Uitspraak
rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 7 oktober 2024 in de zaken tussen
[eiseres] , gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Douane, verweerder.
Procesverloop
1 april 2024 onder meer om hen de gelegenheid te geven tot nader overleg. Bij brieven van
22 maart 2024 (verweerder) en 11 april 2024 (eiseres) hebben partijen meegedeeld dat het nader overleg niet tot overeenstemming heeft geleid. Eiseres heeft daarbij verzocht om voortzetting van de zitting.
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de utb’s met de nummers 8099.32.040/00.7.0006, 8099.32.040/00.7.0007 en 8099.32.040/00.7.0008;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding aan eiseres van de immateriële schade vastgesteld op een bedrag van € 1.454,55;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding aan eiseres van de immateriële schade vastgesteld op een bedrag van € 2.545,45;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345 aan eiseres te vergoeden.
mr. W.M.C. Schipper, leden, in aanwezigheid van mr. E.P. van der Zalm, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2024.