In deze zaak vorderen de passagiers compensatie van de vervoerder, United Airlines, vanwege vertraging van hun vlucht UA908 van Amsterdam naar Chicago op 20 juni 2022. De passagiers sub 1 en 2 misten hun aansluitende vlucht naar Denver en arriveerden meer dan vijf uur later dan gepland. De passagiers sub 3 en 4 arriveerden met een vertraging van 3 uur en 37 minuten in Chicago. De vervoerder heeft de vordering betwist en een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, waaronder een tekort aan beveiligingspersoneel op Schiphol en instructies van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder onvoldoende heeft onderbouwd hoe de drukte op Schiphol de vertraging heeft veroorzaakt. De vordering van de passagiers sub 1 en 2 wordt toegewezen, terwijl de vordering van passagiers sub 3 en 4 wordt afgewezen, omdat de vertraging na aftrek van de buitengewone omstandigheden minder dan drie uur bedraagt. De kantonrechter wijst ook de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat deze niet voldoet aan de vereisten. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.