de schade begroot op het bedrag van de schulden van GON, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, één en ander nader op te maken bij staat, althans op een door de rechtbank te bepalen bedrag,
8. een deskundige benoemt om te bepalen wat de omvang is van de schade die de gezamenlijke schuldeisers van GON hebben geleden door het onrechtmatige handelen van VPN en VPN gebiedt om haar volledige medewerking te verlenen aan de te benoemen deskundige, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 150.000,00,
9. [gedaagden] veroordeelt tot vergoeding van de door de curator geleden schade, op te maken bij staat,
Ten aanzien van [gedaagde 2] (bestuursverbod)
10. [gedaagde 2] veroordeelt tot een bestuursverbod zoals bedoeld in artikel 106 a lid 1 Fw voor de duur van vijf jaar vanaf het moment dat deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan,
11. de griffier opdraagt deze uitspraak, zodra deze onherroepelijk is geworden, met spoed aan de Kamer van Koophandel te sturen, zodat die kan overgaan tot het uitschrijven van [gedaagde 2] als bestuurder en het bestuursverbod registreert voor de duur dat het is opgelegd,
Ten aanzien van [gedaagden]
12. [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt om binnen vijf dagen na dagtekening van dit vonnis een voorschot van € 500.000,00, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, aan de curator betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van betaling,
13. [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de proces- en nakosten, alsmede de wettelijke rente daarover.