Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
41,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een zorgverzekeraar en een consument over de betaling van achterstallige zorgpremie. De consument, die in de periode van oktober tot en met december 2014 beweert niet in Nederland te hebben gewoond, is door de zorgverzekeraar aangesproken op zijn betalingsverplichtingen. De kantonrechter oordeelt dat de consument, die in Nederland ingeschreven stond, verplicht was om een zorgverzekering te hebben en dus ook de premie verschuldigd is. De consument heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn verzekering beëindigd was. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de consument geen incassokosten hoeft te betalen, omdat de algemene voorwaarden van de verzekeraar op dat punt oneerlijk zijn. De zaak is behandeld in enkelvoudige aanleg en betreft civiel recht, specifiek verbintenissenrecht. De kantonrechter heeft de vordering van de zorgverzekeraar tot betaling van de premie toegewezen, maar de vordering tot betaling van incassokosten afgewezen, omdat het beding in de algemene voorwaarden als oneerlijk werd beschouwd. De consument is veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 281,43, vermeerderd met wettelijke rente, en moet de proceskosten dragen.